13 oktober 1999
- 41 -
verantwoording zijn wel een lange termijn visie? Dan denk ik: nou, ik heb
toch met grote regelmaat aangegeven dat we precies weten waar we naar toe
willen en dat ik het ook zo verheugend vind dat op dit punt uiteindelijk
binnen deze raad consensus dreigt te ontstaan. En het is nogal wat voor
Soest als er op het gebied van r.o. een soort consensus dreigt te ontstaan,
want ik zal u eerlijk zeggen, in de 10 jaar dat ik in dit illustere
gezelschap heb mogen zitten, hebben we dat niet eerder meegemaakt. En
daarom ook, in de richting van de heer Witte, fractie GGS, voorzitter, ISV
is geen angst. ISV is geen grootschalige puinbreek-operatie zoals grote
steden hun centraal stadsgebiedontwikkelingen zoals we in Utrecht of in
Amersfoort kennen. Soest is één van de niet-rechtstreekse gemeenten van het
ISV. En in niet-rechtstreekse gemeenten gaat fl. 693 miljoen om, en in de
hele provincie Utrecht fl. 39,6 miljoen. Wij krijgen daar een snippertje
van. We krijgen een snippertje, en dan praat je over, laten we zeggen,
tussen de 3 en 4 miljoen gulden. En voor die 3 tot 4 miljoen gaan wij in
Soest niet de bulldozer op ons stedelijk gebied zetten. Voor die 3 tot 4
miljoen gaan wij niet alle laatste stukjes groen opbouwen. Voor die 3 tot 4
miljoen gulden gaan we één ding doen. We gaan nadenken in een ISV-notitie
over: waar willen we naar toe met het stedelijk gebied van Soest? Dat is
soms een stukje Spoordal, dat is soms een stukje vernieuwing, maar dat is
ook leefbaarheid, dat is ook sociale structuur, sociale samenhang in de
wijken, buurtbeheer, wijkbeheer, dat hoort er allemaal bij. Dat is nou ISV.
En dat is dus geen bedreiging. Dat is een kans. Een kans waarbij we heel
zeker als college en fractie van GGS nog wel eens een keer tegenover elkaar
komen te staan en zeggen: wij hebben daarin een andere toekomstvisie dan u,
maar waarbij het niet dat grote bedreigende alles op de schop gooiende plan
is zoals u dat ook in de publiciteit een beetje suggereert, want dat is het
niet, en dat wordt het niet. Het is een visie op je dorp, waar willen we de
komende 10, 15 jaar naar toe. Wanneer moeten we hem hebben? Uiterlijk, dat
zegt het ministerie, op 1 juli 2000. Dan moeten wij bij de provincie ons
ISV-plan hebben ingediend. En wethouder Ten Hove en ik zijn samen in
gesprek met de bureaus, u weet dat is in de commissie r.o. ook besproken,
die we daarvoor uitgenodigd hebben. De offertes worden de komende maand
verwacht en wij zullen dus met voortvarendheid ervoor zorgen dat er voor
1 juli 2000 een ISV-notitie is.
Heer KONING (CDA)Voorzitter, de wethouder voelt zich uitgedaagd door onze
inbreng, gebaseerd op het verzoek om een visie op tafel te leggen. De
wethouder concentreert zijn antwoord op visie r.o. Wij voelen ons als
fractie ook uitgedaagd door het college. Vandaar dat wij over de visie zijn
begonnen. Het college begint over de zingevende reflectie, en een heel
moeilijke zin daarop volgend. En in dat kader was onze inbreng als het ging
om visie.
VOORZITTER: Maar het college is ook nog niet uitgesproken. We zijn pas aan
de tweede portefeuillehouder toe.
Heer KONING (CDA)Ja, maar ik word een beetje bang als de tweede ook al
het verkeerd uitlegt.
VOORZITTER: Maar de wethouder heeft zojuist gezegd dat ISV geen angst moet
betekenen
Heer KONING (CDA)Maar de eerste heeft helemaal niet over deze passage
gerept en de tweede brengt het naar de ISV, dus, ja ik blijf moed houden.
Misschien kom ik bij de heer Ten Hove uit, maar
Wethouder KROL: Uiteindelijk, voorzitter, is dat wel de man in ons college
die op dat terrein de beste visie heeft en dat zal hij straks ook inderdaad
aangeven, let maar op.
Kijk, het is logisch voorzitter, dat als u mij aanspreekt, ik begin over
onderdelen die tot mijn portefeuille behoren. U zult stuk voor stuk bij