25 juni 1998
- 10 -
VOORZITTER: Welke toezeggingen?
Heer WITTE (GGS): Dat daar zo'n duur Wetraveld zou worden neergelegd.
VOORZITTER: Er zijn hier getuigen in de zaal die hebben gehoord dat ik dat
niet gezegd heb. Het enige wat ik gezegd heb is: ik nodig u uit voor een
gesprek met de wethouder van sport, want die is de eerst verantwoordelijke.
En dat gesprek heeft plaatsgevonden.
Heer BOERKOEL (PvdA)Ik was er toevallig bij en dat is wat gezegd is.
Heer WITTE (GGS)Jaja, ik neem het aan als de voorzitter dat zo zegt.
Mevrouw KOSTER (GL/PS)Voorzitter, de brief die wij van de Sportraad
hebben gekregen, alle raadsleden en ik neem aan ook het college, daarin
worden toch wat twijfels uitgesproken over het overleg. U zegt dat u
overleg hebt gehad, maar de Sportraad zegt: het overleg is eigenlijk een
beetje te minimaal geweest, de investeringen die nu op korte termijn gedaan
moeten worden, kunnen op korte termijn misschien ook de wal het schip
keren. Mijn vraag is: wat is uw antwoord dan op deze brief van de Sport
raad? Want die spreekt een beetje tegen wat u net zei.
Heer BOERKOEL (PvdA)Mijnheer de voorzitter, mag ik een vraag stellen aan
mevrouw Koster? Ik begrijp niet wat ze bedoelt met de wal het schip keren.
Mevrouw KOSTER (GL/PS)Dat is een uitdrukking. Als je nu op dit moment
iets overhaast zou doen, dat mogelijk het resultaat het tegengestelde zou
kunnen zijn van wat je beoogt. We beogen dus bezuinigingen, want dat is de
bedoeling ooit van deze sportclustering geweest, we hoeven de discussie
niet weer over te doen, want daar zijn we met z'n allen maanden, wat heet,
jaren mee bezig geweest. Het gaat er gewoon om dat de Sportraad in deze
brief schrijft: wij moeten op korte termijn toch bepaalde investeringen
doen, is dat wel wijs op dit moment? Dat is gewoon de vraag en dat lijkt me
een hele open vraag
Heer ROEST (D66) Voorzitter, ik heb de brief gelezen van de Sportraad en
S.0. Soest. Van de week is de voorzitter van de hockeyvereniging bij ons in
de fractie geweest om aan te geven wat er speelde. Ik heb uit dat gesprek
begrepen dat het overleg inderdaad correct plaatsvindt. Wat dat betreft
waren er dus geen problemen, dat wil ik hier duidelijk stellen. Niettemin
was het zo dat er toch bij de voorzitter van de hockeyvereniging -en hij
had het toen ook al over S.O. Soest- zorgen bestonden omdat het aantal
teams tot hele andere uitgangspunten leidde. Dat gaf dus een behoorlijke
mate van onrust. U kunt zich dat bij hockey ook wel voorstellen, we hebben
een fantastisch kampioenschap gehad, een heleboel mensen hebben mij verteld
dat ze meer genoten hebben van het hockeykampioenschap dan van het voetbal
kampioenschap en dat zijn mensen waarvan ik dat absoluut niet had gedacht.
Dat hebben een heleboel kinderen waarschijnlijk ook gedacht, dus er zijn
daar al meer dan twee teams extra. Gevoegd bij de spanningen die er dus al
lagen bij de hockeyclub, betekent dat toch dat we daar goede nota van
moeten nemen. Ik denk dat de wethouder -ik begrijp dat ook- dat zal doen.
Het is heel belangrijk dat er in ieder geval geen investeringen plaatsvin
den die later weer tot kapitaalvernietiging kunnen leiden. Want er waren
natuurlijk al spanningen, ik wil die discussie niet over doen, binnen het
gekozen model en die zou ik niet verder willen opvoeren.
Heer KRIJGER (WD) Ik ben blij met de bijdrage van de heer Roest namens
D6S, omdat hij een aantal dingen keurig terugbrengt. Ik wil aansluiten bij
zijn woorden, maar ook bij datgene wat het college heeft gezegd bij monde
van de heer Ten HoveEr zijn zorgen bij alle bij de clustering betrokken
verenigingen, die zorgen vertalen zich scherper als men bang is dat een
ander meer uit de pot krijgt die beschikbaar is voor de clustering. Dat
speelt heel hard mee. Als dan één sector gaat groeien, wat voorzien was,
vandaar dat S.O. Soest ontzien wordt de komende tijd, neem ik maar aan, en
men gaat vragen stellen: mogen wij meer hebben? en de voorzitter zegt: kom
maar praten -dat zou ik ook gezegd hebben, meer kun je ook niet doen- dan
kan dat best betekenen dat men binnen de sport toch wat onduidelijkheid