21 september 2000
VOORZITTER: Dus ja, de gedachte bij de werkgroep is echt geweest: maak een eenvoudige heldere
regeling, daar kun je je aarzeling bij hebben, maar laten we nou maar gewoon ervaring gaan opdoen
met de commissie. Er is een vrij grote invloed bij de fracties zelf wat bemensing betreft. Het streven is
ook geformuleerd dat het enige distantie en onafhankelijkheid moet hebben. Laat de keuze van het
thema maar de komende maand bediscussieerd worden. Laat de commissie een jaar aan de slag gaan
en tegelijkertijd met het eerste onderzoeksresultaat kunnen we even terugkijken en zeggen van: hebben
we nou uiteindelijk de goede afweging gemaakt of kan die nog preciezer ten aanzien van het regle
ment van de commissie. Een beetje vanuit die benadering is het ook vanavond aan de orde. Als u zegt:
ik blijf toch wat ernstige bedenkingen houden, dan moeten we gewoon even kijken hoe we daar toch
aan tegemoet kunnen komen. Als u zegt: nou ja, ik geef het de ruimte, dan nemen we de ruimte.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Dank u wel. Ik was eventjes de orde van de vergadering aan het
verliezen omdat de heer Meilof mij ging interrumperen en u daarna het overnam, maar met de
wijzigin-gen zoals u net in de verordening hebt aangebracht denken wij dat in ieder geval een belang
rijke wijziging is aangebracht die tegemoet komt aan een deel van onze bezwaren en ik sluit daarmee
verder dan maar verder aan bij wat de heer Roest heeft gezegd van: laten we het dan maar een jaar
gaan proberen en dan pakken we gewoon het verhaal van deze vergadering er weer bij en dan kijken
we hoe het is gelopen.
VOORZITTER: Geldt dat voor iedereen? Mag ik het zo doen.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Met de nodige scepsis kunnen wij dan nu akkoord gaan.
VOORZITTER: Mevrouw Gerritse, u zit te glunderen. U moet een blij mens zijn, want uw vrees voor
ABZ is verdwenen.
Mevrouw GERTITSE (CDA): Van de vijf is er één af, dat is a; heel wat.
VOORZITTER: Dat is toch een score van 20%, dat is niet mis. Ik kan concluderen dat de raad met in
achtname van door mij al eerder door de raad aangegeven kanttekeningen instemt met het voorstel.
Het voorstel (RV 00-97) wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen met in achtname van de
gemaakte kanttekeningen.
- 29 -