- 15 -
ding, en dat ik dat heb mogen doen aan een raadslid dat stemt mij tot grote
vreugde. (Applaus)
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA)Kees, Hannie, meneer de voorzitter, dames en
heren. Kees, dat ik jou ooit nog eens zou mogen toespreken in de raad, dat
had ik nooit voor mogelijk gehouden. Want simpel als ik ben heb ik altijd
gedacht: samen uit, samen thuis.
Immers we begonnen in 198 6 samen aan het invullen van een nieuw stuk in ons
leven, een deel met zeer veel verantwoordelijkheid, immers de inwoners van
Soest hadden zo gekozen dat onze partij 5 zetels mocht gaan bezetten in de
gemeenteraad. Kees, de universele verklaring van de rechten van de mens,
artikel 19, zegt het volgende: iedereen heeft recht op vrijheid van mening
en meningsuiting. Dit recht omvat de vrijheid om zonder inmenging een
mening te koesteren en om door alle middelen en ongeacht grenzen inlich
tingen en denkbeelden op te sporen, te ontvangen en door te geven. Die
vrijheid van mening en meningsuiting moet je met name in de politiek,
rekening houdend met de uitgangspunten van je partij, en het partijprogram
ma uitdragen, maar vooral ook koesteren. En dat heb jij gedurende bijna 14
jaar met respect voor anderen gedaan.
Jij kon zaken op de politieke agenda zetten en houden. Je had daarbij je
eigen denkbeelden, en probeerde anderen daarvan te overtuigen. En veelal
met succes. Een favoriet onderwerp van je is het gebruiken van normale
begrijpelijke woorden. Jij kan op een geheel eigen wijze met mensen praten
zonder die moeilijke woorden, die moeilijke woorden, daar had je een
broertje aan dood. Als anderen dat deden dan vroeg je ook altijd om de
vertaling. Gewoon kletsen met mensen, of dat nu was op de voetbalclub, in
de wandelgangen, of in de leeskamer, soms ook met de burgemeester of de
gemeentesecretaris, jij had hen als klankbord nodig om je mening te kunnen
vormen. En als je die mening eenmaal gevormd hebt, dan ben je er ook
nauwelijks van af te brengen. Hoe vaak en hoe lang hebben we in de fractie
niet gesproken over het minimabeleid. Bij alles wat je te lezen kreeg, of
bedacht, hield je rekening met die mensen voor wie dit beleid bedoeld is.
Of het nu ging om de OZB, het reinigingsrecht of de verhoging van het
passe-partout-systeem, altijd rekende jij de effecten van deze maatregelen
door voor met name deze mensen. Wat voor jou ook altijd een probleem was en
zal blijven, is het verstrekken van subsidie, zodanig dat het terecht komt
bij de mensen die het echt nodig hebben. Subsidies worden verstrekt aan
organisaties en niet aan individuen, en komen veelal terecht bij de mensen
die het niet echt nodig hebben. Dat vind jij onredelijk.
Kees, driemaal was jij lijsttrekker. En driemaal presteerde je het om
deelname aan het college te bereiken en dat betekende driemaal het leven
van een wethouder. Éénmaal Frans Kingma en tweemaal Pieter ten Hove. Diep
in je hart kijkend weet ik zeker dat je ook wel eens in de oppositie had
willen zitten. Lekker lui achterover en maar roepen dat het anders moest.
Maar jij wilde zeker niet breken met de traditie dat er sinds de Tweede
Wereldoorlog een PvdA-wethouder in het college van Soest heeft gezeten.
Daarnaast speelde mee dat je ook een echte bestuurder bent, je wilde
invloed kunnen uitoefenen op het beleid. Ooit in de periode 1990-1994, toen
er een college gevormd was van CDA, PvdA, D66 en Progressief Soest moest er
nogal wat energie gestoken worden in het bijeenhouden van het college en
werd er regelmatig overlegd. Dat gebeurde toen heimelijk. Later spraken
deze zelfde personen, of hun opvolgers, van achterkamertjespolitiek. Dat
soort opmerkingen heeft jou gestoken. Een reden temeer om a la Torentjes
overleg in Den Haag het nu maar gewoon een naam te geven, te weten het
drie-plus. Dat is dus praten met je huidige politieke medestanders. En als
dat een goede zaak dient, dan is daar niets mis mee. Dat laat onverlet dat,
als de niet in het college gekozen partijen betere voorstellen hebben, daar
uiteraard naar geluisterd wordt. Kees, jij kunt niet veinzen. Jij bent
betrouwbaar. Een man een man, een woord een woord. Alles vertelde je in de
fractie, ook vertrouwelijke zaken. Eén ding uitgezonderd, de burgemeesters
benoemingen. Nooit heb je met ons daarover gesproken en wij vroegen en wij
vragen er niet naar. Dat is en blijft jouw geheim. En toen de afgelopen
16 december 1999