21 december 2000
- 6 -
is geweest, of daar wel een dergelijk papier voor ons heeft gelegen waar wij op hebben getekend of
niet hebben getekend, en daarmee goedgekeurd. Ik vind het zelf ook erg belangrijk dat dat zo helder
mogelijk gebeurt. Ik ben het ook met mevrouw Koster eens dat 36 kamers simpelweg meer druk
betekent op het terrein, zoals ik het in het geheel niet eens ben met de anderen die suggereren alsof
permanente bewoning daar meer druk op de omgeving creëert. Dat is absoluut niet waar. Dus met
andere woorden, die verkoop, die ruil waarmee er permanente bewoning komt, is wat ons betreft een
verantwoorde ruil. Ik hoop dat u dat heldere inzicht kunt geven om alsnog te beoordelen of het
misschien zelfs van onze kant ook af denkbaar is om te zeggen dat wij met dat deeltje van dit bestem
mingsplan niet zullen instemmen omdat dat ook anders in te vullen valt vanuit het oude bestemmings
plan en dat lijkt ons nog steeds wenselijk. Als wij hiermee, met dit besluit een ruimte creëren die er
voor die tijd niet was, dan wens ik die ruimte niet te creëren. En verder gefeliciteerd met het feit dat
wij al zover zijn met dit bestemmingsplan. Dank u voorzitter.
Heer STORIMANS (CDA): Een paar woorden van de kant van het CDA. Ten eerste complimenten dat
u op een correcte manier heeft uitgevoerd wat wij u hier bij meerderheid anderhalfjaar geleden
hebben opgedragen. Ten tweede kan ik me nog een discussie herinneren waarin we toen expliciet
hebben aangegeven van dat wij praten over bouwvlak, dus bouwvolume en dat zou niet afwijken, en
dat wijkt trouwens ook niet af op dit moment van datgene wat daar stond. En ten derde nog een laatste
opmerking dat ik ook verheugd ben over de vergadering die de afgelopen maanden in de Provincie
heeft plaatsgevonden, wat gerelateerd was aan dit onderwerp en daar heeft men het voor elkaar
gekregen om daar unaniem tot een positief besluit te komen. Daar ben ik heel verheugd over dat het
daar in ieder geval gelukt is.
Heer TEN HOVE (PvdA): Voorzitter wij kunnen instemmen met de herziening van het bestemmings
plan. Ik wou nog één opmerking maken die ik ook in de commissie gemaakt heb en dat is dat gelet op
de ontwikkelingen die momenteel in Nederland plaatsvinden rondom de Vijfde Nota en de nota van de
staatssecretaris Remkes die onderweg is, dat het mij passend zou lijken als de inspecteur zijn bezwaar
introk en Soest alsnog de complimenten zou geven voor het initiatief dat zij een aantal jaren geleden
genomen heeft.
Wethouder KROL: Voorzitter, het loopt toch tot een wat ruimer antwoord dan ik misschien van
tevoren had bedacht, zeker gezien een aantal woorden die hier vanavond door een enkeling gesproken
zijn. Maar even te beginnen met de grote lijn. Het past ons niet meer om uit te spreken hoe ernstig
sommigen van u of ik of anderen het vinden dat er geen open-luchtbad op dit moment meer is in Soest,
omdat de situatie die wij in 1998 als dit college aantroffen, de feitelijkheid bestond dat er geen
buitenbad was, dat er een onherroepelijke bouwvergunning lag voor 96 recreatieappartementen en dat
er een hotel stond. En het is op zich aardig interessant om hier te discussiëren over het feit als dat nou
eens niet verkocht was, en als er nou eens meer voor betaald was en als het bad nou nog eens was
overgebleven, dan hadden we er van de zomer nog kunnen zwemmen. Dat klopt allemaal en ik was
ook gegaan. Maar het past niet zo heel erg in het bestemmingsplan waarin we in de zomer van 1999
met elkaar opdracht voor gegeven hebben om dat te gaan uitwerken, om dat nog eens een keer te
benoemen, want ik zou best willen aangeven dat sommigen van u dat betreuren, dat begrijp ik ook
wel, maar uiteindelijk is dat een situatie die tóen, op democratische wijze besloten en geëffectueerd is
en al besef ik terdege dat sommige Soesters daar tot op de dag van vandaag niet gelukkig mee zijn, het
was iets wat dit college en wat ik niet meer kon terugdraaien. Dan moetje vanuit die situatie proberen
te verbeteren watje hebt aangetroffen. En watje hebt aangetroffen is 96 recreatieappartementen die
holder de bolder mogen worden bewoond, dat wil zeggen soms wel soms niet, ik ben het met de heer
Meilof eens dat de druk vanuit die 96 recreatieappartementen op het gebied wel eens net zo erg zou
kunnen zijn als van 96 hotel-serviceappartementen waar mensen ook niet altijd permanent zitten, want
die zitten soms ook in het buitenland, het type publiek dat daar zit, de druk op het gebied beperkt. Je
probeert met de middelen die dat oplevert nietje bestemmingsplannetjes te laten kopen want we
hebben mekaar wel eens afgevraagd anderhalfjaar geleden of nu niet drossen projectontwikkelaars