I M<
21 september 2000
- 18 -
21
6. Verslag klachtenbehandeling I
Heer VAN GEET (VVD): Voorzitter op de eerste plaats wil ik beginnen met de opmerking dat het I
goed is dat er een ombudsman is. En de intentie van de klachtenbehandeling is het bereiken of het I ,je
weer bereiken van een goede verstandhouding tussen de klager en de gemeente. En als je dan kijkt
naar de opmerkingen en de waarderingen die geuit zijn door de gemeentelijke ombudsman, lijkt het I
mij alleszins redelijk om aan te nemen dat er sprake is van een goede verstandhouding. Wel wil ik u I eei
attenderen op punt 3 van de conclusies en aanbevelingen, namelijk dat het aantal klachten dat betrek
king heeft op de lange duur van afhandeling eigenlijk teveel is en dat er als het ware weer een klacht I y(
moet worden ingediend om antwoord te krijgen. Het lijkt mij goed namens mijn fractie dat als de I ter
termijn niet gehaald kan worden daar de klager over wordt geïnformeerd, maar ik heb ook al gezien in I ev
de overwegingen in uw raadsvoorstel dat dat gaat gebeuren en daar ben ik ook blij mee. Dank u zeer.
Heer ROEST (D66): Voorzitter volgend jaar mag u dit voorstel noemen: verslag ombudsman 1999 I w(
2000. I ge
co
VOORZITTER: Ja, we zijn nu ook weer meer met die toekomst bezig dan met het verleden hè, dat is I nj(
misschien wel goed dat we dat bij sommige onderwerpen doen, maar u maakt wel diep technisch in I n0
ieder geval de goede aanduiding. We zullen die getallen wijzigen. I acj
De heer Van Geet kan ik als reactie geven dat we in de commissie juist ook bij deze punten vrij I jj,
expliciet heben stil gestaan. Dat ook in overleg binnen het managementteam aandacht is gegeven aan I z\j
de relevantste punten van dit jaarverslag en dat ik naar de toekomst toe graag de wens uitspreek, want I W£
daar willen we vanuit het college hard aan werken dat op de punten die genoemd zijn, naast de punten I W£
die naar tevredenheid marcheren, maar laten we ons maar even richten op de punten die met name I ge
aandacht vragen, dat we dat op het niveau krijgen dat wenselijk is. Ik kan concluderen dat u unaniem
het jaarverslag 1999 voor kennisgeving wilt aannemen. I y(
Het voorstel (RV 00-95) wordt unaniem aangenomen. I
da
arl
7. Instellen beleidsevaluatiecommissie I te
be
Mevrouw GERRITSE (CDA): Ik moet beginnen met te zeggen dat ik dat woord al, beleidsevaluatie- I ev
commissie, een verschrikkelijk woord vind. En ik zou u eigenlijk willen voorstellen om dat of af te I
gaan korten in commissie eva of commissie van de naam van de voorzitter van dat moment. Ik heb het
vier of vijf keer proberen te zeggen en iedere keer breek ik mijn tong erover. Het is een prachtig I m
scrabblewoord, maar het is verschrikkelijk. daar heb ik ergens gezien dat het een raar geheel is. De m(
invloed van de commissie ABZ wordt namelijk erg groot. Als u ziet naar art. 5.3 als dat gehandhaafd ge
zou blijven, dan zou ik eigenlijk tegen zijn. Dan blader ik even daarnaar toe. Daar staat dat ook de ha
onderzoeksopzet en de onderzoeksvragen nog een keer instemming nodig hebben van de raadscom- I ee
missie ABZ. Als u dat gaat doen, het je dus eerst dat er mensen genoemd worden naar ABZ, dan moet I pa
het onderwerp door ABZ, dan moeten de vragen door ABZ, dan moet de instemming voor het geld I
naar ABZ. U haalt nooit 1 april op deze manier. Iedere keer opnieuw ABZ. Dat geeft enorme vertra-
ging. Bovendien heb ik ook het gevoel dat als het zo zou gebeuren, dan kan beter de commissie ABZ j,è
het zelf doen, want dan is het meteen gedaan. Dan zit er nog iets in. j ee
Heer MEILOF (GPV/RPF/SGP): Mag ik even bij interruptie vragen voorzitter, want het is natuurlijk I ^c
niet voor niets geformuleerd door deze ontzaglijk wijze commissie op deze wijze, want het gaat erom I je
dat het dus deze keer niet B&W is die dat bepaalt, maar dat de raad het is. En dan kan je dus de raad I fr;
hier telkens over laten uitspreken, maar dat kan je ook comprimeren in de commissie ABZ om er wat I je
meer snelheid aan te geven. En meer is het niet. En ik denk dat het in die zin een wijs besluit is. Dank kc
u.
mi
