18 oktober 2000
Een tweede opmerking even wat mij wat verwonderde van de heer Krijger was het feit dat hij zelf wel
achter die katheder ging staan en dat hij daar ook dat enthousiaste systeem oppakte wat hij zelf toen
benoemde en waarbij hij ook zelf toentertijd aankaartte: en laten we dan in vredesnaam reageren op
elkaar. Ik geloof dat hij zelfs nog zei: geef de burgers misschien ook nog een kansje tijdens die
begrotingsbehandeling, dat zou heel leuk zijn. En dat hij zelf de aftrap nam hier net, met een herhaling
van wat er al gezegd was. Dat verwonderde mij even wat.
Heer KRIJGER (VVD): De heer Meilof heeft lang in ABZ gezeten en ook bij de discussie over een
andere werkwijze. Ik voelde mij toch weer ingekaderd, maar de volgende keer niet meer.
Heer MEILOF (GPV/RPF/SGP): Oké. Fijn, dan wordt het misschien ook wat leuker.
Voorzitter er ontstaat een discussie tussen D66 en de heer Krol over bestemmingsplannen en art. 19-
procedures. Ik kreeg er even weer een beetje buikpijn van, en vooral vanuit de zijde van D66. Wij
maken bestemmingsplannen, ik snap soms D66 niet helemaal. Wij maken bestemmingsplannen en die
maken wij zo globaal mogelijk. We hebben van de Provincie zelfs op ons kop gekregen dat we ze te
globaal maakten, we moesten ze weer ietsje beter maken. Bestemmingsplannen, suggereert D66 op dit
moment, dat dat dingen zijn waar je je aan moet houden. En dat is ronduit vervelend. En daar bedoel
ik het volgende mee. Het is gewoon helemaal niet waar. Wij maken bestemmingsplannen waarbij wij
iedere keer beoordelen als iemand met een voorstel komt voor zijn eigen persoonlijke situatie, van past
het in de bestemming? Nee. En dan gaan we beoordelen: is datgene wat deze burger wenst misschien
gunstiger, wantje kunt alleen marginaal beschrijven hoe de situatie er op dat moment bij ligt enz. En
op dat moment zijn we heel vaak blij met initiatieven van burgers die afwijken van een bestemmings
plan. Dus met andere woorden: de ontzaglijke smalle marges die D66, de heer Roest op dit moment
aanlegde, vond ik benauwend. Dat was volgens mij absoluut niet de bedoeling. Een art. 19-procedure
is ook absoluut niet iets wat eigenlijk niet zou moeten. Een art. 19-procedure mag bestaan en moet
bestaan.
Heer ROEST (D66): Voorzitter kan ik daar meteen op reageren, anders vergeet ik dat. Die marges zijn
natuurlijk helemaal niet klein. Ik realiseer me natuurlijk ook dat we daarvan afkunnen wijken. Alleen,
het is elke keer weer zo, en daar komen we iedere keer in de commissie planologie ook achter, dat
kavelstaren, daar heb ik dat ooit genoemd, leidt op een gegeven moment tot precedentwerking. Dat
moetje elke keer weer in je achterhoofd houden. Er lopen talloze ondernemers in Soest rond die, ik
weet dat het bijvoorbeeld zo bij de tennisbanen is geweest, zeggen: oh daar mocht het wel, en dan
mogen wij ook. De heer Krol weet dat dat gebeurt, die heeft daar continue mee te maken. Dus als je
een besluit neemt, dan moetje natuurlijk wel kunnen afwijken, daar ben ik het gewoon mee eens.
Maar je moet dat niet lichtvaardig doen, en vooral op essentiële punten, en wij hebben het dus in dit
geval ook over Zonnegloren gehad, dan moetje wel heel goed nadenken. Daar denken wij verschil
lend over, maar het is natuurlijk niet zo dat de marges voor ons nul zijn. Inwoners hebben wel een
bestemmingsplan gelezen en weten dan wat hun rechten zijn.
Heer MEILOF (GPV/RPF/SGP): Uw woorden ondersteun ik van harte behalve die opmerking over
Zonnegloren. Het is goed dat u weer verduidelijkt heeft wat u echt bedoelde.
Buitengebied. De heer Krol heeft er even een opmerking over gemaakt. Er kan veel zei hij. Dat ging
even over de boerenbedrijven, veranderingen enz. En toen zei hij er achteraan zo spontaan, maar iets te
weinig. En dat leverde bij mij wel een kleine schok op. Maar goed, ik denk dat we wel degelijk
moeten kijken wat de mogelijkheden zijn bij agrarische veranderingen. Ja, u hebt dat gezegd, u weet
soms misschien dat niet precies, maar ja. Dat vond ik voor een wethouder r.o. best een gevaarlijke
opmerking, zoals u dat even spontaan zei. Daarom herhaal ik hem even, omdat ik het best fijn zou
vinden als u hem nog enigszins corrigeert.
Wethouder KROL: Voorzitter mevrouw Blommers mocht het net ook, ik neem aan dat ik ook even
mag. Ik denk dat we elkaar verkeerd begrepen en dat daar mijn gefronste wenkbrauw vandaan kwam.
- 29 -