20 april 2000 - 46 -
Wethouder KROL: In een situatie, ik had niet willen herhalen wat we in de commissie gezegd hebben,
maar het blijkt toch nodig, waarin dit bedrijf in 1989 op deze locatie ontstaan is, waarbij in 1994 door
de vaststelling van het bestemmingsplan landelijk gebied dit bedrijf daarmee feitelijk ik zal niet
zeggen gelegaliseerd is maar een overgangsrechtspositie heeft gekregen is dat bedrijf een gegeven. Als
u vanavond het voorbereidingsbesluit niet neemt, continueert u daarmee exact de bestaande situatie.
Het voorstel van het college luidt nou juist om het voorbereidingsbesluit te nemen, niet zweverig, het
voorbereidingsbesluit te nemen. Afspraken te maken en die ook uit te voeren om de bestaande situatie
die er op dit moment op het perceel bestaat niet in die vorm te continueren en die afspraken zijn zelfs
voldoende om de buurman die hier in de commissie heeft ingesproken en aangegeven heeft moeite te
hebben met de werkzaamheden die op dat perceel plaatsvinden voor hem voldoende waren om te
zeggen als dat op die manier plaatsvindt is dat voor mij voldoende om mijn bedenkingen in deze
procedure in te trekken. Als we het voorbereidingsbesluit niet nemen hebben we geen
sturingsinstrument om die zaak ter plaatse te verbeteren en ik zou het onverstandig vinden om dat
sturingsinstrument vanavond uit handen te geven.
VOORZITTER: Dit nogmaals ter toelichting. In voldoende mate besproken. Kan de conclusie zijn dat
er toch unanimiteit in de raad is ten aanzien van dit voorstel of gaat dit te ver meneer Smeeing?
Heer SMEEING (CDA): Wij hebben ons erbij neergelegd dat het bedrijf zich daar gevestigd heeft.
Maar wij zouden graag hebben dat het gewoon op de goede manier begeleid wordt en strak in de hand
gehouden wordt, want leest u de stukken maar na van de laatste 4, 5 jaar, het is nooit gelukt op die
plek. En als de buurman het ermee eens is, dat vind ik allemaal schitterend, maar wij hebben als raad
toch ook een bepaalde verantwoording?
VOORZITTER: Absoluut. In voldoende termijnen over dit onderwerp gesproken. Duiden uw laatste
woorden dat u toch instemt met het voorstel, fractie van het CDA? Zij het aarzelend over de streep, is
er unanimiteit op dit punt maar is er nogmaals goed kennis genomen van de nadrukkelijke wens van de
raad binnen de mogelijkheden te sturen ter verbetering. Laat ik het dan zo samenvatten. Ja? Akkoord?
Mevrouw KOSTER (GL/PS): Nee, nee, nee, met de aantekening dat wij tegen zijn.
VOORZITTER: Met terugwerkende kracht met inachtname van de kanttekening dat de fractie GL/PS
tegen is.
Het voorstel (RV 00-43) wordt aangenomen met de kanttekening dat de fractie van GL/PS geacht wil
worden tegen te zijn.
12. Voorbereidingsbesluit voor perceel Parklaan 47
13. Marktverordening
14. Emissiebeperkende maatregelen riolering langs de Koningsweg
15. Overname overheidsrisico's voormalig NWI-bezit door het Waarborgfonds Sociale
Woningbouw
De voorstellen (RV 00-44, RV 00-37, RV 00-35 en RV 00-33) worden zonder discussie aangenomen.
20
16. l&
He
Bi
vo
m<
en
vr;
scl
uit
me
De
ov
inl
be
nie
pr<
da;
ov
an1
He
wc
me
ku
go
all
He
zei
die
VC
He
reg
kui
in J
mc
wa
koi
bei
He
nol
te 1
VC
W<
fra
WE