13 oktober 1999 - 10 - Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Voorzitter, dank u wel. Ik heb een probleem, ik heb namelijk geen uitgeschreven tekst die ik zo meteen in kopievorm zou kunnen verspreiden onder de leden van de raad. Maar misschien Heer KRIJGER (VVD)Voorzitter, wij hebben het wel eens vaker gevraagd of de heer Van Wuijckhuijse een optelsom naloopt. Dat heeft hij altijd correct gedaan, dus de resultaten van uw verhaal, als u die even noemt, schrijven wij met u mee. Heer VAN WUIJCKHCJIJSE (GGS): Ik geloof niet dat ik deze keer u een optelsom zal presenteren, dus u hoeft zich ook niet te bekommeren om de totaaltel ling van die optelsom, maar gelet op het ontbreken van die tekst nodig ik ieder die daartoe zich geroepen voelt uit om op basis van de notulen alsnog mij te wijzen op eventuele onvolkomenheden. Voorzitter, besturen is vooruitzien. Dat was de gedachte die voor onze fractie in het bijzonder speelde op het moment dat vorig jaar een beeld werd geschetst door het college en door een belangrijk deel van de raad ook werd omarmd, dat de gemeente op het punt stond zo'n beetje failliet te gaan. Er is de afgelopen maand meer aan de hand geweest dan een enkel mirakel wat de gemeente is overvallen. Al vorig jaar hebben wij u uitdruk kelijk gewezen op de onwaarschijnlijkheid van een aantal ingeboekte nadelen die u op u af zag komen. Mede op basis van beperkingen in de uitgaven en inderdaad richting de wethouder van financiën, een eenmalige dekking vanuit de algemene reserve, hebben wij toen aan de raad voorgesteld om een discussie te voeren om niet louter en alleen op basis van ozb-verhogingen te komen tot dekking voor de op dat moment aanwezige tekorten. Dat leidt, gegeven het feit dat u deze discussie niet hebt willen voeren op dat moment, ook niet op basis van een aantal gedachten die wij u daarbij hebben, met een optelsom, overhandigd, tot een inmiddels totaal gewijzigde financiële omstandigheid en een college dat de burger een sigaar uit eigen doos aan het presenteren is. Dat is des te wranger, gelet op de vooruit ziende blik waarmee wij u toch vorig jaar hebben proberen te waarschuwen en het feit dat u de ozb-verhoging als raad ook niet hebt willen onderwerpen aan de gunst van de kiezer. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF): Voorzitter, bij interruptie. De heer Van Wuijckhuijse zegt nu ongeveer hetzelfde als wat er ook in hun verhaal staat en dat begreep ik ook al niet, wat die sigaar uit eigen doos was. Het feit dat wij op dit moment meer geld uit Den Haag krijgen noemt hij, moet ik dat goed begrijpen, was dat al geregeld door ons college, in Den Haag, dat wij dat geld zouden krijgen, stond dat al vast? Is dat nu een sigaar uit eigen doos? Ik begrijp hun simpelweg niet. Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS)Voorzitter, vorig jaar is een aantal, door het college voorziene nadelen verwerkt in de begroting. Op basis daarvan is een zeer forse ozb-verhoging doorgevoerd. Op dit moment constateert het college dat dat maar heel gelukkig is, omdat op basis daarvan er nu een sluitende begroting voorligt. Dat verhaal is natuurlijk op zich, als je kijkt naar het proces, een juist verhaal, alleen op het moment dat het college het voorstel deed om op basis van ozb-verhogingen te komen tot een sluitende begroting, heeft mijn fractie uitdrukkelijk aan de orde gesteld dat dat nooit het volledige verhaal kon zijn. Maar dat voordat je gaat praten over ozb-verhogingen, dat is overigens iets wat bij die collegeonderhandelingen ook al aan de orde is gekomen, dat je ook zou moeten kijken naar de aanvaardbaarheid van het voorzieningenniveau en dat je zou moeten kijken naar op welke wijze je ook in je uitgaven die je bijvoorbeeld ook in dit huis hebt, dusdanige maatregelen kunt treffen, om tot een sluitende begroting te komen. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Voorzitter, nog één keer bij interruptie dan. Wat ik nog niet helemaal begrijp is: wij hebben het toen twee jaren achter elkaar gehad waarin we met de bijstelling van de begroting telkens in een

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1999 | | pagina 311