18 oktober 2000 Nu ik het toch over het openbaar vervoer heb, wil ik u toch ook mededelen dat we gisteren laat in de middag bericht hebben gekregen dat de Provincie positief op de bedenkingen van Soest heeft gerea geerd ten aanzien van de vermindering van subsidies voor het busplan. Dat betekent dat er toch een mager zonnetje boven Soest begint te schijnen. Het is nog niet zo dat we nu meteen kunnen zeggen: dan kunnen we alle lijnen weer terug gaan invoeren zoals we die voor die tijd hadden. Het betekent wel dat er nu overleg gaat plaatsvinden met de Provincie over op welke manier wij kunnen gaan repareren. En of we alles kunnen repareren dat valt nog te bezien. Maar dit komt op een mooi tijdstip, want we hadden voor morgenavond zes uur een afspraak met de Provincie om eens te praten over wat er de afgelopen tijd gebeurd is en hoe de verhoudingen tussen Provincie en gemeente zo hebben verstoord kunnen raken. Dat is een mooie gelegenheid, daar zitten de ambtenaren dan en dan kunnen we daar gewoon op dat moment al dat soort onderhandelingen in ieder geval starten. Heer KRIJGER (VVD): Voorzitter, even een korte vraag. We hebben als eens vaker vanuit het college positieve reacties gehoord na overleg met gedeputeerde de Kok in Utrecht. Kunnen wij inderdaad wat positief zijn, of is het misschien te snel, te vroeg, dat we blij worden. Ik weet, het overleg gaat uiter mate moeizaam met de heren en dames van GS, zeker in deze portefeuille. Dus ik wil het optimisme misschien temperen, hoe jammer het ook is. Wethouder WITTE: Ik had het al over een mager zonnetje. Als het college het idee had dat het nu allemaal geregeld was, dan hadden we ons natuurlijk op een andere manier uitgelaten. Ik heb net ook al aangegeven, dat het niet betekent dat nu onmiddellijk de schade gerepareerd kan worden, maar we zitten natuurlijk in een veel betere uitgangspositie om te onderhandelen met de Provincie, dan wanneer wij ongelijk hadden gekregen. Dus in dat opzicht is het toch wel een positief verhaal. Heer TEN HOVE (PvdA): Voorzitter als ik mag interrumperen. Ik heb begrepen dat het bezwaar schrift dat wij hebben ingediend, dat dat gegrond is verklaard. Dus er is wel degelijk een basis, een hele positieve basis denk ik om met de Provincie verder aan de slag te gaan. Wethouder WITTE: Ja dat is precies wat ik probeerde duidelijk te maken. Voorzitter, dat was dacht ik, de vragen van het CDA die er nog lagen aan de orde gesteld. Wat betreft de moties van het CDA voor het ouderenbeleid, de beroepskrachten voor begeleiding van vrijwilligers in de dienstencentra Klarinet en Honsbergen, constateert het college dat daar op dit moment geen meerderheid voor is en blijft bij haar standpunt, totdat mocht blijken dat er wel een meerderheid is, dan zullen we dat inderdaad gaan veranderen. Heer KONING (CDA): Voorzitter, welke argumenten hanteert het college? Want u constateert iets, dat is ontzettend goed, maar welke argumenten hanteert u om het niet over te nemen? Wethouder WITTE: Voorzitter, wij zien aan de andere kant dat het voorstel dat door de WD, het CDA en GGS is ingediend van de prijscompensatie waar dan ook nog een soort vraag naar de instel lingen zit van: kunnen jullie dan door middel van prioritering in de activiteiten toch op een deel beginnen met de zaken die gevraagd zijn, daar zien wij wel een meerderheid voor en het college denkt dat dat een verstandige ingang is om te beginnen met die zaken die aangegeven zijn door de SWOS die het graag wil doen. Het college voelt op dit moment nog niet voor het overnemen van uw verder gaande motie. Trouwens een motie, die dacht ik ook door een aantal andere partijen naar voren is gebracht. Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Voorzitter, het zou aan mij kunnen liggen, maar ik heb het gevoel dat het antwoord van de wethouder waar hij denkt de VVD te antwoorden, eigenlijk de argu menten waren van het CDA, namelijk die prioriteitsstelling. Lopen er twee dingen door elkaar? - 42 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2000 | | pagina 345