29 juni 2000
-15-
VOORZITTER: Kan ik daarmee het onderwerp afsluiten? Voldoende over gesproken. Een belangrijk
onderwerp. Dan concludeer ik agendapunt 4 af met de woorden van de wethouder.
5. Ontwikkelingsprogramma Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV)
Heer KRIJGER (VVD): Voorzitter, in gedachten bij nog een aantal opmerkingen bij het vorige
agendapunt zullen wij proberen dit belangrijke punt toch kort en zakelijk te behandelen en waarom?
Er is een planning voorgesteld met betrekking tot het doorvoeren van alle mogelijkheden die zijn
geïnventariseerd in het plan ISV. Het belangrijkste is dat er nog in dit jaar gekomen wordt met een
aantal plannen voor Smitsveen en Soesterberg-Noord. De hele procedure met betrekking tot het
Spoordal loopt ook al, dat is het volgende agendapunt. Wij zijn blij dat Soest op tijd is gekomen met
een plan tot kwaliteitsverbetering binnen de bebouwde kom, waar dit er één van is. Het is wel een zaak
dat ontzettend veel overlegd wordt met belanghebbenden en dat zijn zeer veel instellingen en
verenigingen en personen uiteraard in Soest zelf. Dan wil ik toch nog eens vragen, zeker aan de
portefeuillehouder die communicatie in zijn portefeuille goed behandelt in het algemeen, hoe het nou
zit met het overleg met Soesterberg. Ik sta perplex van bepaalde uitlatingen van het Calimero-effect,
laat ik het zo maar noemen, met betrekking tot een groot aantal ondernemers in Soesterberg en
misschien dat de heer Storimans, een Soesterberger, er ook wat op kan zeggen zo meteen. Maar als we
kijken naar alle geïnterviewde personen voor we konden komen tot dit rapport, kijken naar alle
deelnemers van de werkconferenties, kijken naar de ingekomen stukken van maanden terug, dan krijg
ik het idee dat het belang van deze zaak niet begrepen is als we gisteren lezen in een krant dat er een
soort onbehagen ontstaan is bij een aantal Soesterbergse ondernemers. Ik weet niet of ze allemaal op
de vergadering waren, dan kan het best betekenen dat het niet zo erg is als dat het nu lijkt, maar er
wordt gesuggereerd dat er een heleboel dingen niet goed zijn gegaan. Wij zouden u graag willen
uitnodigen zo meteen, meneer de voorzitter, of dat u dat laat doen door de heer Krol, hoe gaat dat nou
verder met al die belanghebbenden die hebben ingesproken, die aardige reacties hebben gegeven op
papier, die verwerkt zijn in een plan die we nu voor ons hebben liggen. Want zoals het nu voor ons ligt
zeggen wij: dit plan, daar hebben we al heel veel over gesproken, akkoord, ga aan de gang. We zullen
per 2, 3 maanden denk ik wel een rapportage krijgen of we vragen ernaar hoe het nou gaat, maar ik wil
toch wel proberen via u dat iedereen die betrokken is bij de totstandkoming van het rapport erbij blijft
zitten en niet wegloopt of andere dingen gaat roepen.
Heer STORIMANS (CDA): Voorzitter, laat ik eerst reageren op de woorden van de heer Krijger,
omdat mijn verbazing, wat ik las in de krant, net zo groot is als de verbazing die de heer Krijger erover
heeft. Ook omdat ikzelf bij de betreffende bespreking aanwezig ben geweest en ik niet alleen,
meerderen hier zijn aanwezig geweest. Dus ik ben verbaasd over wat er in de krant stond. Wat ik wel
gemerkt heb tijdens die bespreking is dat er initiatieven ontstonden, initiatieven om zelf ook dingen uit
te gaan werken. Wat ik heel prettig vind, dat naar aanleiding van zo'n stuk dat soort initiatieven
ontstaan. Ik heb daar de vorige keer vragen over gesteld van: hoe denkt u daar de volgende keer mee
om te gaan met dit soort initiatieven. Omdat ik daar nog geen duidelijk antwoord op heb gekregen was
dat één van mijn vragen vanavond. Hoe gaat u om met initiatieven vanuit Soest met betrekking tot dit
stuk. Ik ben heel erg blij dat u de kritische blik die wij tijdens de commissie op het stuk hebben gelegd
heeft meegenomen, verwerkt heeft in het nieuwe stuk. Wij zijn blij dat er een visie ligt, voor ons een
aanknopingspunt om hiermee verder te gaan en te kijken hoe we dit kunnen passen in nieuwe zaken
die we gaan ontwikkelen en ja, wij zijn heel erg blij met het stuk zoals het nu voor ons ligt en wij
hopen dat we het daadwerkelijk op een goede manier gaan gebruiken.
Mevrouw KOSTER (GL/PS): Voorzitter, wij vinden het een goed voorstel zoals het er ligt en wij
denken dat het behoorlijk uniek is dat er nu een goede samenbundeling komt van landelijke,
provinciale en gemeentelijke inspanningen en dat daar en de woningbouw en de bedrijven en de
natuur goed op zijn plaats komen. We juichen dit zeer toe. Wat we wel willen benadrukken in het