Raadsvergadering 15 oktober 2001 -8- Van een gemeentebestuur mag niet alleen een actieve houding richting de burgers worden verwacht, maar moeten burgers kunnen participeren in besluitvormingstrajecten. Voor Gemeentebelangen Groen Soest betekent dit: de gemeente Soest zal meer vraaggericht moeten gaan werken, bijvoorbeeld bij de op te stellen wijkperspectieven; concrete experimenten met wijkgebonden budgetten moeten worden opgestart; bij bestemmingsplannen moet de bevolking al bij startnotitie worden betrokken; en ook alternatieve geschillenbeslechting moet een uitzondering worden voor een gemeentebestuur dat de dialoog met burgers hanteert voor het vinden van oplossingen. Personeel en organisatie Bij dit soort grote veranderingen hoort een organisatie die zich meeontwikkelt en daarin door het College en ambtelijke top actief wordt gestuurd. Bekwaam, betrokken en integer zijn daarin kernwoorden voor de organisatie en de medewerkers. Met een gefaseerde verschuiving van extern ingehuurd personeel naar vaste formatie wil Gemeentebelangen Groen Soest een impuls geven aan de ontwikkeling van de ambtelijke organisatie door duidelijke doelstellingen op het gebied van personeelsbeleid en het gebruik van een deel van de vrijvallende gelden voor het oplossen van knelpunten in de formatie. Duurzaam groen Gemeentebelangen Groen Soest ziet met vreugde dat de gemeenteraad tegenwoordig het buitengebied van Soest groen wil houden. Plannen om defensieterreinen terug te geven aan de natuur hebben onze steun. De financiële lasten daarvan kunnen niet alleen door de gemeente worden gedragen. Gemeentebelangen Groen Soest wil daarom dat het College steun zoekt bij andere overheden en natuurbeherende instanties. Gemeentebelangen Groen Soest vindt het belangrijk dat er verbindingen worden aangelegd tussen de versnipperde natuurgebieden. Bij Soesterberg moeten robuuste ecoducten over de A28 en de Amersfoortse straatweg zorgen dat uitwisseling van dieren tussen de Leusderhei en het Noordelijke deel van de heuvelrug en de Eemvallei mogelijk wordt. Daarom moeten de plannen van het Utrechts landschap serieus worden bekeken. Andere delen in het buitengebied die de komende jaren aandacht moeten krijgen zijn: Het gebied tussen de Biltse weg, Wieksloterweg en Insingerstraat en de bebouwing van Soest. Daar moeten de natuurwaarden van het Soesterveen hersteld worden in combinatie met wandelroute's voor de bewoners van Boerenstreek en Overhees. In relatie daarmee moet het stroomgebied van de Praamgracht worden ingericht als verbindingszone met de Eempolder. Samenwerking met het waterschap, provincie en natuurmonumenten biedt daartoe de beste kansen. In de Eempolder moeten de agrarische bedrijven natuurontwikkeling meer aandacht geven. Dat sluit aan bij de ontwikkeling in de EU: subsidies voor de productie van melk worden omgezet in subsidies voor landschapsbeheer. Het nieuwe bosbeleidsplan van Soest is gericht op natuurontwikkeling in relatie met recreatie. Houtproductie is daar ondergeschikt aan. Voor een goede ontwikkeling van de natuur is het belangrijk dat meer dood hout in de bossen achterblijft. Het beleid van de gemeente om gronden aan te kopen op de Zuidelijke Eng steunen wij van harte. Op die gronden kunnen in samenwerking met de Soester boeren de oorspronkelijke gewassen worden verbouwd, zoals rogge en gerst. Als de actie voor de herbouw van de Windhond een succes wordt zou dat graan zelfs in Soest gemalen kunnen worden! Sport Gemeentebelangen Groen Soest vindt sport en beweging belangrijk. In het komende jaar wordt weer veel geld besteed aan nieuwbouw en verbetering van een aantal sportaccommodaties, zoals van SO Soest, VVZ, SEC en AV Pijnenburg. Gemeentebelangen Groen Soest is daar voor, maar wil dat de kosten in de hand worden gehouden. Het sportcomplex aan de Dalweg krijgt een nieuwe exploitant. Gemeentebelangen Groen Soest verwacht van het college dat zij een exploitant voordraagt die de ambitie heeft om van het sportcomplex een bruisende voorziening voor alle Soesters te maken. Bij het zwembad moeten

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2001 | | pagina 127