29 juni 2000
-7-
Vraag 3, dat is een lange vraag. Heeft ons bestuur ook nagedacht over de consequenties voor de
Desmond Tutu-school, die als enige school in een speciaal samengestelde woonwijk naast het
onderwijs ook een belangrijke samenbindende taak heeft in die wijk, want een 70%-30%-verhouding
betekent het verdwijnen van deze school met belangrijke maatschappelijke implicaties. Daarover het
volgende antwoord: de term ons bestuur kan leiden tot verwarring. Ik neem aan dat hier toch bedoeld
wordt de totale raad zoals u hier zit. Het schoolbestuur van het openbaar onderwijs is verantwoordelijk
voor het personeel en kinderen op een 5-tal locaties en het bestuur is zich terdege bewust van de
situatie waarin het zich bevindt. Die situatie is overigens niet nieuw, maar al sinds 1996 is er flink
geïnvesteerd omdat toen al een aantal locaties, toen nog zelfstandige scholen, beneden de
opheffingsnorm waren of er dreigden onder te raken. Voorts zou ik willen opmerken dat enerzijds de
Eng niet de enige wijk is die specifieke kenmerken heeft, anderzijds is de Desmond Tutu-school ook
niet de enige school in de betrokken wijk en bovendien ook niet de enige school die een
maatschappelijke functie heeft. Dat hier een probleem ligt dat vraagt om een oplossing is duidelijk, en
dat is één van de aspecten die in het geplande overleg met andere schoolbesturen aan de orde zal
komen.
Vraag 4. U wilt het openbaar onderwijs versterken. Vindt u niet dat deze negatieve berichten juist
zorgen voor leegloop en wat doet u om dit te keren? Zoals blijkt uit het antwoord op vraag 1 heeft het
college geen actieve rol gehad in de gewraakte berichtgeving. Naar aanleiding van de
krantenpublicaties heeft de portefeuillehouder inmiddels per brief de ouders geïnformeerd. Om de
negatieve ontwikkelingen te keren is al eerder, 2 jaar geleden, nogmaals, een kwaliteitsimpuls aan het
openbaar onderwijs gegeven. Helaas moeten we vaststellen dat het aantal leerlingen toch is
teruggelopen. Maatregelen zullen noodzakelijk zijn en dit leidt helaas ook tot onrust die niet te
vermijden is.
Vraag 5. Personeel binnen de organisatie werkt onder grote druk, met alle gevolgen voor hun
gezondheid. Zij moeten het gevoel hebben te werken bij een stuurloze organisatie. Wat denkt u op
korte termijn te doen om de arbeidsomstandigheden te verbeteren? Naar onze indruk is het personeel
logischerwijs zeer teleurgesteld over het feit dat de forse inspanning die zij met name de afgelopen
jaren hebben gedaan om tot kwalitatief goed onderwijs te komen niet heeft geleid tot verbetering in het
aantal leerlingen. Dit en de noodzaak maatregelen te treffen brengen spanning en onzekerheid mee en
dat is op zich natuurlijk ook heel begrijpelijk. Het werken aan een oplossing is o.i. de beste manier om
te proberen zo spoedig mogelijk duidelijkheid te scheppen.
Vraag 6. Vindt u niet dat de specialistische kennis ten aanzien van de tweede taal-verwerving niet
verloren mag gaan, welke visie hebt u t.a.v. het behoud van die specialistische kennis en hoe die
ingezet zou kunnen worden als de scholen gesloten worden? Het antwoord: wij vinden ook dat die
kennis uiteraard niet verloren mag gaan. En bij het zoeken naar een oplossing is dat nou juist een
aspect waar nadrukkelijk rekening mee gehouden zal moeten worden.
Tot zover mijn antwoorden.
VOORZITTER: Dank u wel. Ik geef het onderwerp vrij voor bespreking.
Mevrouw MANN (GL/PS): Ja, hoe komen deze berichten naar buiten. U zegt dat u geen idee heeft.
Nou ik kan me wel voorstellen dat dat zo is, howel ik geloof als dingen zo lang in de beslotenheid
behandeld worden, dan krijg je langzamerhand de sfeer van: die weet wat en die weet wat, dan komen
er langzamerhand allerlei geruchten de straat op. Ik denk dat als je in openheid problemen behandelt,
hoe moeilijk ze soms ook kunnen zijn, je voorkomt dat er eigenlijk verkeerde berichten in de krant
komen.
Heer KONING (CDA): Meneer de voorzitter, mag ik daar een opmerking over maken? Dit geluid heb
ik geen enkele keer van GL gehoord tijdens de besloten vergaderingen. Ik vind het zeer
verbazingwekkend dat nu deze kritiek komt. Dan had u die kritiek moeten uiten toen wij in
beslotenheid aan het vergaderen waren en niet achteraf. Dus ik vind het een verkeerde opmerking.