11 oktober 1999
- 28 -
maar aan een gastouderopvang of zelfs de informele opvang. Dat betekent
natuurlijk niet dat we gewoon babysits voor iedereen gaan betalen, maar je zal
op een goed moment wel flexibeler moeten zijn dan we nu kunnen zijn. Wat dat
betreft is de gedachte van de PvdA om kinderopvang op het industrieterrein te
realiseren misschien wel aantrekkelijk als je het op papier ziet, maar in de
praktijk is er een duidelijke behoefte aan kinderopvang in de woonomgeving of
langs de uitvalswegen. En niet op industrieterreinen, omdat mensen in derde
instantie pas kiezen voor kinderopvang bij het werk. Daarbij is het op een
industrieterrein over het algemeen vrij moeilijk om de kwaliteit te realiseren
die je wel in de woonomgeving kunt realiseren.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Voorzitter, heeft mevrouw Blommers rapporten
waaruit dit zou blijken?
Wethouder BLOMMERS: Ja mevrouw Stekelenburg.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Zou u die dan voor ons ter inzage willen leggen,
mevrouw Blommers?
Wethouder BLOMMERS: Natuurlijk mevrouw Stekelenburg.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Daar ben ik heel erg geïnteresseerd in, en ten
tweede, de opmerking van "bij uitvalswegen", nou heb ik toch niet het gevoel
dat ons nieuwe industrieterrein zo bar ver afligt van de uitvalsweg van ik zeg
maar komend vanuit Baarn of vanuit Utrecht, dus ik zie nog steeds wel
mogelijkheden. Ik zeg niet dat het midden op het industrieterrein moet, maar
een beetje in de buurt zou ons wel uitkomen.
Wethouder BLOMMERS: Mevrouw Stekelenburg, het zou mij sowieso uitkomen als wij
een heleboel extra kinderopvang kregen, dus een beetje in de buurt zou mij ook
uitkomen, want daar vinden we elkaar dan wel. Maar het is gewoon een moeilijk
iets om op het industrieterrein te realiseren, dat kan ik me ook wel
voorstellen gezien het feit dat je natuurlijk een behoorlijke buitenomgeving
moet hebben bij een kinderopvang. Dat is gewoon wat moeilijker. Maar ik zal
die informatie voor u ter inzage leggen.
Wat betreft de kinderopvang gecombineerd met verzorgingshuizen, zoals het CDA
dat voorstelt, het experiment is bekend en het heeft absoluut voordelen om in
gemeenschapsvoorzieningen een aantal zaken te combineren. Maar aan de andere
kant kennen wij al heel lang de peuterspeelzaal onder Honsbergen en de
interactie tussen Honsbergen en de peuterspeelzaal is zeer gering. Dat is toch
niet iets waarvan je zo moet denken dat het elkaar versterkt. Qua ruimtege
bruik, qua gebruik van gemeenschappelijke voorzieningen is het natuurlijk wel
een oplossing die met name door de woningbouwverenigingen ook wordt nage
streefd.
Dan heeft het GPV/SGP/RPF nog iets geschreven over de werkverplichtingHet
college is van mening dat de informatie over dit beleidsvoornemen nog zeer
onvolledig is. Dat heeft overigens niemand ervan weerhouden om zeer gefundeer
de kritiek erop te geven. Die gefundeerde kritiek bestond voornamelijk uit het
feit dat men zei: men was helemaal voor, of men was helemaal tegen. Maar ik
denk dat de tekst zoals u in uw algemene beschouwingen heeft geschreven ook
vragen oproept. Ook dat vindt het college redelijk zwart- wit. Want uw theorie
over criminaliteit werpt een schril licht op de inspanningen van vele ouders
om zoveel als mogelijk zelf de zorg voor hun kinderen te dragen en dat kan
nooit uw bedoeling geweest zijn. Terwijl wij vinden dat juist die inspanning
ons verplicht om daarbij aan te sluiten met ons gevoerd beleid waarbij we, als
het gaat over de combinatie werk en zorg waar mogelijk de zelfstandigheid
stimuleren en waar dat nodig is andere afspraken maken. Want voor al deze
situaties geldt dat het in elk gezin anders is. Of dat nou een één- of een
twee-oudergezin is.
Dan wil ik afronden voorzitter, met nog een paar punten over de financiën. Ik
kan me voorstellen dat de fracties, allemaal, op een goed moment dat mailtje
van die dinsdagmiddag niet direct verwelkomden, want dat betekende toch een