6 -
>rdt
die
de
de
laar
>uls
dat
1 in
er
t. in
inst
naar
Lan-
oogt
met
oken
trof
lijk
iale
oord
ende
e de
even
die
aan
jken
naar
is
naar
dus
wer-
t is
een
ders
Dus
unst
jgen
ijn.
over
een
het
die
leen
.s en
j de
11 oktober 1999 - 27 -
Voorjaarsnota willen hebben, dat zou ik graag al zo snel mogelijk willen
hebben, omdat dat een evaluatie is van het gebouw de Willaert en alles wat
daarin zit.
Wethouder BLOMMERS: Ja voorzitter, als ik even mag, u schrijft, en dat doet
u nog geen week geleden, dat u het bij de Voorjaarsnota wilt hebben, en dat
zal het college dan dus ook doen.
Heer KONING (CDA)Mag ik een vraag stellen aan de heer Boerkoel?
Als dat negatief uitvalt, wat denkt de PvdA dan te doen?
Heer BOERKOEL (PvdA)Als de toegankelijkheid negatief uitvalt, zal er meer
geld bij moeten.
Heer KONING (CDA)Alleen meer geld, dat helpt natuurlijk niet, je moet het
geld ook besteden. Hoe besteedt u dat geld dan?
Heer BOERKOEL (PvdA) Dat geld kun je niet alleen maar besteden, je kunt
alleen constateren, als het negatief uitvalt in de exploitatie op basis
waarvan mensen minder toegankelijk kunnen gebruik maken van het gebouw en
alles wat daarin gebeurt, dat je dan meer geld structureel bij het gebouw
Willaert moet doen dan alles wat daarin gebruikelijk is. Of als je vindt dat
er taken afgestoten moeten worden, dan moet je ook duidelijk zeggen dat die
taken afgestoten moeten worden. Voor ons is een en ander niet duidelijk,
vandaar dat we gezegd hebben: kijk nou naar wat er drie jaar geleden gebeurde,
wat er nu gebeurt, wat er over drie jaar als visie van het college zou moeten
gebeuren, en op basis daarvan zul je moeten bepalen, als de toegankelijkheid
is zoals wij dat voorgesteld hebben
VOORZITTER: Wilt u langzamerhand afronden? Het zijn interrupties.
Heer BOERKOEL (PvdA)Meneer Koning vroeg een antwoord.
VOORZITTER: Ja, maar een kort antwoord is goed.
Heer BOERKOEL (PvdA)Ja, dat lukt me niet.
VOORZITTER: Het woord is aan de wethouder voor de afronding.
Wethouder BLOMMERS: Ik ga over naar het volgende onderdeel, de emancipatie
personeelsbeleid, wat de VVD onder één kopje zet, maar wat ik toch in twee
gedeelten zou willen beantwoorden. Het ene is dat ook wij vinden dat je de
emancipatie van de burger het beste stimuleert door kansen te geven om aan het
politieke besluitvormingsproces deel te nemen. En wij zullen inderdaad bij
alle processen die wij in zo'n gemeente hebben om besluiten te nemen, er op
moeten letten dat dit zowel technisch als qua tijd ook mogelijk is voor
mensen. Als je dan praat over het personeelsbeleid hier in huis, dan is het
absoluut zo dat het college zowel de leeftijdsbewuste manier van werken, dus
rekening houden met de pro's en contra's van de diverse leeftijdscategorieën,
als loopbaanbegeleiding, ook voor vrouwen en mannen die in deeltijd werken,
we vinden dat dat de nodige aandacht moet krijgen. Als we steeds meer mensen
uit de krappe arbeidsmarkt vandaan kunnen krijgen, dan zullen we steeds meer
moeten inspelen op vragen die komen en dan is de lokale overheid, denk ik, met
name aantrekkelijk omdat die een boel mogelijkheden biedt juist op dit terrein
en wij zullen die sterke kant moeten uitbuiten.
Wat betreft de kinderopvang die in het kader wordt betaald van de sociale
dienstverlening. Ongeveer in november komt een stuk waarin nadrukkelijk wordt
aangegeven welke mogelijkheden er nu zijn en welke mogelijkheden wij willen
uitbreiden. En dan denken wij met name aan die informele kinderopvang. Juist
als je een opleiding volgt of als je een beetje moeilijker werktijden hebt,
is het prettig dat de kinderopvang niet helemaal aan de reguliere kinderop-
vangtijden van een kinderdagverblijf of een peuterspeelzaal zijn gekoppeld,
i ik
