20 april 2000 namens het college gezegd dat ze minimaal 8 miljoen in de algemene reserve wil hebben, de rest van de algemene reserve heeft ze al weggegeven dus dan blijft er niks meer over. VOORZITTER: Meneer Van Wuijckhuijse, dit was uw betoog in tweede termijn? Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Ik ben een paar keer onderbroken. U begrijpt dat de lijn er een klein beetje uit is. VOORZITTER: U keek ook zo verwachtingsvol van interruptie de zaal rond. Dus ja, u hebt er een beetje om gevraagd. Maar ik geef u alsnog gelegenheid tot afronding in tweede termijn te komen. Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Twee dingen zouden wij dan nog wel willen zeggen. GGS is van mening dat er op dit moment duidelijkheid zou moeten zijn over welke richting dat het uit zou moeten met dat overschot nu. Wij denken dat het aangewend zou moeten worden in de belastingsfeer, de verlaging van de belastingdruk. En de tweede opmerking is dat het op dit moment niet het moment is om dat verder technisch uit te werken. Het gaat nu hier om een bestemming van het overschot van vorig jaar. En de uitwerking dat is dus bijvoorbeeld de motie van D66, daar zijn wij het met de anderen eens daar kunnen we prima een ander moment voor gebruiken en dan is de belastingdiscussie die wij elkaar al hebben beloofd, daar een goede voor. Maar we zijn het dus niet eens met de bestemming van het overschot 1999 en keuren daarom uw jaarrekening niet goed. VOORZITTER: U wacht de tweede termijn van het college blijkbaar niet af. We zullen kijken wat de reacties Heer VAN WUIJCKHUIJSE (GGS): Als u overtuigend genoeg bent dan krijg ik vast en zeker nog wel het woord van u. Heer KONING (CDA): Ik wil graag reageren op het voorstel van de heer Roest van de fractie van D66. Eigenlijk hoef ik dat niet meer te doen want ik vond de reactie vanuit het college via de wethouder duidelijk en overtuigend, zeker waar het gaat om de discussie over belastingbeleid die gevoerd moet worden, het peil van ons voorzieningenniveau, discussie over rioolrecht enz., dat heeft ze allemaal voortreffelijk genoemd, de hertaxatie die op ons afkomt, dus ik denk dat het goed is om die discussie af te wachten, resultaten van de hertaxatie af te wachten. Bovendien, maar ik kan het niet helemaal overzien, want hier staat alleen maar het bedrag van 280.000,- dat de heer Roest noemt, dat zou wel eens met veel kunst- en vliegwerk richting de burger terug moeten. En ik vraag me af wat dat uiteindelijk netto voor die burger op zal leveren. Dat zal ongetwijfeld met de nodige kosten gepaard gaan. Vandaar dus dat ik veel liever dit in reserve houd voor de discussie die nog gevoerd moet worden. Dus wat ons betreft tegen de motie. Mevrouw KOSTER (GL/PS): Voorzitter, wij hebben de discussie aangehoord. Wij zijn vooralsnog tevredengesteld met het antwoord van de wethouder dat we in de komende begroting uitgebreid gaan kijken tijdens de belastingvoorstellen hoe de voorstellen zullen zijn. We hebben ook begrepen van de wethouder in ieder geval dat er ook verlagingen dan mogelijk zijn, dus ook ten aanzien van de voorgestelde OZB van 2001, daar gaan we dus van uit. Dat alles in het oog nemend hebben wij op dit moment geen behoefte aan de motie van D66. Heer VAN VUUREN (GPV/RPF/SGP): Voorzitter in algemene zin gesproken zijn wij heel tevreden over de jaarrekening en gaan akkoord met de bestemming die u eraan gegeven heeft. Als we kijken naar de motie die D66 heeft ingediend, zit ik daar een beetje naar de formulering te kijken. Als je kiest om het resultaat van 1999 in de algemene reserve te doen, dan zou je hier moeten formuleren dat als je iets zou doen aan de OZB dat de gevolgen daarvan ten laste moeten komen van de algemene reserve - 8 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2000 | | pagina 89