24 juni 1999
- 32 -
uit wat je dan wel eens de linkerhoek, allerlei insinuaties hoor van
machtspolitiek, van machtsdenken, van groeperingen van de drie collegepar
tijen die dingen bekonkelen met elkaar, terwijl de kernelementen in dit
plan overduidelijk milieu-elementen zijn die ook toentertijd op die wijze
in de discussie geweest zijn en waar inderdaad ook elementen in zitten die
een materiële kant hebben. Dus er zitten nogal veel raadselachtige kanten
aan.
Heer ROEST (D66): Voorzitter, dit is, vind ik, wil ik in de richting van de
heer Meilof zeggen, een staaltje van zelfverheerlijking. Ik had een goed
plan en ik doe daar niet aan mee. Ik vind, en dat vind ik zo jammer,
voorheen zag ik in hem, in de vorige raadsperiode, een soort geweten van de
raad, als een redelijk kompas. Ik denk dat de naald een beetje op hol is
geslagen. Er is geen zweem die hij aangeeft van de andere kant van de
redenering. Hij gaat niet in op mijn betoog. Je zou kunnen zeggen dat rood
voor groen een soort aflaten is, om in uw termen te spreken, aflaten die
wij vroeger gaven om de zonden af te kopen.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF): Ik ben niet zo Rooms.
Heer ROEST (D66)U bent er niet op ingegaan. Voor mij verliest u met dit
verhaal een stuk van uw geloofwaardigheid. Ik blijf naar u luisteren, maar
het is wel een enorme teleurstelling.
Heer KRIJGER (VVD)Voorzitter, zou ik algemeen mogen vragen dat we toch
naar de heer Meilof luisteren, want ik vind het jammer dat bij het van
D66 het pragmatisme het eerste weg is. Gelukkig zijn er fracties die het op
kunnen vangen.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Ik wil nou ook weer niet direct echt een
pragmatische partij worden, en D66 houdt mij al voor rooms. Het gaat steeds
verder
Heer ROEST (D66)Ik wist dat Luther dat één van de grote problemen vond
indertijd, maar het was wel een heel duidelijk beeld voor u van zonden
schoonwassen. U heeft het in ieder geval begrepen, heb ik door.
Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Ik was bezig met mijn inleiding en toen begon
D66 al te spreken over dingen waar ik niet op ingegaan ben, van wat hij
gezegd heeft. Tegelijkertijd ben ik ook geneigd om het niet te willen doen.
Ik heb alle argumenten simpelweg genoemd. We waren het niet eens over de
beoordeling van die argumenten en dat is lastig. En dan kun je ze nu weer
allemaal gaan noemen, dan kunt u er in de tweede ronde allemaal weer op
ingaan, ik heb het vermoeden dat het vermoeiend is. Dus ik, ja, wat dat
betreft, die strijd op hetzelfde niveau. D66 heeft geen nieuwe argumenten
aangevoerd, ik heb ook het vermoeden dat het niet zinvol is om hetzelfde
verhaal weer te gaan houden. Ik wil wel, omdat ik het een buitengewoon
belangrijk, waardevol plan vind, simpelweg nog even benoemen hoe ik er
tegenaan kijk. Het is inderdaad een plan waar alleen maar winst in voorkomt
en dat is buitengewoon gunstig. We hebben een paar partijen waar we
problemen mee hebben, daar gaan we mee onderhandelen, dus niet met partijen
waar we geen problemen mee hebben, zoals Eekhoornnest. Wij gaan onderhande
len, wij gaan praten, wij gaan dingen aan elkaar koppelen van partijen waar
we mee zitten, waar iets gebeurt of nog niet iets gebeurt, maar iets zou
kunnen gebeuren wat we niet wensen. En daar komt dan een plan uit dat
iemand kan bouwen wat hij al mocht bouwen en wat hij anders mag invullen,
zonder enige milieudruk, zonder enige andere druk. Het enige is dat er op
onze gevoelige tenen getrapt wordt, dat daar iets mag gebeuren wat we tot
op heden bestreden hebben. En dat is permanente bewoning en dat hadden we
niet gewenst. Dus met andere woorden: het verlies dat wij daar boeken waar
de andere partijen buitengewoon zwaar aan tillen op dit moment, is in
wezen, als je het gewoon echt inhoudelijk bekijkt een buitengewoon klein