21 januari 1999
-3-
Vraag 5. Wanneer denkt u deze samenwerkingsovereenkomst te bespreken in de
commissie?
Ik begrijp, want het is natuurlijk een enorme ja, er gebeurt op het
ogenblik veel ook in Den Haag hierover, dat u daaraan hecht. Ik heb vandaag
n.a.v. uw vragen ook een mapje CWI laten maken waar gewoon de onderliggende
stukken die wij van het landelijke proces management krijgen ter inzage
worden gelegd, zodat u het kunt volgen. En dan is het gewoon mogelijk de
ter inzage gelegde stukken elk moment in de commissie te bespreken.
Mevrouw KOSTER (GL/PS)De wethouder stelt dat deze overeenkomst gelijklui
dend is aan het CWI zoals wij dat nu op het moment hebben. Daarom bevreemdt
het mij des temeer dat wij het niet gelijktijdig met Baarn besproken heb
ben. Het is inderdaad zo dat het waarschijnlijk voor het loket in ieder
geval van Baarn meer gevolgen heeft dan voor Soest, maar dan toch denk ik,
zeker gezien de precaire situatie van het CWI zoals het nu functioneert, en
de kritische vragen die wij daar in het verleden over gesteld hebben, dat
het zorgvuldiger was geweest als wij van tevoren op z'n minst het ter ken
nisname in de map hadden gelegd en het eventueel hadden kunnen agenderen.
T.a.v. punt 5, wat u zegt, u legt het alsnog ter inzage. Ik heb inderdaad
deze samenwerkingsovereenkomst hier. Er zijn wat punten die wat ons betreft
zeker toch nadere discussie mogelijk moeten maken. En daarom dank ik in
ieder geval voor het ter inzage leggen nu in de commissie en wat onze frac
tie betreft in ieder geval, zou ik het graag agenderen voor de eerstkomende
commissievergadering. Maar ik heb begrepen dat u daar niet bij bent, dus
wij zullen ons beraden hoe wij dat zullen doen.
Heer ROEST (D66)Het was vanmiddag, toen ik mijn e-mailpagina opende voor
het eerst dat ik hier kennis van nam. En dat bevreemdde mij toch. Ik denk
niet dat we dit soort zaken via de krant moeten vernemen. Achteraf dacht
ik: oh ik heb een krantenartikel ook nog gezien over samenwerking Soest/
Baarn en EemnesIk denk niet dat het op die manier moet in de gemeenteraad
en ik wilde graag de wethouder vragen wat ze van plan is daaraan te doen.
Ik denk dat als je op zo'n belangrijk terrein toch samenwerking overweegt,
je daar in ieder geval de raad van in kennis dient te stellen. Ik weet niet
of het ook zonder de raad kan. Misschien kunt u dat toch even vertellen of
u daar gewoon mandaat voor hebt, want in die zin weet ik nog niet wat hier
de gang van zaken van is. Ik kan ook helemaal niet overzien wat er in die
overeenkomst staat, dus ik kan eigenlijk ook nog helemaal geen signalen
afgeven richting college. Misschien is het allemaal wel prima, maar ik had
toch graag gehad, dat als u die overeenkomst, u heeft hem in december afge
sloten, u bent inderdaad door de tijd, heeft u gezegd, in nood geraakt, dat
is snel afgesloten, dat u het toch zeker dan begin januari ter inzage had
kunnen leggen, of zie ik het fout?
Wethouder BLOMMERSVoorzitter, ik had het niet eerder ter inzage kunnen
leggen dan 14 januari. Dat was het moment dat we dus het definitieve stuk
kregen. We hebben het inderdaad getekend voor 31 december, omdat dat alles
te maken heeft met het feit dat we in aanmerking willen komen voor een ver
goeding van frictiekosten, gewoon een technisch iets. Maar wat betreft de
overeenkomst, het is de landelijke standaard overeenkomst voor de CWI's. Ik
ben het eens dat het aardig was om daarover te praten, maar dan hadden we
dat toch niet eerder kunnen doen dan we nu in februari zouden doen. Ik be
grijp dat mevrouw Koster zegt van: ik wil dan toch even kijken of ik het
niet in een commissie kan doen omdat u er zelf bij aanwezig bent, dat stel
ik op prijs, want het is natuurlijk iets waar we druk mee bezig zijn. Maar
het is op zichzelf een echte uitvoering. Het is een verlenging van het ver
haal. Er verandert niks aan de richtlijnen die u als raad hebt gegeven, u
weet dat we met de uitvoeringsinstanties bezig zijn. Ik heb u ook regelma
tig verteld hoe moeilijk het was met Cadans en Gak en de andere organisa
ties. We hebben het 15 december in het college besproken, het stond in de
openbare besluitenlijst. Terecht zegt u dan: dat is niet voldoende, leg het