31 augustus 2000
Heer KONING (CDA): Voorzitter, voordat ik reageer op uw vraag zal ik toch nog wel even een aantal
woorden namens de CDA-fractie willen wijden aan het vertrek van wethouder Ten Hove. Tenminste,
als dat van u mag.
VOORZITTER: Ja, ik zou het liefst hebben dat u dat wel bij dit agendapunt, maar na vaststelling van
de bijzondere omstandigheid zou willen doen. Zou dat mogen?
Heer KONING (CDA): Ja, u vraagt het zo vriendelijk, u smeekt het bijna.
VOORZITTER: We hebben wellicht nog een lange avond te gaan, meneer Koning. Als je dan met
onvriendelijkheid moet beginnen, waar eindigen we dan vanavond?
Heer KONING (CDA): Daarom wilde ik juist beginnen met toch enkele woorden richting het vertrek
van wethouder Ten Hove.
VOORZITTER: Ik geef u die ruimte.
Heer KONING (CDA): Het gaat ook om een stuk vriendelijkheid en een stuk meeleven. Wij hebben
een aantal jaren met Ten Hove mogen samenwerken op een goede manier. Wij hebben veel waarde
ring voor zijn medemenselijkheid, zijn betrokkenheid ook in persoonlijke omstandigheden. Hij bleef
altijd zichzelf en blijft altijd zichzelf, hij leeft nog steeds, zo af en toe krijg je het gevoel datje over
iemand praat die al weg is, maar dat is natuurlijk zeker niet het geval. Het is natuurlijk zeer spijtig en
dat vindt onze fractie ook dat hij om gezondheidsredenen heeft moeten stoppen. De laatste maanden
waren niet gemakkelijk en als je niet goed in je vel zit en de problemen zijn zo groot zoals ze waren de
afgelopen periode, dan valt dat erg zwaar. Je kunt je afvragen, en dan kom ik in de buurt van de WD
terecht, of wij met z'n allen hier wel verantwoordelijk bezig zijn door een grote gemeente als Soest,
met drie wethouders proberen te besturen. De meeste gemeenten van onze omvang hebben vier of
vijf wethouders. Wij doen het met drie. En ik ken geen enkele andere gemeente waar, van deze
omvang, drie wethouders opereren. Ik zou ze niet weten. Plegen wij, voorzitter, wellicht roofbouw op
onze wethouders? Als alles gladjes verloopt, dan gaat het, maar er hoeft maar een beetje tegen te zitten
en dan kan het fout gaan. Ik denk dat wij ons moeten beraden, met z'n allen, ook zeker voor de
toekomst, of wij op deze manier juist bezig zijn. Dat wilde ik toch opmerken. Wij delen uw beweegre
denen om vandaag met name vanuit dat vertrekpunt, een nieuwe wethouder te kiezen. En nogmaals,
wij danken de heer Ten Hove voor de goede contacten, voor de samenwerking en voor zijn bijdrage
aan het bestuur van onze gemeente. Dank u wel.
Heer MEILOF (GPV/RPF/SGP): Voorzitter, het GPV/RPF/SGP stemt in met de gedachtegang dat het
goed is om vandaag hierover een beslissing te nemen om een nieuwe wethouder te benoemen. Dank u.
Mevrouw MANN (GL/PS): Voorzitter, ook van onze kant zijn wij het er volkomen mee eens dat er
natuurlijk een derde wethouder aangesteld wordt, en ik wil eigenlijk toch mijn waardering uitspreken
voor de woorden van de heer Koning en voor zijn suggestie van: is het misschien niet echt te veel om
met drie wethouders dit werk te doen.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Voorzitter, de fractie van GGS acht het noodzakelijk om van
avond te voorzien in de vacature die is ontstaan in het college.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Voorzitter, ik zou eraan hechten als u nog even zou benoemen,
al is het maar even voor het verslag de wettelijke tekst zoals die door de secretaris aan mij is overhan
digd. Ik denk dat dat goed is, omdat ik hem, misschien mogelijk later nog eens uitgebreid zou willen
bediscussiëren met u, zeker gegeven de woorden die u net heeft uitgesproken. Voor het overige
hebben wij geen problemen met dit ordevoorstel.
- 3 -