Raadsvergadering 19 juli 2001 6- ruimte. Die hockeyvelden zijn nu opgeruimd en die houtwallen heb ik gezien, die er omheen lagen, die mooie houtwallen. Daar komt misschien wel zo'n bedrijf. Hoe je het wendt of keert, het kost ruimte, het kost waarschijnlijk zelfs ook groen, als je het goed gaat bekijken. Wat ik nog graag zou willen van de wethouder, als dat kan, is dat hij nog iets meer vertelt over dat evenwichtige kolosje op de hoek van de Steenhoffstraat Dalweg. Wethouder KROL: Voorzitter, de woorden evenwichtig kolosje zijn natuurlijk van de heer Meilof, en ik heb ze laten we zeggen, met liefde geleend, in die zin dat het aardig weergeeft wat er op die locatie bedoeld wordt. Ik denk dat wat het bestemmingsplan aangeeft, is redelijk fundamenteel. Want het hele bestemmingsplan Spoordal is een globaal bestemmingsplan. Het moet nog uitgewerkt worden. Dus het zegt eigenlijk nog maar heel weinig over wat er precies komt. Op deze hoek, zegt het bestemmings plan vrij precies wat er maximaal mogelijk is op deze locatie, en ik denk datje kunt lezen in de be- stemmingsplankaart zoals u die allemaal heeft kunnen zien, dat er een bepaald bouwvolume gebouwd kan worden, wat drie lagen met een kap is. Dus als u mij vraagt: kunt u iets meer vertellen over de gedachte van wat daar op die hoek kan, dan is het drie lagen met een kap, binnen het raster, binnen het bouwvlak zoals dat op de bestemmingsplankaart is aangegeven. Hoe dat dan er precies moet uit ko men te zien, daar kan ik natuurlijk nog niks gedetailleerd over zeggen, omdat ik dat niet weet. Maar dat is in ieder geval de stedenbouwkundige, maximale oppervlakte die er op die hoek zou kunnen zijn. Wat betreft de opmerkingen over stenen voor stenen Heer VAN 'T HOLT (GGS): Wat is uw intentie. U zegt nou, u schetst wat formele dingen uit een bestemmingsplan, maar wat wilt u op die hoek? Wethouder KROL: Voorzitter, ik beschouw dit even als een interruptie. VOORZITTER: Dat doet er niet toe hoe u het beschouwt, als u maar antwoord geeft. Dus schiet op. Wethouder KROL: Nou, in verband met de orde voorzitter. VOORZITTER: Nee, dat begrijp ik, maar bekommert u zich daar niet om. Ik zou u willen vragen op te schieten. Wethouder KROL: U moet mij niet uitdagen, voorzitter, want dan ga ik er nog even voor zitten. Hebt u wat geregeld voor na afloop van deze raadsvergadering? VOORZITTER: Laten we die dialoog stoppen. Wethouder KROL: U begon hem zelf voorzitter. VOORZITTER: Dames en heren, wat moet ik daar nou mee aan? Wethouder KROL: Zo gaat het in het college nou ook hè. VOORZITTER: U zou daar niet over praten, dus ik zou u nogmaals willen vragen. Wethouder KROL: Ja goed, ik ga verder. Dank u wel voorzitter. Voor de goede orde, wat de wethouder vindt en wat hij op deze plek ruimtelijk aanvaardbaar vindt, staat in het bestemmingsplan. Dat is het collegestandpunt, standpunt van de wethouder. Maar dat is heel droog. Dat is hoogte, dat is dakgoot en dat is het nokje dat erop komt te zitten. In mijn optiek is dit wel een dusdanig fundamentele hoek binnen de gemeente Soest datje moet praten over laten we zeggen beeldkwaliteit. Dus het beeldkwaliteitsplan dat daar ook in staat over deze hoek is natuurlijk van belang. En ik denk ook datje hogere eisen mag stellen aan architectuur op deze locatie dan die op ieder andere willekeurige locatie. Want het is een heel, ik zal haast zeggen gevoelig punt in onze ge meente als je ziet dat daar agrarisch Soest, religieus Soest en commercieel Soest, als ik het even in die drie hoeken mag hebben, in één keer bij elkaar komen op deze hoek. En het is aardig om nog eens na

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2001 | | pagina 103