11 oktober 1999 - 53 - te stellen. Maar ik vind het wel, daarom haal ik het naar voren, van belang om het gezegd te hebben, omdat de manier waarop u erover discussieert ook een uitnodiging moet zijn aan vrouwen om te solliciteren. Het laatste wat is gezegd over de intergemeentelijke samenwerking, ja dat vraag ik expres om het antwoord te horen. U hoort mij daar niet over, als het gaat om de vraag moet het veel of moet het weinig. Maar het is goed om te weten hoe daar in de raad, als ik goed heb geluisterd, ook verschillend over gedacht wordt. Dank u wel. e u i om een 'ast VOORZITTER: Dank u wel, meneer Staal. Wie wil nog het woord? Heer KONING (CDA)Ik heb geen aanvullingen, mevrouw de voorzitter, maar nog wel een vraag aan de heer Staal. Is dat ook toegestaan? Het betreft de procedure, dat is een vrij algemene procedure, veronderstel ik, niet alleen voor de provincie Utrecht maar ook voor andere provincies. En een bepaalde passage viel mij op. Met name onder punt 13 staat vermeld dat alle doorgeleidenen, een moeilijk woord om dat zo uit te spreken, zijn objectief gezien zonder meer benoembaar. Dat lijkt mij een open deur. U zult geen mensen aan ons doorsturen die niet benoembaar zijn. Dus daarvan akte. En aan het eind van hetzelfde artikel staat geschreven dat een unaniem advies van de vertrouwenscommissie geldt als een zeer zwaarwegend advies, maar in verband met boven-lokale aspecten kan de commissaris van de koningin gemotiveerd afwijken. Daar kan natuurlijk verschillend mee gehandeld worden. U kunt daar uw eigen inbreng in hebben en wat ons betreft, wat mij betreft, had hier ook mogen staan dat een unaniem advies van de vertrouwenscommissie zonder meer doorslaggevend is. En dat u een unaniem advies van de commissie volgt. Want wij kunnen ons niet voorstellen dat er boven-lokale aspecten zijn en u heeft zelf bij uw inleiding al aangegeven dat die er nauwelijks zijn en te bedenken zijn, dat er boven-lokale aspecten zijn die het unanieme advies van de commissie zouden kunnen dwarsbomen. Wat is uw opstelling daarbijVolgt u de commissie als die unaniem is of volgt u de commissie niet? Heer STAAL: Dat is een belofte die ik u niet zou doen. Geen van beide zelfs. En dat is ook niet een belofte die we elkaar kunnen afdwingen, zolang wij in dit land een benoemingsprocedure hebben. Er is sprake van een benoemde functionaris, als het gaat om de burgemeester, waar wij, vind ik, zoals ik ook begon te zeggen, veel belangrijke democratiseringselementen in hebben aangebracht, wat u in een adviespositie brengt, wat mij in een aanbevelingspo sitie brengt en wat de minister in een voordrachtspositie brengt. Maar het is en blijft een benoemingsprocedure en geen verkiezing. Het zou ook niet eerlijk zijn als ik op voorhand zou zeggen dat ik een unaniem advies zou volgen. Maar het tegenovergestelde zou van mijn kant betekenen dat ik voorbijga aan het belang van dit moment. Dus ik denk dat het zeer belangrijk is dat een raad zich een oordeel vormt. Dat het zeer veel van gewicht is als dat een unaniem oordeel zou zijn en de instelling van mij, en ik durf ook te zeggen van de minister, is ook: daarvan uitgaan. Dus dat is ook iets wat ik wel wil benadrukken. Maar je kunt daar geen garantie op geven omdat je niet kunt voorzien waar een unaniem advies op uitdraait. De boven-lokale elementen die u nog even aanhaalt zijn ook met name genoemd. Dat betreft inderdaad de voorkeur voor vrouwen, dat betreft de eventuele noodzaak en daarmee ook een voorkeur om een wachtgelder weer aan de slag te helpen, en de derde, de politieke spreiding. Nou is de politieke spreiding op provinciaal niveau niet van doorslaggevende betekenis, vind ik. Op nationaal niveau kan die, vind ik hem ook nog minder van doorslaggevende betekenis, maar daar wordt die wel eens van doorslaggevende betekenis gemaakt. Dat is heel iets anders. Want laten we dat ook met elkaar vaststellen, er wordt altijd veel over benoemde functionarissen gezegd, er wordt veel gevochten over de vraag van welke politieke kleur die is en na één dag benoemd te zijn, mag die niet meer herinnerd worden aan zijn politieke kleur, want dan moet die boven de partijen staan. Dat is een raar mechanisme wat we elkaar af en toe aandoen, maar het is misschien goed om dat eens te memoreren. Maar dat element zit er nou één keer in, dat is van tevoren ook niet te overzien. Vanzelfsprekend is

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1999 | | pagina 288