21 september 2000
- 12 -
openbaar onderwijs. Want wij zijn met elkaar eens dat we daar gewoon voor moeten gaan, dat dat
goed geregeld wordt, maar ook voor het totale onderwijs in Soest.
Heer ROEST (D66): Voorzitter, het college - heeft de heer Witte gezegd - wil vooral naar voren
kijken. Dat kan ik me goed voorstellen, want dat is natuurlijk ook belangrijk. Daar ben ik ook mijn
verhaal mee begonnen. Maar het is natuurlijk toch wel belangrijk om ook lessen uit het verleden te
leren. En mijn vraag is dus geweest: wat hebben we eruit geleerd en wat zullen we anders doen. Want
het blijkt toch zo te zijn dat we een bepaald lesje steeds weer niet leren. Ik heb gevraagd aan mijn
collega's om het handelen van het college te toetsen. Mevrouw Huberts heeft dat bijvoorbeeld nog
steeds niet gedaan. Van het CDA heb ik gehoord dat ze het plezierig hebben gevonden dat er eerst een
onderzoek was geweest. Daar heb ik het dus inderdaad ook over gehad en dat is duidelijk. GGS heeft
aangegeven dat men zonder analyse tot sluiting was overgegaan, een milde kritiek en dat de tussenba
lans niet was verwerkt. GPV heeft gewezen op de zwakke profilering. Mevrouw Stekelenburg namens
de PvdA heeft vooral in haar betoog al het handelen van het college heilig verklaard, totdat de heer
Ten Hove weg was, en nadat het andere college was aangetreden heeft zij gezegd dat er de nodige
kritiek was. Tenminste, dat viel mij duidelijk in het betoog op, dat vind ik toch minder geloofwaardig.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Voorzitter, mag ik één opmerking naar de heer Roest maken?
Ik heb juist geprobeerd om aan te geven hoe zorgvuldig, en daar was u ook bij betrokken, op alle
avonden en alle besloten vergaderingen er overleg is geweest met ons en met anderen. En daar kunt u
niet omheen.
Heer ROEST (D66): Nee, maar toch handhaaf ik datgene wat ik zeg. Ik wil trouwens zeggen dat ik mij
zelf die vraag ook heb gesteld natuurlijk. Want ik vraag niet aan het college of zij zorgvuldig heeft
gehandeld, en dat vraag ik mijzelf ook af als raadslid. En achteraf denk ik misschien dat ik ook nog te
weinig heb gedaan. Ik heb weliswaar vorig jaar uitgebreid, dat kunt u nalezen, tijdens de begrotingsbe
handelingen een debat met de heer Ten Hove gehad waarin ik zei dat die belangen van het bijzonder
onderwijs en het openbaar onderwijs in het verlengde van elkaar lagen. Dat zijn als het ware twee
communicerende vaten, oude tussen die twee vaten, maar het belang is eigenlijk dat die twee
vaten gaan communiceren. En dat is weer heel iets anders. En daar moetje aan werken en dat moetje
als overheid sturen en dat is tot dusver te weinig gebeurd. En achterafheb ik daar ook op te weinig
tussenmomenten een lans voor gebroken. In juni heb ik dat ook gedaan, maar ik vind achteraf, en dan
trek ik voor mezelf het boetekleed aan, dat ik er nog te weinig aan heb gedaan. Maar niemand stelt
zich hier die vraag. En u kunt ook van mij verwachten, ik ga nog verder met het betoog, dat ik ook na
deze keer niet zoals de vorige keer met de sportclustering zeg: college u bent onzorgvuldig geweest, en
ik ga een motie daarover indienen. Deze raad toetst gewoon het college niet. Nou, soit, dan blijft dat
zo. Ik zal vandaag geen motie indienen, dan weet u dat al vast, en ik vind dat toch die afweging heel
belangrijk is. Ik vind dat het antwoord, voorzitter, van de wethouder toch te summier was. Hij gaat
niet in op vragen. De vragen waren visie. En als ik mevrouw Huberts wil beantwoorden, ik heb
gezegd: het onderzoek gaat nog steeds wat mij betreft teveel uit, en dat zie je in de formulering, van
integratie, van die 30-70 verhouding en te weinig op taalachterstand. Ik had graag, en dat bedoelde ik
met verbreding, en ik hoop dat u dat wilt begrijpen, dat er meer het accent werd gelegd, ook bij de
uitgangspunten van het onderzoek voor het bestrijden van taalachterstanden omdat ik meen dat dat een
heel belangrijk aangrijpingspunt is om kansen van kinderen in de maatschappij te verbeteren.
Heer KONING (CDA): Waaruit concludeert u dat?
Mevrouw HUBERTS (VVD): Ja precies.
Heer ROEST (D66): Ik heb de titel boven het onderzoek bijvoorbeeld gelezen en het is toch wel heel
belangrijk dat Unia die boodschap heel duidelijk snapt. En ik vind dat dat dus gewoon niet goed gaat.
