Raadsvergadering 15 oktober 2001
-39 -
Mevrouw STEKELENBURG (PvdA): Laatste opmerking, voorzitter. Zij wilden ook buiten de
bestaande contour. En dat past dus kennelijk in hun plaatje en ook van het bureau. En u heeft het
binnen. Dat is ons concreet aangegeven.
VOORZITTER: Maar we nemen er even op dit moment kennis van en mogelijk dat het in een
volgende termijn terugkomt. Het woord is aan wethouder Witte.
Wethouder WITTE: Dank u voorzitter. Uit alle beschouwingen van de hier zittende partijen is
duidelijk dat onderwijs grote belangstelling heeft. Bijna iedereen heeft in zijn verhaal een behoorlijk
stuk ruimte in de tekst ervoor vrijgemaakt. Het is ook logisch. Ik denk dat wij het afgelopen jaar hier
met elkaar onderwijs vaker dan wat wij gewend waren op de agenda hebben gehad. Openbaar
onderwijs, waarin we gekozen hebben om twee locaties samen te voegen en daar een brede school van
te maken op de Smitsweg. Wij lezen dat dat idee nog steeds breed gesteund wordt door deze raad. Er
worden ook opmerkingen gemaakt van diverse kanten over: ja, niet alleen het openbaar onderwijs zal
zich tot een soort brede school moeten ontwikkelen, maar ook het bijzonder onderwijs zal toch meer
buurtgericht moeten gaan worden. Van D66 heb ik begrepen dat zij dat plan al lang hadden willen
hebben. Deze wethouder zou inderdaad ook heel veel plannen op onderwijsgebied al willen hebben
gehad, maar hij ziet zich voor het punt dat dat nu in een vrij kort tijdsbestek gedaan moet worden.
Openbaar onderwijs, daar zijn we met een behoorlijke sanering bezig. Naar Groen Links/Progressief
Soest toe zou ik willen zeggen: zij hebben in hun verhaal de door hen vermaledijde stichtingsvorm
weer naar voren gebracht. Er is op dit moment een werkgroep bezig, een werkgroep verzelfstandiging
en die zal kijken, niet alleen naar of de stichtingsvorm een goede vorm is, maar wellicht voor een
bestuurscommissie, zoals uw voorkeur heeft. Dus op dit moment denk ik niet dat dat aan de orde is om
te praten of het een stichtingsvorm moet worden of dat het een bestuurscommissie moet worden.
Begin volgend jaar zullen we, hoop ik, daar voorstellen voor ontvangen van die werkgroep.
Wat betreft die buurtgerichte scholen bijzonder onderwijs kan ik u meedelen dat er ook een werkgroep
gestart is die een lokaal onderwijsplan gaat maken. Daar zijn alle denominaties in vertegenwoordigd.
En ik kan u vertellen dat het idee om die scholen breder op te zetten en meer in de richting van watje
dan brede school tegenwoordig noemt, dat daar heel veel belangstelling voor is. Zowel van het
bijzonder, neutraal, katholiek, als van protestants-christelijk onderwijs
Heer ROEST (D66): Voorzitter, mag ik bij dit punt even aan de heer Witte vragen of hij met dat brede
ook bedoelt een samenwerkingsschool, dat scholen bijvoorbeeld samen onder één dak zitten?
Wethouder WITTE: Ik acht het niet uitgesloten dat de werkgroep die dat lokale onderwijsplan maakt,
dat die tot dat soort ideeën komt.
Heer ROEST (D66): Voorzitter, heel kort nog. Heel belangrijk is natuurlijk ook, we hebben die visie
nog niet, maar wat de uitdragende visie is van de heer Witte. In dit verband staat hij zelf heel sterk
achter het idee, zodat dat goed duidelijk wordt in dat bestuur.
Wethouder WITTE: Ik heb al verschillende keren in het besturenoverleg naar voren gebracht dat het
college er aan hecht dat ook in het kader van de integratie, u heeft er iets van in uw beschouwingen
over, dat wij, ja, wij hebben toen afgezien van het sluiten van drie locaties en u concludeert daaruit dat
we ook het aanpakken van de segregatie daarmee over boord hebben gezet. Nou, op geen enkel
moment is dat uit het oog verloren en sterker nog, vanaf het eerste besturenoverleg heeft dat op de
agenda gestaan en is er gewoon in een open sfeer over gesproken van dat weliswaar we deze keus
hebben gemaakt met elkaar, maar dat dat geenszins betekent dat het bijzonder onderwijs langs de kant
kan gaan staan en zien hoe het verder afloopt. Nee, zij moeten meedoen, en sterker nog, zij hebben
zelf ook de behoefte om daar een bijdrage aan te leveren. Dus ik kijk echt vol goede moed uit naar het
lokaal onderwijsplan, dat naar wij hopen in maart aan u kan worden aangeboden.
Sommige partijen merkten ook op dat, wellicht omdat het onderwijskansenbeleid en de middelen die
daarvoor worden ingezet op dit moment voornamelijk naar het openbaar onderwijs gaan. Een stukje
angst van het onderwijsvoorrangbeleid of kansenbeleid dat wordt toch niet compleet gekoppeld aan
het openbaar onderwijs, zodat we er ook in de schoolkeuze richting gaan geven, zodat kinderen die