- 38 - Ik heb naar aanleiding van de presentatie van Vrouwen in de bijstand verteld dat wij op dit moment 139 vrouwen, ik geloof 133 en 6 mannen of zo iets, dat is de verhouding, ouders met kinderen hebben onder de 5 jaar. En dat varieert dus tussen die 139 mensen met babies tot kinderen van 5^. En onze lijn is, dat als mensen ertoe in staat zijn, de huiselijke situatie het toelaat, dat mensen dan voorbereid worden op de arbeidsmarkt. En als dat eerder kan dan als het jongste kind 5 jaar is, dan doen we dat. En waarom doen we dat? Omdat het verschrikkelijk moeilijk als je 5, 8, 10, 12 jaar buiten het arbeidsproces hebt gestaan om dan weer terug te keren. Dus het is in het belang van partijen om te proberen of het kan. Wij gaan er niet mee tot het extreme, want we weten ook wel dat als we te ver gaan, dat het ons in plaats dat het iets oplevert, het alleen maar een heleboel ellende kost. Dus daar zijn we voorzichtig mee. Hoe het met de mensen daarna gaat, weet ik niet. Want over het algemeen, als ze geen gebruik meer maken van de bijstand, dan weet ik niet meer hoe het met ze gaat. Dan verdwijnen ze uit mijn beeld en als ze nog wel bij de dienst als cliënt ingeschreven staan, en ze hebben oudere kinderen en een stukje bijstand, dan is het vaak een gedeeltelijke bijstand, omdat ze gewoon voor een gedeelte in hun eigen inkomen voorzien en voor een gedeelte een aanvullende bijstand krijgen. Dat kan, zoals u weet. Maar ik kan u dus niet zeggen hoe het met ze loopt daarna, want dat volgen wij niet. Heer MEILOF (GPV/SGP/RPF)Onze vraag was, van die 5+-groep, degenen die dus in de bijstand zitten en die u uiteindelijk niet verplicht, dus in eerste instantie wel bij u geroepen hebt, niet verplicht omdat er omstan digheden zijn dat ze beter voor hun gezin kunnen zorgen. Het gaat ons om het getalsmatige, hoe het op dit moment verloopt. We hebben daar namelijk vorig jaar ook over gesproken en daar wil ik wel eens het effect van weten. Wethouder BLOMMERSAls u die getallen wilt hebben, die heb ik op dit moment niet bij me, die moet ik navragen en dat zal ik doen. D66 heeft gezegd dat die tevreden is dat we met een kleine werkgroep beginnen te kijken hoe we in die begroting toch de cijfers weer eens wat aan kunnen punten en ik hoop ook dat daar inderdaad een stap voorwaarts door gezet zou kunnen worden. Het is inderdaad jammer dat de inkoopgedachte van laten we het in een brede kring doen na alle inspanningen die van ons uit gedaan zijn, op dit moment dan wat beperkter is. Wat niet wil zeggen dat we natuurlijk een heleboel van de wijze lessen toch gewoon gebruiken, want het is een continu proces. Wat betreft het aanbestedingsbeleid dat is denk ik iets wat toch, omdat het over het algemeen over de portefeuille van de heer Krol gaat, beter in de commissie van de heer Krol kan worden besproken. En ik zou willen eindigen met een opmerking te maken over de indicatie van het voorlopig resultaat van dit jaar. Want ik ben natuurlijk wel eraan gehouden om u in het kader van de begroting te vertellen dat, hoewel we dat op dit moment nog niet zeker weten, er door die veranderde rijksbijdrage, ook dit jaar al extra geld binnenkomt en dat betekent dat ook de positie van 1999 dus beter zal zijn dan we hadden gerekend. En ik stel voor dat we bij de Voorjaarsnota, want dan hebben we de definitieve circulaire hier, en dan hebben we de rekening, dat we hier verder over praten, maar ik vond het wel juist om u dat vandaag mede te delen. VOORZITTER: Dank u wel, dan geef ik nu het woord aan wethouder Krol. Wethouder KROL: Voorzitter, dank u wel. In volgorde van een aantal onder werpen. Er zijn een aantal fracties, waaronder die van GL/PS die opmerking en gemaakt hebben over de voorlichting. Daar werd het woord badinerend bij uitgesproken. En dat is toch jammer, want het enthousiasme waar sommige fracties bevreesd voor zijn bij ISV ken ik evenzo voor andere onderdelen van mijn portefeuille, dat is voorlichting. Daar past in ieder geval het woord badinerend dus niet bij. En als ik gezegd heb op maandagavond dat ik met de aanbevelingen van de notitie Voorlichting Gewogen onder mijn kussen 13 oktober 1999

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1999 | | pagina 339