29 april 1999
- 26 -
lijk ook, met zijn voorstel.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Voorzitter, het is wel spijtig te moeten
constateren dat geen van de leden van het college, en u toch in het bijzon
der als bewaker van het proces van deze raad, op geen enkele wijze reageert
op het commentaar dat mijn fractie naar voren heeft gebracht met betrekking
tot de beantwoording van diverse gestelde vragen. U vindt dat blijkbaar een
hele normale gang van zaken. Ook het commentaar daarop vindt u blijkbaar zo
normaal dat u daar gewoon helemaal niet op reageert. Ik denk dat dat
bijzonder spijtig is te moeten constateren.
Ten aanzien van de antwoorden die we dan inmiddels wel hebben gekregen,
moeten wij constateren dat er toch wel iets heel vreemds gaande is met het
CDA. Een partij die zoveel jaren bestuurlijke inbreng heeft geleverd in
deze gemeente, ook zoveel jaren met een wethouder van financiën ervoor
heeft gewaakt dat bij de voorjaarsnota er ingebroken werd met allemaal
leuke ideeën die dan ook nog weer eens een keertje geld moesten kosten, en
het principe van de drie O's hoog heeft gehouden. Ik kan me zelfs nog een
oppositieleidster herinneren, die als ook maar eventjes de aandacht van de
desbetreffende CDA-wethouder verslapte, hem er hardhandig aan herinnerde
dat er drie O's in deze gemeente waren die hoog gehouden moesten worden als
we praten over de voorjaarsnota. Inmiddels is 19 jaar een periode geworden,
daar moet je, als iets loopt, onmiddellijk op ingrijpen anders gebeuren er
onherstelbare zaken, onvermijdbare aangelegenheden dienen zich dan aan, een
nieuw gezichtspunt van een bestuurlijk CDA en de zojuist gememoreerde
oppositieleidster die inmiddels de financiële toverstaf heeft overgenomen,
die hanteert blijkbaar geen beleid meer ten aanzien van die drie O's, want
is inmiddels
Heer LOKKER (CDA)Voorzitter, mag ik even een korte interruptie naar de
heer Van Wuijckhuijse? Ik ben blij dat de heer Van Wuijckhuijse heeft
ontdekt dat het CDA inderdaad geen dogmatische partij is, die door de
geschiedenis heen altijd ten koste van alles blijft vasthouden aan eenmaal
ingenomen standpunten, maar dat wij dus wel degelijk alles langs de lat
leggen van de drie O's en dat het niet altijd om leuke ideeën gaat, maar
dat we een verschil van mening hebben over noodzakelijkheid en leuk.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Voorzitter, natuurlijk, het is perfect dat er
partijen zijn in deze raad die in staat zijn om hun standpunt bij te
stellen. Alleen het is jammer om dan te moeten constateren dat dat niet
vanuit een leerproces tot stand is gekomen, maar vanuit het loslaten van
een aantal principes, zoals we die jarenlang hier hebben gehanteerd en die
zonder argumentatie van tafel verdwijnen. Dat is zeker spijtig als je als
partij probeert een bepaalde bestuurscultuur te vertegenwoordigen en als je
ziet dat dat dan gaat verslappen. Helaas is dat nu zo nadrukkelijk waar
neembaar en ik hoop dat de wethouders zich hierop aangesproken voelen.
Ten aanzien van de milieueducatie, dat was mijn fractie zojuist vergeten
naar voren te brengen, delen wij uw standpunt niet. U heeft een nieuwe
berekening opgevoerd in de beantwoording van de vragen en dat gaat om een
totaalbedrag van 585.000,- waar u ongeveer 3 ton niet van specificeert.
Dat is nou juist de 3 ton waar wij nou ook juist inzage in zouden willen
hebben. Wij kunnen uw voorstel in deze absoluut niet steunen. Daarbij
willen wij aantekenen dat wij er ook voor zijn dat dingen doelmatig gebeu
ren. Als ze doelmatiger kunnen gebeuren, moeten we dat absoluut doen, maar
dan moet er een onderbouwing voor aanwezig zijn. Die onderbouwing is er
niet, dus in dit stadium kunnen wij uw voorstel niet steunen.
Ten aanzien van de diverse punten zoals mijn fractie die inmiddels meerdere
malen naar voren heeft gebracht bij de voorjaarsnota, moeten wij constate
ren dat u uw beleid op een aantal essentiële zaken niet wilt wijzigen en
dat is voor ons voldoende reden om onze steun aan de voorjaarsnota te
onthouden
Ten aanzien van de knikkende knieën die wij nu ook bij het college consta
teren, nadat in eerste instantie de VVD ze vertoonde ten aanzien van het