29 april 1999
- 39 -
politiek zelfs versterkt zijn.
Politiek, waar je nu afstand van neemt, is vreemd. Je werkt zonder hiërar
chie. Iedereen is evenveel. Niemand is de baas. Het is dus geen bedrijf. Je
moet werken met argumenten en hopen dat het gezegde klopt: een verstandig
mens is te overtuigen.
Wij zijn er van overtuigd dat je naar eer en vermogen hebt willen werken in
onze gemeenteraad. Wij wensen je nog veel vruchtbare en gelukkige jaren
toe. En ook voor jou bloemen in de kleur van morgen, een kleur waar ik aan
gewend ben.
Wethouder KROL: Ja voorzitter, wat doe je, als normaal gesproken de frac
tievoorzitter het woordje spreekt, en hij gaat zelf. Dan vraag je het een
ouwe. Bij deze. Namens de fractie mag ik jullie beiden nog één keer toe
spreken, als ware ik nog fractievoorzitter. En u allen weet hoe ik dat soms
nog wel eens wens
VOORZITTER: Bevalt het niet aan deze kant van de tafel?
Wethouder KROL: Het is geweldig, maar sommige momenten van nostalgie
overvallen mij, voorzitter. Beginnend met beste Jan Pieter. In 1980 was er
een docent geschiedenis aan het Griftlandcollege in Soest die in zijn
lessen zei, dat je toch best wel heel eenvoudig in de politiek terecht kon
komen. Je bezorgde eens wat folders, zei eens wat nuttigs op een ledenver
gadering, en voor je het weet zat je in het bestuur en ach daarna, dan was
zo'n raadslidmaatschap nog maar een fluitje van een cent. Onder zijn gehoor
bevond zich een 16-jarige scholier die dacht: hé, dat is een goed advies.
Bezorg eens wat folders, zeg eens wat nuttigs op een ledenvergadering en
voor je het weet zitten we samen in de raad. Voor Jan Pieter Lokker duurde
dat vanaf 1980 toch nog 10 jaar van folders rondbrengen, zinnige opmerkin
gen maken in ledenvergaderingen en uiteindelijk ook in het bestuur zitten,
voordat hij toch inderdaad in 1990 gekozen werd in de raad. In die tijd
hoorde je, samen met mij, tot wat in de krant werd genoemd: de jonge honden
van het CDA. Qua leeftijd was dat niet geheel correct meer, in jouw geval,
maar je optreden paste daar naadloos bij. Het was eigenlijk een eretitel.
Ik denk ook dat je dat zo vond. We zijn wel eens naar huis gefietst en dan
zei je: toch maar weer mooi, die titel van jonge honden, in die raadsverga
dering waargemaakt. Want je was uiterst kritisch. In de fractie vooral.
Want te pas en te onpas herinnerde je de CDA-fractie aan zijn uitgangspun
ten. Meestal ging het dan ongeveer zo van: in de CDA-literatuur staat er
uitgebreid over geschreven, en dan kwam er een argument waarom we vooral
voor of tegen het voorstel zouden moeten zijn. Je wist op dat moment
vrijwel zeker dat niet iedereen in de fractie die literatuur van het CDA
net zo goed beheerste, als jij dat deed, dus blufte je daarbij mijns
inziens vrij regelmatig. Toch dwong je de fractie op dat soort momenten om
nog eens heel goed na te denken over alle standpunten en alle argumenten
die er op dat moment gewisseld werden. En dat is altijd een uitstekend
proces geweest in onze fractie en voor onze standpuntbepaling tot op de dag
van vandaag.
Ook in die raad was je heerlijk kritisch. Ik herinner me vooral de periode
1990-1994 waarin je wethouder Kingma in de commissie welzijn ongetwijfeld
regelmatig tot wanhoop gedreven hebt bij het gemeentelijk welzijnsbeleid.
Ik refereer maar even, er zijn nog een aantal medestanders, zou ik haast
zeggen, uit die periode, aan de discussie over de gemeentelijke nota
"Welzijn zal ons een zorg zijn"Je zei het daar meestal zo recht toe recht
aan dat het wel eens een aanvaring opleverde met collega-raadsleden. Laat
het hier duidelijk gezegd zijn, het was bijna altijd heel erg goed. Een
raadslid mag best spraakmakend, graag zelfs, helder en kritisch zijn en je
was het allemaal. En ik heb in de afgelopen jaren zeer prettig met je in de
CDA-fractie mogen samenwerken. Je vertrek naar het provinciale CDA is
daarom ook absoluut een winst voor de mensen daar, maar een absoluut
verlies voor het locale CDA. En wij zullen je dus in onze fractie ook zeker
missen