20 april 2000
- 16 -
Heer KONING (CDA): Voorzitter, een week geleden hebben we tot elf uur over deze stukken
gesproken, standpunten uitgewisseld. Ik denk dat het dit keer wat korter kan. Een aantal zaken zal ik
herhalen, een aantal zaken zal ik wat verder aanstippen. Allereerst de algemene reserve. Het college
gaat ervan uit dat het niveau van de algemene reserve met 6 miljoen in principe voldoende zou kunnen
zijn. Dat is het streefniveau, maar aangezien er sprake zou kunnen zijn van een aantal risico's,
meevallers iets minder maar meer met tegenvallers, gaat het college uit van 8 miljoen. Ik hoop dat
straks bij de begrotingsbehandeling over pakweg 4, 5 maanden duidelijk is welke risico's inderdaad
leiden tot tegenvallers en welke misschien wel leiden tot meevallers. Ook dat is een discussie die zijn
imput levert voor de bespreking van de belastingparagraaf. Dat even als vooropmerking.
Het tweede aspect wat ik wil noemen betreft de infrastructuur. De heer Krijger vond de reactie van het
college wat slapjes, wij vonden de reactie van het college ijzersterk.
VOORZITTER: Kunt u dat nog een keer zeggen, meneer Koning?
Heer KONING (CDA): IJzersterk. Ik heb duidelijk van wethouder Ten Hove gehoord en vernomen dat
hij van plan is niet ad hoe bezig te gaan, dat hij een royaal onderzoek wil instellen naar diverse
knelpunten en mogelijkheden die er zijn op het gebied van de infrastructuur. Hij heeft ook bevestigend
gereageerd op onze suggestie om niet alleen te kijken naar Soest maar ook naar Soesterberg. Ik heb in
dat kader ook genoemd de rotonde West Amersfoortseweg. Ook daarop is in principe positief
gereageerd. Dus ik ben blij met de toezegging van het college dat men een integraal onderzoek wil
instellen naar alle knelpunten met betrekking tot de infrastructuur. En daar kan natuurlijk de
spoorwegovergang Ossendamweg ook een onderwerp bij zijn, maar ook vele andere knelpunten. Ik
ben ook heel blij met de reactie, toch wel, van de heer Krijger dat hij zelfs de afsluiting van de Den
Blieklaan weer ter discussie wil stellen. En dat vinden wij fijn, want wij vonden dat al een niet zo
verstandig besluit, maar goed, de raad heeft besloten en dan moet je je daar bij neerleggen. Wij blijven
dat een onverstandig besluit vinden en dat is ook een voorbeeld van een stukje ad hoc-beleid. Dus al
met al als het gaat om de infrastructuur voorzitter zijn wij best tevreden met de reactie van het college.
Als het gaat om de sociale infrastructuur, en dan komen we terecht bij de sportverenigingen, dan wil ik
nogmaals beklemtonen dat het voorstel van het college om positief te reageren, geld uit te trekken voor
plannen van SO Soest, VVZ en Pijnenburg, dat dat onze instemming heeft, van harte. En wat ons
betreft kan de gemeente en kunnen de verenigingen aan de slag. Ze kunnen de voorbereidingen
voortzetten, ze kunnen met concrete plannen wat ons betreft naar de raad komen en welke financiële
variant daarbij ingevuld wordt, dat laten wij graag aan het college over. Wij zullen daar te zijner tijd
dan op reageren.
Dat waren de twee belangrijkste punten die ik wilde noemen. De planwinst dat vond ik wel wat slapjes
van het college. Er komt een ambtelijke nota. Ik heb altijd geleerd in de politiek datje dan direct moet
vragen: wanneer komt die nota? Er komt een ambtelijke nota, dat kan dus jaren duren en dan zegt het
college nog van ja die komt nog. Dus ik hoop dat ik vanavond een datum kan horen. Verder wil ik nog
een opmerking maken over het onderhoud van de toren van de Petrus en Pauluskerk. Ja dat onderhoud
krijgt een beetje het karakter van structureel. Als we elk jaar dit soort calamiteiten moeten repareren,
dan kun je net zo goed als college en als raad dit structureel in de begroting opnemen. Ik neem aan dat
dat niet de bedoeling is van het college, maar zonder gekheid en het vervult ons natuurlijk wel met de
nodige zorg, dat na zo'n kort tijdsbestek, 2lA jaar heb ik begrepen, dat er nu al een dergelijke
investering nodig is om één en ander bij elkaar te houden. Dus ik hoop dat het college alles in het werk
zal stellen dat dit inderdaad geen structurele uitgave gaat worden.
Dan de brandweerkazerne. Ook zo'n heikel punt vanuit de vorige discussie. Wij hebben het college
toegezegd om daar nog eens over na te denken. Ik kan dat doen met dezelfde woorden die het college
daarvoor gebruikt en ik zal dat ook maar gewoon lezen zoals dat in het voorstel staat van het college.
De CDA-fractie heeft na zeer ampele discussie en gelet op de voorgeschiedenis niet zonder aarzeling
daarover een besluit genomen en wij zijn wat dat betreft niet eensgezind. Wij zijn verdeeld, het college
was wel eensgezind, maar een deel van mijn fractie zal tegen deze post blijven en hier dus ook tegen
stemmen.