29 juni 2000
-13-
kunnen worden. Want de ouders en de leerkrachten zijn gewoon partij in dit alles en niet alleen maar
toehoorders op afstand.
VOORZITTER: De tweede termijn, met in achtname van de kanttekening die ik even vooraf gemaakt
heb. Ik ga eerst terug naar de indiener van de vragen.
Mevrouw MANN (GL/PS): Ik maak het heel kort. Ik vind het een heel goed idee om een
commissievergadering volgende week te doen, echt grote bekendheid aan te geven, dus een besloten
gedeelte en een openbaar gedeelte en in dat openbare gedeelte moeten gewoon discussiepunten aan de
orde komen die voor de ouders belangrijk zijn en die juist die onrust veroorzaken, dan hebben we
tenminste het eerste stapje gezet, want daar gaat het om hè, communicatie.
Er was net een opmerking van mevrouw Stekelenburg van dat het jammer was dat hier over dingen
gesproken werd terwijl er toch dingen te verwachten waren. In het licht daarvan moetje nog een beetje
geduld hebben. Heb ik dat nou goed begrepen? Want dat is nou net mijn probleem, er is altijd wat te
verwachten, ik ben steeds iets aan het verwachten en daarom ben ik niet lekker aan het praten, daar
wilde ik even op reageren.
Mevrouw HUBERTS (VVD): Voorzitter over één ding zijn we het hier met elkaar wel eens, dat wat er
gebeurt met het openbaar onderwijs een drama is en dat we met elkaar eigenlijk nog niet weten hoe we
dat moeten gaan keren. We zijn bezig daar een traject voor te doorlopen en dat is nu bruut verstoord
omdat er dus in de krant mededelingen zijn gedaan daar waar wij dat eigenlijk niet naar buiten wilden
hebben en niet zozeer omdat we zo nodig alles top-down willen beslissen, maar meer omdat je soms
niet alles naar buiten en in het openbaar kan bespreken. Dus ik denk dat het goed is dat de commissie
vergadert met elkaar en ik denk eerst in het beslotene en waar mogelijk in het openbare gedeelte wat
mededelingen kan doen. Maar je kan niet de tijd de zorgvuldigheid laten beheersen, dus ik denk dat
zorgvuldigheid geboden is. Wat er nu gebeurd is naar de ouders toe, waardoor al die onrust ontstaan is,
is al erg genoeg. We kunnen het ons niet permitteren nog meer van dit soort dingen te bewerkstelligen,
dus ik zou willen voorstellen in ieder geval de zorgvuldigheid voorop, een besloten vergadering prima,
en als het kan openbaar, maar in elk geval dat we daar niet te snel mee moeten zijn.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Voorzitter, ik denk datje niet moet vergaderen om het
vergaderen. Er moet volgende week iets zijn waar we het concreet over kunnen hebben. Ik denk dat
dat in eerste instantie altijd, gezien de onderhandelingen die er zijn, in beslotenheid moet kunnen en
als daar aanleiding toe is en daar zijn we dan allemaal zelfbij, dan kan dat zo zijn dat we dat naar
buiten toe presenteren. Als ik zeg, naar mevrouw Mann toe, je moet hier voorzichtig mee zijn, dan
denk ik dat ik ook beluister bij mevrouw Huberts die zegt van: het gaat om de kwaliteit en de
uitkomst. En het gaat er niet om dat het snel moet omdat ouders daarop zitten te wachten. Want we
hebben besloten dat het komend jaar de zaak gewoon doorgaat zoals die nu loopt. Dus het is niet zo
dat er volgende week een school gesloten wordt, nee, dat is niet aan de orde. En ik zie best in dat er
onrust is en ik zie ook best in dat ouders duidelijkheid wensen, maar dat soort dingen kun je niet
afdwingen. Dat heeft helaas soms langer nodig dan je zou willen, hoe vervelend dat ook is en dat is
voor iedereen vervelend, maar ook met name voor ons vervelend. Als het niet zo was, hadden we het
er vanavond ook niet over hoeven te hebben. En in die zin denk ik: als mevrouw Mann meent het
openbaar onderwijs te dienen, dan moetje dat vooral doen daar waar het hoort, in de commissies, heel
nadrukkelijk daar aan de orde stellen alles wat ze op haar hart heeft, dan kunnen we het er daar over
hebben en in die zin sluit ik me dus ook aan bij de opmerking van de heer Koning die zegt: wat is nou
de relevantie om het hier vanavond in de openbaarheid te bespreken, want datgene wat mensen willen
horen is niet bekend, en als het misschien al bekend zou zijn, zou het misschien in dit stadium niet
verstandig zijn om het openbaar te zeggen.
Heer KONING (CDA): Ik heb net in eerste instantie gehoord dat sommige fracties toch wat moeite
hebben met de vele besloten vergaderingen over dit onderwerp. Ik denk dat diezelfde fracties nu ook