18 oktober 2000
- 36 -
akkoord gaan met de voorstellen zoals ze hier liggen, maar maakt ons nog eens nadrukkelijk erop
attent dat in de begroting ook nog een reservering zit van 1,9 miljoen voor de gevolgen van de her
taxatie. GGS spreekt de hoop uit dat die middelen niet allemaal nodig zouden zijn, en stelt dan ook
duidelijk dat ze die middelen als ze niet nodig zijn voor dit doel, terug wilt eens geven in de vorm van
lagere tarieven bijvoorbeeld. Ik ben bang gezien de ontwikkelingen zoals ze nu zijn, dat die 1,9
miljoen wel degelijk helemaal nodig zal zijn om de gevolgen van de taxatie op te vangen. We weten
het niet en als zodanig neem ik de opmerking van GGS ook mee bij de nadere rapportage rond de
ontwikkelingen van de WOZ.
Dan is er een vraag gesteld over het verschil tussen de prijscompensatie in zijn algemeenheid en de 3%
in de begroting. Dat is inderdaad opvallend dat dat iets hoger is dan het gemiddelde inflatiepercentage,
maar dat komt ook omdat wij in zekere mate rekening hebben gehouden met de BTW-verhoging. Er is
natuurlijk een aanname, dat is altijd zo'n bedrag, en het zou kunnen zijn, dat zou prettig zijn, als het
wat minder was en dat zult u dan ook vanzelf zien op het moment dat we de ontwikkelingen aan den
lijve meemaken.
Dan is er door een aantal van u gesproken over de differentiatie in de afvalstoffenheffing. Het
college handhaaft zijn standpunt dat er niet op dit moment gedifferentieerd kan worden. Hoewel het
college ook nog steeds ervan overtuigd is dat zodra het wel kan, op een manier zoals we eerder hebben
afgesproken, en ik ga die discussie niet helemaal herhalen, wij met voorstellen zullen komen.
Ik ben blij dat het onderzoek naar de sociale dienstverlening in ieder geval genade heeft gekregen in
de ogen van GGS, maar ik hoop ook oprecht dat we er een heleboel uit zullen kunnen halen om op die
manier het nog duidelijker te krijgen wat bepaalde taken kunnen kosten. En wat dat betreft moet ik dan
ook direct, als ik toch bij de sociale dienstverlening bezig ben, reageren op de opmerkingen van de
PvdA, die nogmaals heeft gepleit voor de tegemoetkoming in de studiekosten. Het college blijft bij
het standpunt dat het niet verstandig is om wederom een maatregel te maken waarbij een duidelijke
scheiding is op het moment dat mensen er bovenuit komen, boven zo'n bedrag. Dat wil niet zeggen
dat wij niet erkennen dat het voor bepaalde groeperingen heel moeilijk is om terug te komen bij de
sociale dienst en te vragen om bijzondere bijstand. Toch is dat de regeling die denk ik het meest recht
doet aan het op maat werken met dit soort activiteiten en daarbij is het mij wel opgevallen dat de
PvdA, zodra het om regentonnen ging, het niet erg vond dat ze daarvoor naar de sociale dienst moes
ten.
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Dan heeft u mij verkeerd begrepen. Ik wou een generieke
maatregel mevrouw de wethouder. Ik wilde voor iedereen die het niet kon betalen ook het mogelijk
maken.
Wethouder BLOMMERS: Hoe kan ik nou weten wie iedereen is die het niet kan betalen, zonder dat ze
zich melden?
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): U kent ze toch?
Wethouder BLOMMERS: Ik denk dat het voor de duidelijkheid goed moet zijn dat wij onze cliënten
van de sociale dienstverlening kennen, en dat verder voor iedere burger die in dezelfde financiële
situatie is er een mogelijkheid is naar de sociale dienst te gaan. En ik bedoelde het niet negatief, maar
ik bedoel: dat zijn nou eenmaal de regels die we hier handhaven.
Dan de opmerking van D66 over de zorgvuldigheid rond de kredieten. Dat is iets waar we natuurlijk
al lang mee bezig zijn. Ik had het niet zo begrepen als een vraag aan mij persoonlijk, maar meer in zijn
algemeenheid. Maar natuurlijk heeft u gelijk dat kredietbewaking iets is waar steeds meer aandacht
voor is. Het is ook een van de onderwerpen die wij gaan bespreken binnenkort binnen het ambtelijk
apparaat met een dinsdagmiddagbijeenkomst, waar ook de protocollen en de mogelijkheden daar
omheen aan de orde zullen komen. Daar zullen we denk ik op terugkomen in de commissie die daarna
komt.