13 oktober 1999
- 42 -
onze collega's binnen dit hechte college elementen van visie op de toekomst
horen, die dat beeld compleet maken en ik heb geen ervaring met andere
colleges, maar ik vind dat dit absoluut een college is dat op alle beleid
sterreinen visie, lange termijn visie voor de toekomst kent.
Agrarische percelen, voorzitter, ook een opmerking van de CDA-fractie, van:
nou ja, daar kon nog wel iets meer over gezegd worden, was de korte
samenvatting van de reactie uit die fractie. Er werden een paar suggesties
gedaan, want het is toch zo leuk als je in de vrijkomende bijgebouwen dan
wat leuke industriële functies of andere geldverdienende mogelijkheden zou
zien. Ik ben daar geen voorstander van. De grootste bedreiging voor het
landelijk gebied is de verdwijning van de agrarische sector. De enige
sector die ervoor gezorgd heeft dat we daar open gebied kennen. De enige
sector die daarvoor zorgt dat we daar waardevolle natuur kennen is de
agrarische sector geweest en het verdwijnen van die agrarische sector, dan
heb ik het over bedreiging, is een bedreiging voor de openheid van het
landelijk gebied. En ons bestemmingsplan landelijk gebied waar volstrekt
helder in is gedefinieerd wat er mag en wat er niet mag, namelijk agrari
sche bedrijvigheid stopt, er mag een woning voor terugkomen. Dit college,
deze portefeuillehouder is op geen enkele wijze voorstander van in dat
landelijk gebied, ik heb het wel gelimiteerd, buitengebied, extra bebouwing
toe te staan, extra bedrijvigheid.
Heer KONING (CDA)Dat bedoel ik helemaal niet. Ik heb het over het gebruik
maken van bestaande bebouwing.
Wethouder KROL: Ja, maar met een andere functie. En een bijgebouw van een
agrarisch bedrijf is wat anders dan een industriële functie in het buiten
gebied met verkeersaantrekkende werking en bijgebouwen en alle ellende die
daarbij komt zoals milieuvergunningen e.d. Wij zijn daarvan geen voorstan
der. En ik zal u ook aangeven dat er voor dit college, dat past nou in die
precies door u genoemde lange termijn visie, binnen die contour en dat
geldt ook voor agrarische percelen die binnen die contour passen, kun je
best eens een extra woning toestaan, dat doen we ook. En kun je best eens
zeggen, daar kan een extra aanvullende vorm van bedrijvigheid plaatsvinden.
Doen we ook. Maar buiten die contour zullen we daar zeer terughoudend mee
zijn. Maar, ik zal u een klein beetje geruststellen. In het duurzaamheids
plan staat gewoon dat wij een visie op die vrijkomende agrarische percelen
mogen ontwikkelen. Ik geef u een klein doorkijkje over mijn en onze lange
termijn visie, en wat ons betreft zal dat geen grote verruiming van de
mogelijkheden in het buitengebied van Soest betekenen omdat ik dat een
kwalijke ontwikkeling zou vinden voor de kwaliteit en de openheid van het
landschap. Punt.
Heer ROEST (D66)Voorzitter, verzoek aan de notuliste om hier rood
onderstreept in de notulen op te nemen: dit was een heel mooi citaat waar
ik de wethouder voor bedank.
Wethouder KROL: Ik ga naar opmerkingen van de fractie van GGS over het
beeldkwaliteitsplan. Beeldkwaliteitsplan is waardevol. Ik ben blij dat een
aantal fracties dat hier ook onderstrepen. Dat betekent ook dat je dus als
college op een enkel punt tegen je zelf zult aanlopen de komende tijd. En u
noemde terecht een aantal plekken daarin, ik denk aan het geitenweitje, ik
denk aan Lindenhof, waar in het beeldkwaliteitsplan gewoon hele heldere
uitspraken worden gedaan. Het handhaven van een doorkijkje, staat in het
beeldkwaliteitsplan, letterlijk, is waardevol. En ik vind ook dat je moet
proberen daarnaar te handelen en ik zal niet zeggen dat ons dat altijd zal
lukken. Er ligt een uitspraak van het college, een afspraak met u om in
ieder geval een stuk van dat geitenweitje te bebouwen. De doorkijk wordt in
het beeldkwaliteitsplan als waardevol genoemd, dan neem je dat serieus, dan
zul je daar ook de consequenties van moeten dragen. U weet dat dat in Soest
dan bijna altijd om financiële consequenties gaat. Hetzelfde geldt voor het
plan Roos. U bent natuurlijk allemaal betrokken geweest bij de discussie