16 oktober 2000
Heer MEILOF (GPV/RPF/SGP): Vooral qua aard heb ik gezegd. Dat een bepaald deel van de Soester
samenleving niet meer vertegenwoordigd is.
VOORZITTER: Qua aard en qua effect. En waarom is dat zorgelijk? Omdat je er eigenlijk als politie
ke partijen met z'n allen alles aan moet doen om de raad zo presentatief mogelijk te laten zijn, dat is
één. Het tweede is dat het geen goed effect heeft naar de samenleving toe als het tempo van wisseling
en te hoog is en daarnaast denk ik dat het ook niet echt uitnodigt naar weer nieuwe leden om aan het
politieke werk te beginnen. En daarom is het denk ik heel goed, en daarom stellen we het punt van
aandacht op prijs, dat we ook in de raad en ook in het college eens nagaan hoe we ook de introductie
van nieuwe raadsleden kunnen bevorderen, hoe B&W en ambtelijke organisatie, maar ook politieke
partijen daarin een stimulerende rol in kunnen vervullen, zodat we de kans op wisseling in ieder geval
als die onbedoeld is zo beperkt mogelijk laten zijn. Laat ik u dat aangeven.
De toekomstvisie Soest, als derde onderwerp wil ik daar iets over zeggen namens B&W. In het
thematisch deel van de aanbiedingsnota is daar aandacht aan besteed in termen van de pijlers van
bruggen naar de toekomst. En als we goed luisteren en dan ook weer in herinnering roepen de reacties
in de commissie ABZ dan kunnen we concluderen dat van de zijde van de raad er brede steun is om
aan dit onderwerp gezamenlijk te gaan werken. En in het eerste kwartaal 2001 kunt u een eerste aanzet
voor de aanpak verwachten op dit punt. En daarbij is een heel belangrijk punt, ook de CDA-fractie
vraagt er met name naar, dat we daarbij ook aangeven op welke wijze we de burgers willen betrekken
bij het vormgeven van die ontwikkelingslijnen, de pijlers van de bruggen naar de toekomst. En in die
zin zou de bestuurlijke vernieuwing en het formuleren van de toekomstvisie in Soest hand in hand
kunnen gaan. Heel graag willen we daar in het eerste kwartaal volgend jaar met u nader van gedachten
wisselen.
Heer KONING (CDA): Mevrouw de voorzitter.
VOORZITTER: U wenst te interrumperen meneer Koning, ik geef u daar graag de gelegenheid voor.
Heer KONING (CDA): U bent nog steeds voorzitter?
VOORZITTER: Wat dacht u dan?
Heer KONING (CDA): Bestuurlijke vernieuwing betekent dat nou mevrouw Blommers voorzitter is.
VOORZITTER: Wat wilt u meneer Koning?
Heer KONING (CDA): Ik wil graag alvast vernemen welke ideeën u hebt om de burger erbij te
betrekken.
VOORZITTER: Wij staan heel open voor uw ideeën op dat punt, in tweede termijn geformuleerd,
want wij zijn wat terughoudend geworden, dat heeft o.a. met die aarzelende start te maken, te snel
ideeën op dat punt te formuleren. Dus heel graag staan wij open voor ideeën op dat punt.
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Dat siert u op zich, want luisteren naar de raad is natuurlijk altijd
iets geweldigs, maar aan de andere kant bent u wel heel direct met het leggen van een koppeling naar
de bestuurlijke vernieuwing en daarmee zou toch de vraag gerechtvaardigd zijn of u daar zich ideeën
over heeft gevormd.
VOORZITTER: Ja denkbaar is dat als je als politieke partijen vanuit een gemeenteraad of vanuit een
college van B&W in samenspraak met de inwoners wil gaan verkennen iets van een toekomstvisie in
Soest, datje daarbij ook probeert te realiseren de bestuurlijke vernieuwing die beoogd wordt door
deskundigheid, betrokkenheid van inwoners te stimuleren om mee te doen. En in die zin heb ik
- 40 -