25 juni 1998
- 5 -
Mevrouw HUBERTS (WD)Voorzitter, ik kan me de discussie over dit ook nog
heel wel herinneren. Ik kan me ook herinneren dat de WD-fractie in deze
altijd een wat terughoudend standpunt heeft ingenomen. Ik moet zeggen, als
ik de wethouder de tekst hoor citeren uit het raadsvoorstel, dan denk ik:
ja, we konden ons daar wel in vinden op de manier zoals dat verwoord is.
Want daar staat letterlijk wat het college dus nu uitvoert. Het heeft me
toen wel verbaasd dat degenen van de raad die verder wilden gaan zich ook
in de tekst van het raadsvoorstel konden vinden. Dus het kan zijn dat
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Mag ik u even in de rede vallen? Waar citeert
u nu uit en wat citeert u nu?
Mevrouw HUBERTS (WD)Ik refereer aan het citaat dat de wethouder voorlas
U nam een ander citaat
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Uit datzelfde raadsvoorstel.
Mevrouw HUBERTS (WD)Uit hetzelfde raadsvoorstel, dat klopt. En dan kunt
u zeggen: we hebben aan dat stukje van de tekst de meeste waarde gehecht.
Wij aan het andere stukje. En het woordje alsnog waar het in uw citaat om
draait, kun je ook op verschillende manieren ontvangen, namelijk dat die
mensen die nog nooit gedeclareerd hebben alsnog dus nu ook geld krijgen.
Dus je kunt op verschillende manieren naar die zinsnede kijken.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Dan hebt u niet goed geluisterd, het spijt me.
Mevrouw HUBERTS (WD)Nou ja, u hebt de tekst voor u, ik niet. En Ik
heb hem nu welIk moet zeggen dat wij ons in de huidige uitvoering kunnen
vinden en ik denk dat als er op een eerder moment geëvalueerd moet worden,
dat het wat ons betreft bij de begroting is
Heer ROEST (D66)Voorzitter, het feit dat we hier al praten over de uitleg
van een voorstel, betekent dat we er ons goed rekenschap van moeten geven
hoe dat naar inwoners overkomt. Ik denk dat de geest belangrijk was. Ik
herinner me ook nog dat zelfs in de pers die twee ton heel erg druk is
besproken. Ik heb verder eigenlijk niets aan de woorden van mevrouw
Stekelenburg toe te voegen.
Mevrouw DE WAARD (CDA)Voorzitter, wij zijn met name de laatste paar
weken, toen de brief van Vrouwen in de bijstand kwam, waar mevrouw Steke
lenburg het dan niet over heeft, ook in dit probleem gedoken. Ook wij
hebben het raadsvoorstel erbij gehaald. Wij hebben het idee dat het
raadsvoorstel zoals het nu wordt uitgevoerd correct wordt uitgevoerd. In
eerste instantie had ook ik begrepen dat iedereen 200,-- zou krijgen. Na
lezen en herlezen heb ik dat anders begrepen, zoals het dus nu is. Bij
navraag blijkt dus dat ongeveer 170 mensen nu bereikt zijn die voor die
tijd niet bereikt zijn. Mevrouw Stekelenburg zegt: het mag toch niet zo
zijn dat mensen die altijd al declareerden nu de dupe zijn. Wij zien niet
dat zij de dupe zijn, want als men voor een drie persoons huishouden
450,-- mocht declareren, krijgt men nu nog steeds 450,-- maar het is zo
dat mensen die voor die tijd niet bereikt werden, nu 200,-- krijgen en
misschien op die manier in het circuit komen.
Heer BOERKOEL (PvdA)Mijnheer de voorzitter, mag ik even wat vragen? De
minimaregeling was een regeling van vorig jaar. Mevrouw Stekelenburg heeft
daarstraks ook gezegd: toen kwam er een rijksregeling waarbij we vijf ton
kregen, twee ton hebben we ter beschikking gesteld aan personele lasten,
een ton voorlichting en twee ton zou uitgekeerd worden. Dat is extra ten
opzichte van de regeling die we zelf hadden. En wat mevrouw Stekelenburg nu
zegt is: het kan niet zo zijn dat we het geld dat we van het rijk gekregen
hebben als financiële dekking gebruiken voor onze eigen regeling. Dus dat
wat we van het rijk gekregen hebben, dat is steeds de intentie geweest in
de discussie, dat was een extra regeling bovenop ons minimabeleid, dat zou
gewoon in tact blijven. Dan is het natuurlijk prettig -dat was ook de reden
dat we het gedaan hebben- dat een heleboel mensen bereikt zijn die nog
nooit gedeclareerd hadden. Maar het minimageld, die vijf ton die we van het
rijk kregen, was natuurlijk ook voor de mensen die we wel al bereikten,