25 mei 2000 - 13- duidelijk over zijn, dat zaken als prikkeldraad en dergelijke, dat hoort niet in zo'n gebied, dat willen wij niet in zo'n gebied, en wij willen ook dat de openbaarheid van dit stuk grond gewoon gewaarborgd blijft. Er zijn buiten het contract nog andere mogelijkheden voor naar het oordeel van onze fractie, de grond valt onder boswet, we denken dat daarmee voldoende is geregeld en daarmee denken wij ook dat het onnodig is dat al deze emoties zo spelen. Per slot van rekening zijn er nog wel meer Soesters die 10 km prikkeldraad om hun terrein heen spijkeren en daar gaan we zelfs allerlei carillonvoorzieningen voor treffen. VOORZITTER: Nu liet u toch bijna de emotie ook spreken, maar dat was op het kantje. Mevrouw GERRITSE (CDA): Naar mijn fractie begrepen heeft komt door deze ruiling de heer Van 't Eind juist aan zoveel grond bij elkaar dat er eindelijk sprake is van een landgoed en dat er daarna pas een verplichting is voor het openstellen. Dus dat hij er tot nog toe een hek om heeft, komt ook omdat het stuk grond niet zo groot was dat die verplichting er was om het open te hebben. Dus vanaf nu, als we dit aannemen, is het zo'n groot stuk en heeft hij die verplichting. Wij waren zeer tevreden met artikel 13 en artikel 14 in het contract. Wij dachten dat het daarmee voldoende dichtgetimmerd was, ook met de boeteclausule, alhoewel ik me wel verbaasd heb over de hoogte van het bedrag. Ik denk dat de omgeving voldoende aan de bel zal trekken bij iedere overtreding. De gemeente moet hier dan wel alert op zijn en niet na 5 jaar pas reageren, maar een beetje vlot als er gepiept wordt, als er niet voldaan wordt aan dit contract. Wij hopen dat het dus allemaal daarna beter gaat. Wethouder BLOMMERS: Voorzitter, grondonderhandelingen worden in principe in deze gemeente gevoerd op basis van een aantal uitgangspunten. En ik denk dat de heer Roest er terecht op wijst dat het goed is om eens in de zoveel tijdje nog eens af te vragen hoe nou op dit momentje strategisch bezit is, wat er nog aan ontbreekt, en dan kunnen er zaken zijn die in de loop der tijd zijn veranderd en u noemde een bestemmingsplan Bokkenduinen wat daar duidelijk aanleiding toe is, waardoor je zegt: nou we zouden toch op dat gebied wat we vroeger misschien wat minder kwetsbaar waren en dan bedoel ik dat meer in de zin van dat er ontwikkelingen kunnen zijn die je niet had verwacht, datje die stukken grond nu opeens wat strategischer gaat vinden. Dus het is goed om daar over te praten en ik heb ook niet begrepen vanuit het college dat er bezwaar tegen is dat uw brief behandeld wordt in de commissie van de heer Krol. Dus dat zal wel degelijk gebeuren. Op basis waarvan ik werk, gewoon als grondzaken, is dat wij met elkaar hebben afgesproken dat wij proberen een aaneengesloten bosgebied te krijgen. En dan hebben we twee invalshoeken. De ene invalshoek is: hoe zit het in het beheer en hoe is de samenhang van, ik zal maar zeggen het advies van de heer Tupker, en aan de andere kant en dat is de afdeling grondzaken zelf die zegt: luister eens, maar niet tegen elke prijs meneer Tupker. En als u zegt: het moet meer worden, u gaat meer betalen voor bosgrond, ik vind het niet een prettig uitgangspunt als wethouder grondzaken, maar dan is dat natuurlijk een mogelijkheid. Maar in principe gaan we dus niet alleen maar grond kopen omdat het eens een keer op de markt komt. We kopen het inderdaad toch zoveel als mogelijk in een totaalvisie. Vandaar ook dat u in het dossier dat hier lag een soort heen en weer gepraat ziet. En watje dan merkt is dat er natuurlijk twee partijen betrokken zijn in dit soort gevallen. Mensen moeten willen verkopen, als wij iets willen hebben, wij moeten iets aan te bieden hebben wat interessant is. Soms hebben we verkopen die we misschien wel 20 jaar geleden hebben afgesproken, die we veel later effectueren, maar waar we wel afspraken over maken, dat zijn allemaal van die varianten op dit gebied. Dit is een stuk gebied waar we met name langs de Zandlaan natuurlijk al een hele tijd mee bezig zijn om te zorgen dat het een aaneengesloten eigendom wordt waar wij op die manier inderdaad een duidelijke positie hebben ten opzichte van onze buurgemeenten. Natuurlijk, als dan de heer Tupker op een goed moment met een ruil als deze zegt van: ja dan heb ik ook strategisch voor mijn bos een heleboel winst mee, dan volg ik graag het advies van mijn collega die daar over gaat. Het is niet zo dat wij deze grond dus kunnen kopen, ik zal maar zeggen wel kunnen kopen en niet ons stuk kunnen verkopen. Dan gaat het gewoon niet door. Ik bedoel, dat is dan die markt. Wel is het zo dat op basis van dit contract dat nu getekend is door de verkoper, het stuk dat wij verkopen gewoon open blijft voor de gebruiken van het bosgebied, want dat staat hierin. En u heeft de

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2000 | | pagina 144