25 juni 1998 - 14 - 25 10. ik willen verzoeken de opmerkingen die bij deze alinea ook geplaatst zijn mee te nemen en te evalueren in de eerste de beste commissie waarin het minimabeleid ook aan de orde komt. VOORZITTER: Iemand anders nog? Als ik dan mag reageren op de vraag van de heer Boerkoel en het CDA betreffende de brandweerkazerne. Ik wil graag zorgen dat in de eerstvolgende commissie a.b.z. -dat is die van augustus- de vragen zoals die gesteld zijn door u; de antwoorden daarop ter inzage liggen. Dan kunnen we er verder over spreken. Wethouder BLOMMERS: Voorzitter, er zijn twee opmerkingen gemaakt. Eerst de opmerking van mevrouw Koster. Ik kan u niet toezeggen dat we dat in augustus evalueren, want u weet dat wij een precieze planning aan het maken zijn in het kader van al die regelingen wanneer ze worden geëvalueerd en wanneer de verschillende notities naar de commissie gaan. Ik weet dat het op de rol staat, maar volgens mij niet voor augustus. U moet zich ook voorstellen dat wij op het ogenblik met de Wet Rea heel druk bezig zijn en we niet alles tegelijk kunnen. Maar uw opmerking zullen we wel meenemen in de evaluatie, daar gaat het u natuurlijk uiteindelijk om. Het tweede punt was het CDA dat een opmerking maakte over de financiële situatie. Ik moet inderdaad toegeven dat als je gaat kijken naar allerlei budgetten met name rijksbudgetten die overgedragen worden, wat daar toch aan tekorten op het ogenblik weer extra binnenkomen, dat dat redelijk zorgelijk is. We zijn heel druk bezig om binnen de begrotingsbesprekingen in het college te zien op welke wijze we deze problemen het hoofd moeten bieden. Daarbij is inderdaad niets onbespreekbaar. Ik denk dat dat ook de enige manier is om dit soort problemen aan te pakken. Heer MIDDELKOOP (CDA)Mijn opmerking was bedoeld voor het lopende jaar en niet voor het begrotingsjaar 1999. Wethouder BLOMMERS: Nee, ik begrijp uw opmerking dat u zegt: als ik dit zie, dan moet u nu ingrijpen. U moet zich goed realiseren dat met name de tegenvallers die erin zitten dingen zijn die gebeurd zijn, daarom zien we dat het een tegenvaller is, maar natuurlijk zullen wij op het moment dat we denken: we kunnen bepaalde dingen nu nog stopzetten en dat geeft dan ook ruimte in de lopende begroting, dat ook niet laten. Het is niet zo dat we doorgaan tot 31 december en dan zeggen: hé, nou is het jaar voorbij. Dus in die zin zullen wij uw opmerking zeker uitvoeren in het dagelijks bestuur. Het voorstel (RV 98-50) wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Kredietaanvraag bouw- en woonrijp maken bouwplan voormalig Driftje. Het voorstel (RV 98-51) wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. VOORZITTER: Ik schors de vergadering voor tien minuten pauze. VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Garantie geldlening C-drie/bibliotheek. Heer ROEST (D66)Voorzitter, precies een jaar geleden werden de plannen voor C-bieb een miljoen duurder. De gemeente schonk de grond, 400.000,-- en garandeerde een lening van 300.000,-- en er waren nog wat aanvullende maatregelen van Willaert. D66 concludeerde toen: het college had de sommen bij de kerntakendiscussie slecht gemaakt, het ruikt naar meer kosten en onze conclusie was: college, kom op uw plannen terug. Wij weten uit stukken dat ook binnen het college zelf intern gediscussieerd is over het eventueel afblazen van de plannen. De bouwkosten van C-bieb zijn in twee jaar tijd opgelopen van 3,8 miljoen in het oorspronkelijke plan naar 6,6 miljoen (dat stond gisteren niet goed in de krant)een overschrijding met bijna drie miljoen. Nu, een jaar later, vraagt u ons akkoord te gaan met een garantie voor een geldlening van 1.850.000,-- In het raadsvoorstel dat eronder ligt, geeft u aan dat de dekking moet plaatsvinden binnen de exploitatie en binnen de voorwaarden van de budgetcontracten van C-drie en de bibliotheek.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1998 | | pagina 95