29 april 1999
- 14 -
willen beantwoorden. Het is een behoorlijke frustratie van een proces
waarvan het college zelf een aantal malen heeft aangegeven dat zij het met
de raad in een zo groot mogelijke zorgvuldigheid zou willen doen. In een
ook politieke discussie, zoals we die in het verleden zo weinig hebben
gevoerd rond de financiën bij de jaarrekening. Als er dan een discussie
komt, en er is een ruime discussie geweest tijdens de afgelopen commissie
vergadering, en je komt door tijdgebrek tot de conclusie van: misschien
moeten we een wat meer pragmatische weg bewandelen in het beantwoorden van
die vragen, dan is het bijzonder treurig dat ook als er al eerdere malen op
is gewezen dat het voorkomt dat de vragen niet beantwoord worden, dat er
hele rissen vragen niet van een antwoord zijn voorzien. Dat doet geen recht
aan de voorbereiding die de raad zich heeft getroost om deze stukken te
behandelen met het college. En dat doet nog minder recht aan het feit dat
de raad het hoogste orgaan is in deze gemeente. En als die raad een aantal
vragen aan het college voorlegt, dat daar gewoon een antwoord op hoort te
komen. U hoort een boze toon in mijn stem en die boze toon wordt gedeeld
door mijn gehele fractie. Wij zijn bijzonder ontstemd, wij hadden het niet
voor mogelijk gehouden dat in een lokale democratie als Soest waarop u zich
ook juist laat voorstaan, dit soort zaken kunnen voorkomen. U krijgt van
ons een zware, zeer zware onvoldoende en het siert u werkelijk op geen
enkele wijze dat u op deze manier met de raad omgaat.
Ik heb nu natuurlijk de mogelijkheid om weer al die punten naar voren te
gaan brengen, dat maakt de vergadering waarschijnlijk nog minder gezellig.
Aan de andere kant is het ook wel zo dat een aantal van die punten toch
belangrijk genoeg zijn om nog even onder uw aandacht te brengen. Dus
allereerst, voorzitter, denk ik dat het gepast is om u te vragen om alle
vragen die eerder zijn gesteld hierbij ingelast te laten zijn en voorzover
ze niet in de volgende termijnen van het college aan de orde komen door
middel van een schriftelijke beantwoording alsnog aan ons voor te leggen.
U kiest ervoor om de verhoging van de vergoeding voor de architectleden van
de welstandscommissie nu per 1 juli in te laten gaan. Nog even afgezien van
het specifieke punt, is naar voren gebracht tijdens de uitgebreide commis
sievergadering dat dit college toch een wel erg alternatieve manier van
omgaan met de drie O's heeft ontwikkeld. Er is bij geen enkele beantwoor
ding, niet in bijzondere zin dus naar de vraag toe of in algemene zin,
ingegaan op de politiek, op de beleidskeuze die dit college heeft gehan
teerd bij de voorstellen aan de raad ten aanzien van de drie O's. Een mooi
voorbeeld daarvan is: op het ene moment moeten we het gemeentehuis schilde
ren, is het onuitstelbaar, onvermijdbaar, en nu kan het blijkbaar nog wel
een jaartje zonder dat likje verf. Want u houdt er niet aan vast. Het is
gewoon maar een klein voorbeeld, maar op verschillende punten en we hebben
die de vorige keer aan de orde gesteld, is dit terug te vinden. Wij hebben
u gevraagd om voordat u tot aanwending overgaat van de stelpost die u
instelt bij de bijzondere bijstand, eerst bij de commissie te komen. Geen
reactie van u gekregen. Ten aanzien van de invulling van de gebiedsmonitor
is gelet op onze eerdere standpunt daarin, geen steun voor uw voorstel. Wij
hebben een vraag gesteld met betrekking tot de chemicaliënpakken van de
brandweer. Geen antwoord. Ten aanzien van de kwaliteitsimpulsen zijn door
ons vragen gesteld bij de noodzakelijkheid daarvan. Aan de ene kant in het
kader van de door de raad vastgestelde noodzakelijkheid van de budgetneu-
traliteit bij de invulling van de P&O-nota en ten aanzien van de dekking
van dat miljoen. Over het dominoproject zijn vragen gesteld. De invulling
van de bezuinigingen is op verschillende punten door de raad ter discussie
gesteld, de politiesurveillanten is vrijwel door de gehele raad ter discus
sie gesteld. Op geen enkele wijze kunnen wij een reactie van u terugvinden.
Wij steunen uw voorstel in deze niet. Ten aanzien van de RWA hadden wij u
bij het jaarverslag al gevraagd om in te gaan op het feit dat daarin
melding wordt gemaakt dat die f 50.000,- al is afgeraamd en dat u dat hier
nog eens een keer als bezuiniging opvoert. Het is overigens geen bezuini
ging hebben we toen ook opgemerkt, maar het is gewoon een meevaller die in
de lijst moet staan met begrotingsmutaties. En ten aanzien van de I en A-
kredieten heeft mijn fractie nogmaals onder uw aandacht gebracht dat de