13 oktober 1999
- 76
VOORZITTER: Kijk eens aan, een raadsbrede motie. Moet u even opletten wat
de wethouder wil gaan zeggen.
Wethouder TEN HOVE: Ik voer hem met liefde uit, maar ik kan u mededelen dat
we vanmorgen in het college erover gediscussieerd hebben en dat ik toen de
gemeentesecretaris heb uitgedaagd en dat heeft tot resultaat gehad dat hij
heeft gezegd dat ais de raad de motie aanneemt hij ook overgaat op groene
stroom.
VOORZITTER: Motie nr. 15, D66 en VVD betreffende woningbehoefteonderzoek.
We hebben er uitgebreid ever gesproken, is dat voldoende?
Heer KRIJGER (VVD)Dat zou voldoende moeten zijn, alleen bij de behande
ling hiervoor toen hij werd genoemd door de heer Roest, heb ik gezegd: moet
ik nu uitleg geven aan met name de heer Boerkoel die niet alles snapt, maar
dat geeft niet, wij snappen ook niet altijd alles, of doen we het later.
Maar uit efficiencyoverwegingen hebben wij gezegd: laten we later doen,
vanavond hebben we veel meer tijd. Nu wil ik de tijd ook nemen om uit te
leggen hoe het nou precies zit, want het is anders dan voorgaande moties,
hier hebben wij geen humor inzitten, pertinent niet, omdat we toch af en
toe in deze raadsvergadering wel eens merken waar je voor gaat staan. Wij
gaan hier ook stevig voor staan. En ik ben blij dat waarschijnlijk meer
fracties dit standpunt kunnen gaan delen. Hoewel de motieven per fractie
best wat anders zouden kunnen zijn. Wij hebben gezegd: je kunt makkelijk
roepen wat voor woningen je wilt, want het is niet zo ingewikkeld om te
roepen: ik wil graag goedkope woningen. Prachtig hoor, en je gaat kijken,
is daar een markt voor en vraag naar. Als je zogenaamd marktbeleid,
vraaggericht werken, zeer eenzijdig uitlegt, heb je overmorgen een prachtig
rapport: Soest vraagt goedkope woningen. Wij doen aan die goedkope humor
niet mee. We hebben twee overwegingen. Enerzijds de meeste mensen weten, en
de kennis is in elke fractie, dat als je pleit voor goedkope woningbouw, is
dat mogelijk als dsiar een behoorlijk kwantum andere woningen bij zit. Als
je dus het een roept, heb je consequenties te aanvaarden voor de andere
kant. En wij zeggen als VVD-fractie: het aantal woningen dat Soest nog kan
hebben, nodig zou hebben, in relatie tot afspraken in de regio is uitermate
beperkt. Dus roep je: wij hebben goedkope woningen nodig, roep je drie keer
het aantal goedkope woningen, om er 2/3 bij te bouwen mogelijk te maken.
Daar doen wij pertinent niet aan mee. Het zou wel zo kunnen zijn dat op een
goed onderzoek, eigen gegevens, gegevens van woonbonnen, gegevens van de
corporaties, gegevens van eens per vier jaar een echt uitgebouwde lokale
volkshuisvestingsnotitie. In dat door tussendoor gegevens toetsen aan de
lijn die in de regio loopt, landelijk loopt met het CBS, dat je dan
gegevens hebt om te kunnen bepalen hoeveel woningen heeft Soest, hoeveel
woningen zijn er nog mogelijk, hoeveel woningen zijn acceptabel als
bouwvolume in Soest, welk deel is daarvan misschien realiseerbaar in
goedkope sector. En als dat laatste niet realiseerbaar is, hoe ga je om met
het aantal sociale woningen dat je hebt. Dat aantal zou nauwelijks kunnen
uitbreiden, dus roepen is niet genoeg. Je zult ze beter moeten verdelen. En
juist die volkshuisvestingsnotitie geeft aan hoe de woningen verdeeld
moeten gaan worden. Daar is veel over gesproken. We vinden ook, dat als je
gaat bouwen, dan kom ik toch op de lijn van de heer Roest, D66, uit, als je
bouwt voor doorstroom is het wat duurder dan goedkoop uiteraard, maar er
komen goedkope woningen, waarvan je er weinig hebt in Soest, beter tot hun
recht bij de mensen. En dat vinden wij een heel serieuze zaak en daarom
vinden wij, elk jaar moet je kunnen praten op redelijk actuele gegevens,
waar praat je over en dan zul je niet meer roepen, denk ik, heel makkelijk:
wij willen alleen goedkope woningen.
VOORZITTER: De andere indiener, heer Roest, wilt u nog wat zeggen of sluit
u hierbij aan? Wethouder Krol geeft het collegestandpunt.
Wethouder KROL: Voorzitter, ik heb aangegeven dat kennis op het gebied van