- 86 - VOORZITTER: Dank u wel, dan sluit ik hiermee deze hoofdfunctie af. Hoofdfunctie 5. Cultuur en recreatie VOORZITTER: Hierbij betrekken wij gelijk het welzijnsplan. Wie wil het woord? Heer ROEST (D66)Ja voorzitter, ik wilde wat over sport kwijt. Ik had in die algemene beschouwingen, die waren maar 1800 woorden, daar had ik te veel, en wat deden die stoute jongens van de fractie-assistent, die zeiden: sport eruit. En ze wisten, het zwakke punt, maar het moet er toch voor mij even uit, want voorzitter, we zijn bezig met die discussie over Sportplan 2000 en wat ik nou zo graag met mijn collega's eens een keertje zou willen doen, dat is niet helemaal aan het eind van de rit, maar in een beginfase van de rit, gelijk op, eens met elkaar te filosoferen over: wat zouden nou de uitgangspunten moeten zijn van dat sportbeleid. En ik geef gewoon even mijn vier uitgangspunten. Mijn uitgangspunt is in het algemeen, nee het is een constatering, we hebben tot nu toe eigenlijk alleen maar in Soest een accommodatiebeleid gehad. En ik vind dat we op weg moeten naar een activi- teitenbeleidDat is punt 1. Het subsidie-instrument moet effectiever, doelmatiger. We hebben nu een regeling die alles treft. Ik vind dat er belonende prikkels moeten komen. We moeten sportverenigingen belonen voor voor ons effectieve zaken. Hoeveel allochtonen heb je in een vereniging. Wij moeten sportverenigingen belonen voor als ze activiteiten in de wijk gaan doen. Dat is het eerste uitgangspunt. Het tweede punt is: differentia tie tussen verenigingen. Het kan niet meer zo zijn dat verenigingen die met geweldige inkomsten omgaan en trainers duur betalen, soms spelers betalen, dat die dezelfde behandeling krijgen als verenigingen die dat absoluut niet kunnen, omdat ze in een gehuurde kantine moeten zijn, waar ze zelf de kantine nog niet kunnen beheren. Dus differentiatie zou een uitgangspunt moeten zijn. Dan vind ik dat het derde uitgangspunt zou moeten zijn dat de eigen verantwoordelijkheid van verenigingen zou moeten worden gestimuleerd en met name denk ik daarbij ook aan accommodaties. En tenslotte vind ik dat het beleid, en daar wil ik graag met mijn collega's over praten, meer zou moeten tonen van een samenhang tussen het welzijnsbeleid en het onderwijs met de sport samen. Die terreinen zijn heel erg in elkaar gevlochten. Daar heb ik wel een heel recente nota van, want die heb ik in de buurgemeente vorige week geschreven. En die zal ik zoveel mogelijk proberen te versprei den Mevrouw HUBERTS (VVD)Voorzitter, ik zou in aansluiting op de heer Roest eigenlijk willen reageren. Want hij geeft aan dat hij met ons en met anderen zou willen filosoferen over het een en ander, maar daar zijn we nou toch eigenlijk net mee begonnen. Er is een werkconferentie geweest in september, waar een groot aantal items aan de orde zijn geweest, waar voldoende mogelijkheden waren om dingen te ventileren. De punten die u noemt kunnen heel goed meegenomen worden. Dat denk ik wel. Maar ik denk dat wat de heer Roest aangeeft, dat dat in gang gezet is en dat we alleen maar het pad kunnen gaan volgen zoals de wethouder dat nu heeft uitgezet. Heer BOERKOEL (PvdA)Bijna alle partijen waren daar, meneer Roest. Heer ROEST (D66)Daar heb ik het al met de heer Boerkoel over gehad. Ik heb ook niet gezegd VOORZITTER: Daar waren wij niet bij... Heer ROEST (D66)Hij moet het even zeggen hè. Dat klopt inderdaad, ik kan niet overal zijn en in dit geval lukte dat dus helemaal niet. Ik had ook graag bij de opening van de bibliotheek willen zijn, dat lukte ook op de een of andere manier niet. Maar, het was niet helemaal mijn voorstel. Ik had het over: met mijn collega's van de raad had ik willen spreken. En die 13 oktober 1999

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1999 | | pagina 387