18 oktober 2000
zogeheten overgangsjaar, het jaar 2001. En daarvan was de voorzichtige gedachte van B&W, laat ik
het maar formuleren zoals het is, om het verzoek voor het jaar 2001 om de inwonerbijdrage te verho
gen van 1,25 naar 2,- om dat positief te benaderen en het zou dan gefinancierd kunnen worden uit
onvoorzien. Dat was de gedachte, nogmaals een voorzichtige gedachte bij de commissiebehandeling
en ook daarna en in die zin zal dat de benaderingswijze zijn, en daarom noem ik het ook, niet alleen
naar aanleiding van de inbreng van de heer Krijger aan het begin van deze middag, maar ook namens
B&W als reactie naar de inmiddels uitgereikte motie, dat dat onze benaderingswijze zal zijn. Dat wat
betreft de VVV.
Een ander punt betreft de toekomstvisie. De heer Koning heeft ernaar gevraagd en dan gaat het om de
wijze van aanpak. Wat ik met name ook beoogd heb gezegd te hebben afgelopen maandagavond
namens het college over het onderwerp toekomstvisie, is dat het gewoon ook nodig is daar aan de hand
van een soort plan van aanpak, of een soort startnotitie met elkaar goed van gedachten te wisselen. En
waarom is dat nodig? Omdat bij dat onderwerp zoveel aspecten van belang zijn, dat als je niet vanaf
het begin daar eenzelfde beeld bij hebt, dan begin je verschillend en eindig je met zo'n onderwerp op
welk termijn dan ook met een carrousel van valse of verkeerde verwachtingen. En wat zou je nou in
zo'n startnotitie een plekje moeten geven, daaraan wordt gedacht, maar nogmaals die notitie zal in het
voorjaar van 2001 aan de orde komen. Daarbij zal onder andere aan de orde komen, hoe concreet of
hoe abstract zal nou zo'n toekomstvisie moeten zijn. En als het om zo'n visie gaat, aan welke thema's
wordt dan gedacht? En als het om een termijn gaat, wordt dan over 20 jaar gedacht als perspectief, of
10 jaar, of 5 jaar? En als het gaat om een confrontatie van sleutelfiguren uit de samenleving, op welk
moment doen we dat dan of worden dat open debatten? En als we het maatschappelijk middenveld
willen raadplegen, doen we dat dan op voorhand, of tijdens, en wanneer is de raad aan zet en wanneer
niet? Met andere woorden, de inhoud, de planning, de procedure en de organisatie, dat zijn thema's die
aan de orde komen in een startnotitie. En in die zin zullen ook de suggesties en kanttekeningen die
gemaakt zijn van de zijde van de raad over dat onderwerp daarin een piekje krijgen. Als eerste gedach
tewisseling en als we dan uiteindelijk in goede samenspraak, een goede methodiek te pakken hebben,
die op voldoende draagvlak en draagkracht kan rekenen, dan is het denk ik heel verantwoord om in
samenspraak met de samenleving met het onderwerp aan de slag te gaan. Dat in reactie naar aanleiding
van uw vraag meneer Koning.
Bestuurlijke vernieuwing. Daar zijn ook verschillende opmerkingen over gemaakt. Ik denk dat het
gewoon goed is om in de eerstkomende bijeenkomst van de werkgroep bestuurlijke vernieuwing met
elkaar te spreken over al die suggesties. Maar het belangrijkste waar we bij stil moeten staan is wat ons
betreft, en ik denk dat dat een gezamenlijke bevinding is ook met uw raad, dat we zo snel mogelijk de
burgers ook in de discussies met die werkgroep moeten betrekken. En sommige zaken betreffen meer
het intern functioneren dan het functioneren naar buiten. Dan zal de belangstelling van de burger
wellicht wat minder zijn bij het eerste dan bij het tweede aspect. Maar ik denk dat dat het belangrijkste
is wat we moeten doen vanuit de werkgroep bestuurlijke vernieuwing. En dat daarbij zoals de heer
Van Wuijckhuijse zegt al het bestaande niet vergeten moet worden, want dat is qua massaliteit op
welke manier gemeten, al veel meer dan het nieuwe waaraan je denkt, en dat het vernieuwen of het
beter maken van het bestaande daarbij zeker niet uit het oog mag worden verloren, dat zijn we vanuit
het college van harte met hem eens. En staan wij ook open voor suggesties op dat vlak. En mochten
wij afdrijven naar teveel modieusheid, dan zijn we ervan overtuigd dat de heer Van Wuijckhuijse ons
bij de les houdt. En zijn glimlach doet bevestigen de opmerking die ik maakte. Dank u wel.
De kortingsregeling, het lijkt wel of we dat met opzet steeds vergeten, maar het tegendeel is waar. En
het antwoord kan ook ruimhartig zijn. Er is geen kortingsregeling voor ambtenaren, en niet voor
bestuurders en wat dat betreft kan ik u dat heldere antwoord geven. Daar heeft u naar gevraagd, bij
herhaling, maar het is bijna de vanzelfsprekendheid op dat antwoord geweest die ons vergat u dat
antwoord te geven. Dus bij deze die helderheid.
Ik meen dat daarmee de punten door u naar voren gebracht in voldoende mate zijn beantwoord. Dan
zou ik willen vragen, want ik kijk gewoon naar de agenda, daar staat als puntje 6, indien nodig
fractievoorzitters of andere raadsleden reageren op antwoorden van het college, de zogeheten derde
ronde die welhaast overbodig is, als we kijken naar de uitvoerigheid tot nu toe. Maar gesteld dat dat is
- 47 -