21 december 2000 - 22 - baar is, en niet ten laste van de gemeente, moetje voor die situatie die wij nu aangeven waarbij we dat overleg zouden willen zien, en dan komt u terug met inderdaad het afdekken van alle afspraken van belanghebbenden die er misschien niets aan hebben of zeggen: nou het kan wel als het die vorm heeft. Degene die wat wil overlegt over die vorm, de schade wordt in der minne geschikt als er schade ontstaat of niet, dat kan ook nog, en dan kan het gebeuren, dan kan het gebouwd worden. Wij hebben aangegeven welke plannen wij willen en wij hopen dat u terugkomt met een resultaat met mooie plannen. Want we zijn inderdaad in dat gebied bijna vol. Er is niet zo gek veel mogelijk meer. Ik wil wel één opmerking maken, en ik hoop dat de heer Roest daarop reageert. Ik ben nog steeds wat verbaasd over zijn discussie over dat stukje terrein rondom de jeugdherberg. Als je op het terrein staat zie je daar een woning gebouwd worden. En achter die woning ligt een lege plek in het bos zou ik haast zeggen. Waarom zou je wel mogen bouwen en parkeren of wat dan ook bij de jeugdherberg en niet aan de andere kant van Aanko? Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Mag ik een ophelderende vraag stellen naar aanleiding van de opmerking van de heer Krijger? De heer Krijger gebruikte het woord in der minne geschikt ten aanzien van de planschade. Misschien kan de wethouder, ik heb begrepen dat hij zegt: nee, als wij het inpassen is de planschade altijd, en dus niks in der minne geschikt, altijd voor rekening gemeente. Ik denk dat dat wel helder moet zijn, want anders wekken we misschien eventuele verwachtingen die er niet zouden zijn. VOORZITTER: Ja, de wethouder knikt, maar daarmee beoogt hij ja te zeggen. Dat is voor de notulen. Heer MEILOF (GPV/RPF/SGP): Het helpt iets, een zekere mate van overtuigende waarde wat de wethouder zei over het feit. Alleen ik blijf het ook, net als mevrouw Stekelenburg, onbevredigend vinden datje ten aanzien van iets watje met elkaar redelijk breed denkt van dat zou kunnen inpassen en willen inpassen, dus met andere woorden: ruimtelijk vind je het verantwoord, om het dan toch niet te doen vanwege de financiële gevolgen. Ik vind het ruimtelijk onbevredigend. Ten aanzien van het stukje van de heer De Ruygt, als wij met elkaar overtuigd zijn dat het wel kan, laat hem het dan maar weten en laten we het dan maar niet invullen. Ik vind het een beetje misselijk, maar, ook niet naar hem, want hij kan het gewoon dan toch doen, hij is overtuigd dat de politiek zich zo uitgesproken heeft, dus het zit wel goed. Alleen ik vind het ruimtelijk ordelijk gezien een beetje onsympathiek, net als mevrouw Stekelenburg dat beschrijft. Ten aanzien van het Felix Orttlaantje, toch niet onbelangrijk wat u zegt. Ik begrijp nu, als het waar is dat als wij het officieel zo gaan inpassen, dan geven wij inderdaad buren enz. de ruimte om ook enz. dit soort dingen te gaan doen. Daar zou ik inderdaad op dit moment ook grote moeite mee hebben. Zij hebben, buurtgenoten hebben ingestemd met deze mogelijkheid, maar als dat een indirecte ruimte geeft voor hen om allerlei dingen te kunnen doen die wij in dat buurtje niet wenselijk vinden, dan is het wat ons betreft niet verantwoord dat dit op deze manier doorgaat. Dus als er een andere construc tie, een smalle constructie bedacht kan worden waarbij niet persé die deuren weggehaald hoeven te worden, maar waarbij hij ook niet die mogelijkheden krijgt om daar uitbreidingen mee te gaan plegen enz., maar dat we het niet op deze formeel juridische wijze vastleggen, gaarne. Dank u. Heer TEN HOVE (PvdA): Voorzitter, gehoord de discussie heb ik de vraag of de planschade betekent dat wij ook dat zullen moeten betalen voor het gebied van de heer Van Oest, om dat maar even aan te duiden. En ik zie dat de wethouder nee schudt, maar waarom dan niet. Want als het betrekking heeft op de wijzigingsbevoegdheid, dan zou je kunnen redeneren datje op de andere gebiedjes ook de wijzigingsbevoegdheid legt. Heer ROEST (D66): Ja het is interessant omdat vandaag voor het eerst te horen is dat we hier een dilemma hebben tussen beter en financieel. Dat vind ik wel grappig. Je ziet nu als we gaan conserve ren dat het goed voor het groen is, en goed voor de gemeentelijke portemonnee, want we hebben minder planschade. Die twee gaan nu plotseling samen en dat is voor het eerst in de raad dat ik dat

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2000 | | pagina 415