11 oktober 1999 - 46 - het is een benoemingsprocedure en dat is iets wat we helder op tafel moeten houden overigens tezamen met het feit dat ik denk dat ook in deze benoemings procedure alle mogelijkheden zitten om zo goed en kwaad soms, als het kan, maar ik denk dat het kan voor 100% toe te komen aan democratische eisen die je mag stellen aan dit soort procedures. Van mijn kant zal ik daar ook alle mogelijkheden voor aanwenden. Een aantal van die mogelijkheden liggen natuurlijk voor de hand als het gaat om de formaliteiten, maar ik stel me in elk geval voor om met uw vertrouwenscommis sie die u, naar ik aanneem, straks zult benoemen, een zodanige samenwerking te hebben dat we op zijn minst ook naast de formele uitwisselingen van mijn selectie en het advies van de vertrouwenscommissie, dat zijn de formele dingen die heen en weer gaan, op zijn minst twee informele momenten te hebben waarop we gezamenlijk met elkaar kunnen praten over de stand van zaken. Van mijn kant zal dat zijn het moment voordat ik definitief het aantal kandidaten selecteer, ik stel me voor dat ik dat tevoren met de vertrouwens commissie overleg en ik zou het op prijs stellen als voordat de vertrouwens commissie tot een eindoordeel komt dat er ook een informeel moment is, waarop met mij overlegd kan worden om te kijken hoe we zo koersvast mogelijk richting Den Haag kunnen gaan. Want dat is bij burgemeestersbenoemingen heel belang rijk. We moeten vanuit Soest, vanuit de provincie op koers liggen. Ik heb er overigens alle vertrouwen in dat wat dat betreft het in het Haagse ook wel goed gaat. Je kunt het misschien erg vinden dat Soest niet de allergrootste plaats van Nederland is, maar het voordeel is dat iedereen zich er dan ook niet mee bemoeit, met zo'n benoeming. Het is een gemeente die nog net onder de 50.000 inwoners valt. Het is geen kabinetsbeslissing. De minister mag het alleen doen. Maar u leest ook dagelijks de krant. U weet ook dat ministers ogenschijnlijk heel veel dingen alleen mogen doen, maar als het erop aankomt, ook weer niet. Maar er is in elk geval geen enkele indicatie om te vermoeden dat we daar op voorhand al iets te vrezen zouden hebben. Niets is minder waar. Ik denk ook dat, als het gaat om de uiteindelijke keuze, de positie van de vertrouwenscom missie dat leert ook inmiddels de gewoonte, een stevige is, ook een stevige vanuit mijn positie gezien, omdat ik dat ook zeer wenselijk vind, zeer noodzakelijk vind. Wij hebben wel te rekenen met een paar landelijke elementen, die moet ik u altijd noemen. Dat is het feit dat de minister ook voor enig loopbaanbeleid heeft te zorgen als het gaat om burgemeesters. Dat betekent dat de minister in zijn, zeg maar boven-lokale elementen, meetelt het feit dat hij graag ziet dat er meer vrouwen in het ambt benoemd worden. Dat hij ook voor het probleem geplaatst is dat er hier en daar een lijst van wachtgelders is en dat de minister ook heeft te zorgen voor politieke spreiding Ik denk dat de eerste eis, als het gaat om meer vrouwen in het ambt ook zichtbaar door een minister nagestreefd wordt. Als het gaat om de wachtgeld problematiek, dan beperkt zich dat over het algemeen tot kleinere gemeenten en daar zie ik op dit moment geen reden om te denken dat we daar erg veel last van zullen hebben. En als het gaat om de politieke spreiding, dan denk ik inderdaad dat daar geen indicatie voor deze provincie ligt om nu al te denken dat er eenzijdig in één richting gedacht zou moeten worden. En mijn inschat ting is dat de opstelling van uw raad, maar ik wacht dat zo meteen graag af, dezelfde zal zijn. Ik denk, mevrouw de voorzitter, dat dat hetgeen is wat ik vooraf graag zou willen zeggen. Ik mag er misschien vanuit gaan dat er wellicht ook naar aanleiding van de profielschets nog een moment is om daarop te reageren. VOORZITTER: Dank u wel meneer Staal. Het woord is aan de heer Krijger, als nestor van de raad. Heer KRIJGER (VVD): Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Eén ding weten we van tevoren, wij doen het op onze eigen Soester manier en dat is echt geen stadhuis op stelten. Een aantal maanden geleden, nog maar een klein halfjaartje, toen heb ik het mee mogen maken dat u tegenover een aantal burgemeesters stond.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1999 | | pagina 281