11 oktober 1999
- 39 -
zoals we in Soest gedaan hebben in het verleden, nog eens loslaten op
Soesterberg, want het gaat niet alleen om het wonen, het gaat ook om andere
zaken dan alleen maar stenen, het gaat om het totaal.
Wethouder KROL: Ik deel de visie van mevrouw Stekelenburg dat het gaat om het
totaal, ook in Soesterberg. Ik denk dat er vanuit economische zaken zeer
intensief met de buurgemeente overlegd wordt over de mogelijkheden van onder
andere Kamp van Zeist, dat weet u, daar wordt u ook regelmatig over geïnfor
meerd, en het ISV is wel aardig, het ISV verplicht je om met aanliggende
gemeenten te bespreken over wat je plannen zijn. Dus als wij een ISV-notitie
maken waarin zaken over Soesterberg genoemd zijn, zijn wij verplicht vanuit
de voorwaarden van het ministerie om met Zeist te spreken over wat wij daarmee
van plan zijn en zo zal Zeist, vanuit zijn eigen ISV-visie ook weer verplicht
zijn om met ons te praten over dingen die zij aanliggend aan onze gemeente van
plan zijn. Meer overleg kun je niet krijgen.
Heer KONING (CDA): Wanneer vindt dit alles plaats, voorzitter. Ik vind toch
dat het college wat gereserveerd reageert. Waarom niet wat enthousiaster?
Wethouder KROL: Meneer de voorzitter, het is dat het mijn eigen fractie
voorzitter is, want anders zou ik natuurlijk, we hebben in deze gemeente
Heer BOERKOEL (PvdA)Wat zou u anders?
Wethouder KROL: Dan zou ik het iets minder vriendelijk zeggen, meneer
Boerkoel
Heer BOERKOEL (PvdA)Wat zou u dan? Maakt u onderscheid in de raad? Nee toch?
Heer KONING (CDA)Ja, daar ben ik ook zeer benieuwd naar.
Wethouder KROL: Ja, ik maak wel eens onderscheid.
Heer BOERKOEL (PvdA)Tegen mij is gezegd dat je dat niet mag doen.
Wethouder KROL: Voor u maak ik ook wel eens onderscheid.
Heer BOERKOEL (PvdA) En ik ken een boek dat u ook kent, waar dat ook in
staat
Wethouder KROL: Bedoelen we hetzelfde? Uw boekje heeft vast een andere kleur
dan het mijne, meneer Boerkoel.
Heer KONING (CDA)De heer Boerkoel bedoelde het verkiezingsprogramma van de
PvdA.
Heer BOERKOEL (PvdA)Nee, dat bedoelde ik niet, maar gaat u vooral verder.
Wethouder KROL: Voorzitter, wij hebben in deze gemeente over ons beleid, ons
beleid op het gebied van economische zaken, op het gebied van r.o., op het
gebied van volkshuisvesting, onvoorstelbaar veel onderzoek gedaan. En ik ben
geen voorstander en ik zeg dit namens het college, om meerdere malen een
onderzoek te doen waarbij het uiteindelijk niet meer gaat om het onderzoek,
maar om de keuze. En de keuze maken we hier, die maken we in de provincie, of
die maken we in Den Haag. Maar uiteindelijk gaat het over het maken van de
keuze. En als wij in onderhandelingen zijn met Defensie over de verplaatsing
van bedrijvigheid naar de Richelleweg om maar een voorbeeld te noemen, en
Defensie talmt en Defensie denkt nog eens, en Defensie praat nog eens, en ik
mag regelmatig bij dat soort gezellige gesprekken zitten, dan voel ik er
helemaal niks voor om ambtelijke tijd, geld, aandacht, energie van u en
iedereen in huis te maken om maar weer eens een visie op te leggen. We willen
gewoon graag dat daar bedrijvigheid naar toe gaat. Punt. En ik voel er niks