21 december 2000
- 14 -
zeggen: laat het maar zo, behalve dan dat het gat moet worden dichtgemaakt met een normale deur,
want dat willen we dus wel hebben.
Een andere situatie heeft betrekking op de cultuurhoek aan de Bosstraat, oftewel de Hazelaar. Er is
heel lang over gepraat. Er ligt nu een plan wat haalbaar is, veel kleinschaliger dan we eerst gedacht
hadden. Wel aanvaardbaar en ook wel wenselijk om daar de beeldentuin te vergroten. Er zijn nog een
aantal kleine dingen die moeten worden opgelost. Dat heeft te maken met de duur van erfpacht, waar
men hecht aan een zekere continuïteit van een jaar of dertig, dat zouden we willen onderstrepen. Maar
ook dat als men daar gips gaat brengen, als middel om iets te maken, dat het wel droog binnen kan
komen, want men moet er nog steeds wat van maken, dat het geen bonk wordt. Dus er is gevraagd bij
het bouwplan om een luifel voor aan- en afvoer van de producten die er nodig zijn. Het lijkt een klein
detail, maar het zou maar nat zijn, dan is het detail bepalend voor watje kunt gaan doen. Dus wij
zouden graag willen pleiten om het bouwplan goed aan te passen.
Nog een ander punt heeft onze zorg in het hele gebied. Als we praten over een jeugdherberg, dan kun
je op twee manieren daaraan denken. Met een zekere nostalgie: het was leuk hè, een vader en een
moeder en grote slaapzalen, allemaal eenvoudig, alleen maar water, koffie, thee en meer niet hè. Zo
was het vroeger allemaal. Om dat soort activiteiten te laten doorgaan moet soms meer mogelijk
worden gemaakt, maar hoeveel meer. Wij kunnen ons voorstellen dat een jeugdherberg zich ontwik
kelt in de richting van een low-budget hotel, dat zou kunnen. Als we kijken naar de oude bepaling in
het bestemmingsplan, daar staat zelfs ook nog genoemd dat ze sociaal werk doen, vergaderen, bijeenk
omsten doen, discussietechnieken oefenen, daar kan ik me wel iets bij voorstellen. Maar het is ook op
het gebied van maatschappelijke waarde. En als men daar activiteiten gaat doen die wat naast de
oorspronkelijke activiteiten liggen, dan kan dat betekenen dat men veel meer mensen toelaat dan wij
nu voor ogen hebben. Het lijkt ons goed dat u bij het uitwerken van wat daar mogelijk is met de
initiatiefnemers ervan goed overlegt wat wij acceptabel zouden vinden en wat niet. Stel je voor dat
men met 36 kamers, want dat zijn het er maar, 150 mensen trekt, dan is dat niet voor jeugdherberg-
werk. Ik kan het me niet voorstellen. Je kunt ze wel in de grote zaal onderbrengen als ze op de fiets
komen, maar doen ze dat? Als dat anders gaat worden ingevuld, planologisch is één: er mag iets
gebouwd worden, het gebruik is nog wel iets in de hand te houden denk ik, dan zou je kunnen zeggen:
okay, als men dat dan wil, parkeer dan maar, omdat het vaak door de week gebeurt, op de parkeer
plaatsen van de sportterreinen, want die zijn door de week meestal onderbezet. Dat zou kunnen. Dan
kunnen ze gaan fietsen, of lopen of wat dan ook. Aan de andere kant wil ik toch scherper aangeven dat
is voor later: als men zich niet aan de afspraken kan houden, kom dan maar met een voorbeeld als een
wachtverbod langs de Bosstraat omdat wij bewust hebben gezegd: die Bosstraat is en blijft smal, als
een toegangsweg naar de sportvelden, recreatieterreinen, laat hem dan ook zo. Ik denk dat wij op dit
moment in eerste instantie genoeg hebben gezegd.
Mevrouw VAN ROOMEN (CDA): Voorzitter, in de commissie hebben we uitgebreid stilgestaan bij
het bestemmingsplan. Er zijn ook veel insprekers geweest. We hebben daar ruim de aandacht en de
tijd voor gehad om dat allemaal nog wat langer te laten bezinken. Allereerst plezierig dat het college
de zienswijze alvast heeft aangepast ook in het kader van de tijd om wat duidelijkheid te geven van
wat daarin staat. Op een paar punten willen wij nog eventjes ingaan. Zienswijze 11, ik noem het even
gemakshalve het Van Oestterrein, dan is voor iedereen duidelijk waar we het over hebben. Het
verzoek ligt er om het gehele perceel een woondoeleinde-bestemming te geven. Het CDA acht dat niet
wenselijk dit toe te staan. Wij zouden voor willen stellen om tot de 55 dB-lijn te gaan, die is ook
opgenomen in het bestemmingsplan. Dat zou een hele mooie afbakening van dat terrein kunnen
vormen wat ons betreft.
Zienswijze 17. Op dit moment zeggen wij ja tegen het antwoord van het college. Dat betekent dat wij
op dit moment niet zijn voor ik noem het maar even afronding van het perceel van het bestemmings
plan daar. Wij achten het onverstandig om het op deze manier in het bestemmingsplan te regelen.
Gezien het ontbreken van een concreet plan, kijkend naar regelen van eventuele planschade die daar
eventueel zou kunnen zijn. Indien zich een concreet plan aandient zullen wij het op zijn merites
beoordelen en wensen dat toch wat beter op deze manier.