21 december 2000 - 18 - Van Oest. Die buffer is ook voor ons een punt. Jeugdherberg. Daar moet ik even iets van vertellen voorzitter. Het is voor mij ai een tijd geleden dat ik heel trots mijn NJHC-kaart haalde en daar een zegeltje op plakte. Het is ook al een hele tijd geleden dat ik om zeven uur mijn bed uit werd getrompetterd door een jeugdherbergvader. Het is dus een heel andere jeugdherberg geworden dan in die tijd. Dat kan ook niet anders. Voorzitter, dat een jeugdher berg verandert, wil ik maar zeggen, is logisch, maar het is heel belangrijk datje de overlast voor de omgeving natuurlijk goed in de gaten houdt. Ik ben met mevrouw Stekelenburg van mening dat de ruimtelijke ordening in de toekomst in Nederland via verdiepingen loopt. Het loopt niet in de uitbrei ding met de rode contouren, maar het gaat natuurlijk onder de grond en op het dak. En we gaan wegen over elkaar leggen, dus we gaan in verdiepingen denken. Ik denk dat dat de lijn in Soest ook zou moeten zijn. De ruimtelijke ordening wordt vooral ook een ordening in verticale zin en dat zou ook in dit geval denk ik een goede oplossing kunnen zijn. Heer KRIJGER (VVD): Voorzitter, mag ik wat vragen aan de heer Roest? Ik begrijp hem niet, althans, ik hoop dat ik hem niet begrijp. Want hij wil over lagen praten in de ruimtelijke ordening, praat over een postzegelgebiedje binnen Klein Engendaal van jeugdherberg, het gebruiken, het parkeren. In de reactie van het college is gezegd: dat gebied er rond omheen wordt alsnog ingepast als landschappelijke waarde, waardoor er niet verhard mag worden, geen stenen, geen tegels, geen bomen weg. Men moet zich echt beperkt houden tot het huidige terrein. Maar de suggestie die uit de woorden van de heer Roest komt is: moetje daar verdieping-parkeren mogelijk maken, hoe bedoelt hij dat eigenlijk? Heer ROEST (D66): Voorzitter, ik gaf een algemene opmerking waarvan wij misschien in de toe komst moeten gaan denken: zo gaat het met die ruimtelijke ordening. Maar ik haakte in op wat ik van hiernaast hoorde. Want het is natuurlijk wel gebruikelijk dat we inhaken op wat we zeggen en me vrouw Stekelenburg had het over onder de grond parkeren. In dit geval haak ik daarop in en zie ik daar dus mogelijkheden toe. Heer KRIJGER (VVD): Dat wil dus zeggen, als ik even mag reageren, dat enerzijds het college een compliment krijgt van de heer Roest dat ze zorgvuldig omgaat met het gebied, dat men heeft gezegd in wezen dat de jeugdherberg niet veel meer kan dan nu, omdat men geen boom mag verplaatsen en dat u zegt, vanuit uw groene achtergronden: nou gebruik het maar intensiever, ga maar in verdiepingen. Ik kan er met de pet niet bij. Heer ROEST (D66): Nou, het lijkt me toch helemaal niet zo moeilijk hoor. Ik denk datje dus daar sowieso de druk op dat gebied niet moet opvoeren, dat heeft u zelf volgens mij ook gezegd. En ik heb het idee dat het parkeren niet helemaal in de omgeving kan worden opgelost. U heeft zelf het argument aangegeven: het is een route die veel scholieren ook rijden die daar sporten en zo. Die straat moet op zich relatief rustig blijven, dus er kunnen niet teveel auto's komen. Er kan ook niet teveel op die weg geparkeerd worden, want ik zie die mensen niet allemaal naar het parkeerterrein van SO Soest lopen. Het leek mij een waardevolle suggestie, wat ik zo hoorde. Ik had er nog niet aan gedacht, en daar haak ik gewoon op in. Maar ik denk niet dat we het met elkaar oneens zijn hoor. Heer KRIJGER (VVD): Voorzitter, ik denk toch dat we het oneens zijn met elkaar. Als een activiteit als een jeugdherberg zich ontwikkelt tot een voorziening die veel ruimte vraagt voor parkeren, dan ligt die op de verkeerde locatie binnen Soest. Heer ROEST (D66): Ja, dat vind ik ook een waardevolle opmerking eigenlijk. Als dat zo zou zijn, moet je daarover nadenken. Inderdaad. VOORZITTER: Meneer Roest, kunt u tot afronding komen?

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2000 | | pagina 411