15 april 1999
- 2 -
dat vinden wij gewoon jammer. Wij blijven erop hameren dat er gebouwd moet
worden voor de doelgroepen voor de één- en tweepersoonshuishoudens. Zoals
in de nota naar voren komt is ongeveer 70% van de inwoners één- of tweeper
soonshuishoudens. En dan maakt het wat ons betreft niet uit of je het dan
specifiek hebt voor ouderen, voor jongeren, of voor andere doelgroepen. Wij
vinden bouw in die categorie, want daar is o.i., zeker als we het dan over
beleid hebben, het meeste behoefte aan. Wat wij ook nog willen opmerken:
wij vinden het jammer dat de kernvoorraad op 37 50 en in een ander stuk in
de nota wordt gesproken over 3900, in ieder geval dat dat de kernvoorraad
is voor de doelgroep. Wij vinden dat aan de magere kant. Wij weten dat dat
afgesproken is met de woningcorporaties, maar toch pleiten wij ervoor dat
als het enigszins mogelijk is, dat toch die kernvoorraad opgetrokken wordt.
Want ondanks wat u zegt in deze nota, dat er behoefte is aan kwalitatief
duurdere woningen omdat de bevolkingsgroep in Soest dermate is, denken wij:
wij moeten zeker kwalitatief bouwen, maar ook in de goedkopere woningen en
niet alleen in de koopwoningen, maar zeker ook in de huursector. Wat dat
aangaat juichen wij ook de zinsnede niet toe die u in het raadsvoorstel
hebt waarin u zegt: huurwoningen, de duurdere, die kunnen eventueel
verkocht worden met terugkooprecht. Wat ons betreft zouden wij die zinsnede
graag eruit halen. En als laatste punt willen wij er nog op hameren als dit
inderdaad maar iets is voor tot en met het jaar 2000 dat wij graag zouden
zien, ondanks de aanname die in dit rapport gemaakt is, dat een uitgebreid
woonmarktonderzoek plaatsvindt. Dit in eerste instantie.
Heer KRIJGER (VVD)Het is niet onze bedoeling de discussie van dinsdag
over te doen. Het is op grond van binnengekomen stukken en reacties dat wij
nog een aantal opmerkingen maken.
Allereerst zal ook blijken dat een punt als vanavond eigenlijk beleidsmatig
veel zwaarder is dan je zou denken. Het lijkt een raadsvergadering even
voor de commissievergadering, maar wij vinden toch dat de punten die op de
agenda staan, er zijn er maar twee overgebleven, dat ze heel principieel
zi jn
Dat wil ook zeggen dat je van mening kunt verschillen met andere sprekers.
En om het verschil maar aan te geven: een aantal dingen die mevrouw Koster
heeft gezegd namens GL/PS vind ik wel aardig, maar niet meer realistisch.
Want het zal anders worden. Het zal niet meer zijn zoals het geweest is en
het moment dat wij dat als beleidsombuiging gaan bepalen is toch vanavond.
Dat het niet meer zo zal zijn dat we gaan bouwen in grote aantallen tegen
lage prijzen voor huurwoningen, dat kan niet meer, tenzij men zegt dat wij
de gronden die Soest nog heeft moeten gaan gebruiken omdat we ze zelf
hebben om daar in grote getale goedkope woningen op te bouwen. Dat past
niet in ons beleid, dus moet je als je wilt zoeken naar woningbouwmogelijk-
heden, dat gaan doen binnen het bestaande gebeuren. Daar kun je alleen maar
werken aan herstructurering. En er zijn afbuigingen, ombuigingen die wij
gaan doen en dat is niet voor één jaar, dat is voor jaren omdat wij gewend
zijn, anderen dus ook, dat de volkshuisvestingsnotitie elk jaar wordt
bijgesteld. Het is niet dat het na een jaar weg is, dat we dan opnieuw
beginnen, neen, het wordt elk jaar bijgesteld op grond van de meest recente
ontwikkelingen. Dat geeft aan dat wij na de discussie een paar maanden
terug in eerste instantie de reacties van inspraakorganen, laten we zo maar
eens wat noemen, belanghebbenden, belast met de zorg voor volkshuisvesting,
de woningcorporaties, hoewel er stichtingen zijn die zelfs projectontwikke
laar genoemd kunnen worden. We vinden dat de lijn die eruit gekomen is een
passende lijn is, en eenzelfde lijn komt straks in een volgend voorstel aan
de orde, waaronder betrekking hebbende op het voorkeursrecht. De lijn die
beleidsmatig is, is niet alleen voor één jaar, is wat ons betreft zeer
langdurig, tot over de eeuwgrens, tot over de collegegrenzen heen zelfs.
Heer ROEST (D66)Dat klinkt goed, dat laatste. Voorzitter, D66 is zeer
tevreden met deze nota. We vinden deze nota een trendbreuk met eerdere
nota's, hoewel ze jaarlijks bijgesteld worden wat hiervoor werd gezegd. Het
is een overgang, zo zien wij dat althans, van kwantitatief denken naar