23 maart 2000 - 10 - 231
Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Voorzitter, daar waar bij een eerder voorstel het licht bij ons uit pjee
ging, heeft dit voorstel ons in ieder geval in de loop van de vorige week, deze week, toch wel
bijzonder verbaasd. In de commissie is gesproken over de prijs die is overeengekomen voor de grond een
en ook over het feit dat hier sprake is van grond die op een gegeven moment wederrechterlijk in ove
gebruik is genomen door een burger, waar op een gegeven moment de situatie omheen is ontstaan
waarbij het leek alsof die burger weer alles had teruggegeven, waar blijkbaar door die burger ook is \ye
aangegeven dat hij alles zou hebben teruggegeven en dat was niet het geval. De resterende grond je
wordt nu aan de burger verkocht en daarvoor wordt een prijs gehanteerd, in ieder geval voor een deel
waarvan mijn fractie en overigens een belangrijk deel van de commissie Financiën van mening was pjn
dat die prijs te laag was. Inmiddels heeft het college een stuk ter inzage gelegd waaruit zou moeten Voi
blijken of waar in ieder geval de vraag wordt opgeworpen of deze raad zich nog wel buigt over de pjn
stukken die achter de raadsvoorstellen worden gevoegd. Want blijkbaar heeft de desbetreffende js>
persoon gemeend te moeten stellen dat wederom hij zich afvraagt of de stukken wel worden gelezen. trar
Uit het feit dat het college dit stuk heeft toegevoegd aan de stukken voor de raad moeten wij toch de deri
pijnlijke conclusie trekken dat het college blijkbaar niet heeft geluisterd. Want uit de vvij
commissiebehandeling is klip en klaar gebleken dat wij onze stukken hebben gelezen en juist omdat zje,
wij onze stukken hebben gelezen is de vraag gesteld waarom de prijs voor een deel van de grond zo mij
laag was. Mijn fractie is van mening dat gelet op de situatie die in 1993 is ontstaan, waarbij in ieder pro
geval over en weer is aangegeven, in ieder geval van de kant van de burger is aangegeven dat alles zou ger
zijn teruggegeven, dat dat niet het geval is geweest, dat er een nieuwe situatie is ontstaan waarop de js c
verjaringstermijn niet van toepassing is en waardoor er geen enkele belemmering is om in dit geval u d
een hogere prijs overeen te komen met de desbetreffende burger. zul
En als u dat niet kunt, dan is er wat ons betreft geen transactie. zaa
na£
Mevrouw KOSTER (GL/PS): Voorzitter, we hebben hier uitgebreid over gediscussieerd in de
commissie. Het verbaast ons dan ook dat er verder geen enkele aanvulling als reactie op de VC
commissievergadering is geweest. We hebben in de commissievergadering en ik dacht bijna for
raadsbreed gezegd van: het lijkt erop, en dit is al bij herhaling, en zeker de percelen bij de go<
Soesterbergsestraat zijn er nogal gevoelig voor, het lijkt bij herhaling dat als je langdurig sjoemelt dat La;
je zogenaamd niet weet of je grond wel of niet leent, dat je het wel of niet in gebruik hebt, dat dat ye
beloond gaat worden. Wij zijn het daar absoluut mee oneens. En wij vinden dan ook dat als het nu dat
verkocht gaat worden, dat het gewoon verkocht moet worden voor de grondprijs die daarop staat. Wij voi
vinden niet dat langdurig sjoemelen beloond moet worden. Nogmaals het verbaast ons ten zeerste dat W;
de wethouder geen gehoor heeft gegeven aan de commissiebrede kritiek hierop.
W<
Heer ROEST (D66): Ja voorzitter, ik hou het vandaag voor mijn doen een beetje kort want de heer aai
Krol moet op tijd naar bed in deze tijd, dus dan kan hij wat eerder. Hij kan erom lachen. de
ik
VOORZITTER: Uw betoog kan daarmee als afgerond worden beschouwd?
He
Heer ROEST (D66): Precies. Ik wilde alleen maar zeggen voorzitter, ik was dat belangrijke deel van
de raad en dat was mijn reactie. W<
Mevrouw GERR1TSE (CDA): Wij staan helemaal achter het keurige verhaal van de heer Van He
Wuijckhuijse. Wij hebben eigenlijk dezelfde mening. Daar komt nog bij dat eigenlijk ik het een beetje pa
vervelend vind, want al ongeveer 10 jaar wordt iedere keer gevraagd door mijn fractie: zijn er nog he
meer van dit soort dingen te verwachten? En dan wordt er geantwoord: bij ons weten niet. Maar dit is
dus één van die dingen en dan vraag ik me af of dan de verjaringstermijn voor die grond is of voor wat pa
wij dus iedere keer vragen. In de notulen moet dat herhaalde malen terug te vinden zijn. Dus ik vind
het heel erg vervelend dat zoiets ouds dan weer komt met zulke brieven. Verder vinden wij de toon M
van de laatste adviesnota ook niet helemaal prettig. jui