24 juni 1999
- 28 -
permanente bewoning liet de gemeente aan de makelaar weten dat dit was
uitgesloten. Daarop trok de makelaar zijn handen er vanaf.
Het project werd even aan een andere projectontwikkelaar verkocht. Na een
half jaar onderhandelen met de gemeente gaf deze projectontwikkelaar het op
omdat hij inzag dat hij het plan zonder permanente bewoning niet kwijt zou
raken. Zo kwam het weer in handen van de twee projectontwikkelaars die het
indertijd hadden gekocht, de heer Netjes, een compagnon waarmee Taphoorn
eerder het President Hotel in Maarssen realiseerde.
Voorzitter, de woede van de andere partijen toen wij twee jaar geleden vlak
voor de zomervakantie een soortgelijke deal tegenhielden staat ons nog
steeds voor de geest. Wij hebben het idee dat de collegepartijen altijd al
hebben geweten dat het hier op uit zou draaien. Ze durfden het alleen niet
eerder aan en bovendien was het toen onmogelijk om Zonnegloren af te
breken. Want dat moet dan nu de deal worden om op het Soester Natuurbad aan
de gang te kunnen gaan met miljoenen kostende appartementen die jaarlijks
een kwart miljoen gulden extra aan OZB opleveren en ook nog eens meetellen
bij het aantal inwoners, zodat de magische grens van 4 5.000 bewoners van
Soest weer een stukje dichter bij komt.
Voorzitter, rood voor groen. Dat is waar een club als GGS natuurlijk graag
ja tegen zegt. Wat ons echter verbaast is dat andere partijen, partijen die
elke keer weer verder willen uitbreiden in Boerenstreek, Nieuwe Grachten,
Braamhage, steeds verder het bos ingaan bij de Bosstraat, nu zo faliekant
achter het voorstel gaan staan om Zonnegloren af te breken.
Als onze fractie het woord ecologische hoofdstructuur liet vallen, zagen we
vieze gezichten en haalden ze hun schouders op. En nu gaan ze zo maar
akkoord met sloop van Zonnegloren. Voorzitter, wij zijn er niet gerust op.
Dat brengt ons op de haast waarmee dit voorstel blijkbaar moet worden
behandeld. Want het is weliswaar prachtig om 26 hectare aan de natuur terug
te geven, maar wellicht zijn er plannen denkbaar die nog beter zijn voor de
ecologische hoofdstructuur. Ik wil er aan herinneren dat bij de ontwikke
ling van het bestemmingsplan landelijk gebied Soest in 1992 voor Zonneglo
ren diverse scenario's zijn opgesteld waarbij in relatie met de ecologische
hoofdstructuur de beste optie was om het Eekhoornnest, de heer Roest zei
het net al, vanuit de Birkt naar Zonnegloren te verhuizen. Dan zou namelijk
de gradiëntrijke ecologische verbinding Eempolder-Birkt-Korte Duinen-
Vlasakkers kunnen worden ontwikkeld. De provincie Utrecht had bovendien dat
gebied aangewezen als Relatienota-gebied. Nee het dogma lijkt te zijn
Zonnegloren, en anders niet.
Maar hoe zeker is het dat de genoemde 16.000 m2 bebouwing ook werkelijk
verdwijnt? In het raadsvoorstel staat dat op het Zonneglorencomplex
ongeveer 16.000 m2 verdwijnt, en op Soester Natuurbad 7.000 m2 bijkomt.
Als we de raamovereenkomst lezen, dan staat onder punt I dat de gemeente
alleen bereid is tot medewerking bij Royal Pare als in hetzelfde exploita-
tiegebied, Zonnegloren hoort daar dus bijde omvang van het bebouwde en
bebouwbare oppervlak vermindert met minimaal hetzelfde oppervlak als dat
gemoeid is met de bouw van de hotelservice-appartementen, waarvoor bouwver
gunningen zijn verleend bij besluiten 15 mei 1991 en 22 april 1992. Dat is
dus wel even iets anders, en wat u zegt: minimaal 7.000, dat staat in de
raamovereenkomst en volgens mij is die juridisch toch wat dichterbij wat er
moet gebeuren dan het raadsvoorstel. En wie zegt ons dat we in deze raad
niet op enig moment geconfronteerd worden met fracties die vinden dat er
wel wat minder mag worden afgebroken? Er zijn nu al geluiden, het kerkje
enzovoort
Voorzitter, door de haast waarmee dit voorstel moet worden behandeld, is
het onmogelijk dat wij als gemeenteraad alle haken en ogen van het voorstel
hebben kunnen wegen en controleren, noch dat we de gelegenheid hebben gehad
om betere alternatieven te kunnen ontwikkelen.
Dat doet geen recht aan de plicht van de gemeenteraad om dit soort voor
stellen goed te controleren en doet me denken aan 12 april 1990 toen de
meerderheid van de raad akkoord ging met een plan waarin een half uur voor
de gemeenteraad nog wijzigingen waren aangebracht die voor raadsleden niet
waren te controleren. De ellende die we daarna met dat contract hebben