Raadsvergadering 15 oktober 2001 -46- De tijd van grote verhalen is definitief voorbij. Dat schrijven we in een thematisch deel van de nota van aanbieding. En toch hebben we elkaar nog heel veel te schrijven en te zeggen. Dat blijkt uit de algemene beschouwingen en het zal blijken uit de vele uren die we vanavond en ook woensdag nog besteden aan de begroting. En daar is niets verkeerds aan. Integendeel, want betrokkenheid in de samenleving en de relevantie van de onderwerpen moeten ook juist tot uitdrukking komen bij de behandeling van één van de belangrijkste gemeentelijke beleidstukken, de meerjarenbegroting. Daar moet tijd voor genomen worden en daarbij moeten we ook een boodschap aan elkaar hebben. En daarom ook waardeer ik zo de beschouwende reactie van de ChristenUnie/SGP. Ons thematisch deel ten aanzien van het grote verhaal, want u reageert erop in uw algemene beschouwing en ook in een reactie in de krant, ons thematisch deel ten aanzien van het grote verhaal, duidt op onze menselijke bescheidenheid die er ons inziens moet zijn in relatie tot de grote complexe wereld waarin we leven. En de grote raadselen die we nog dagelijks daarbij aantreffen en ervaren. Het van overheidswege daarbij formuleren van dé grote visie of dé allesomvattende oplossing zou duiden ons inziens op grove overschatting van ons kunnen. En daar duiden we op aan het slot van ons thematisch deel. Maar daarbij wordt niets afgedaan aan de betekenis van hét grote verhaal, waar de fractie van ChristenUnie/SGP op wijst, en op basis waarvan zij tracht te functioneren. Dat grote verhaal is voor velen van ons richtsnoer van ons handelen. Aan die waarde en betekenis willen wij niets afdoen, daar behoeft geen misverstand over te bestaan. Een ander punt is het onderwerp veiligheid, wat blijkt uit alle reacties, dat dat onderwerp heel breed gedragen wordt. De overheid moet veiligheid en geborgenheid bieden en kan dat niet alleen. Burgers, bedrijven, instellingen en organisaties moeten hun bijdrage daarbij leveren. En dat is ook precies de benaderingswijze van het college. Aangegeven wordt in de bijdrage van de fractie van D66 dat zij, en dat is, ja, ik wil het geen stokpaardje noemen, maar toch wel een steeds terugkerend punt van deze fractie, blijven sturen op de inbreng en inzet van de politie. En ja, dat doen, dat wordt niet betwijfeld bij u, om dat te realiseren. Maar toch wel met een zekere regelmaat is van onze kant aangegeven dat die mogelijkheden er zijn, zij het beperkt en dat we daarbij dus voortdurend zullen moeten benutten ons overleg in de commissie ABZ, zodat uiteindelijk in het lokale activiteitenplan van de politie ook het politiek handelen, de politieke wensen, een plek kunnen krijgen. Ik bespeur toch de afgelopen tijd een keer ten goede op dat punt en laten we het dan zo zien, dat die keer ten goede ons uiteindelijk zal brengen op het punt waar we uiteindelijk terecht willen komen. Een ander punt ten aanzien van de politie betreft een punt dat door de PvdA-fractie wordt ingebracht, en dat is de inzet van junior agenten in Soest. Dat is een nieuw fenomeen. Het betreft jongeren, tussen de 15 en 22 jaar. En momenteel werken er al zo'n 40 junior-agenten bij de politie regio Utrecht. En, weten we, er staan er 80 op de wachtlijst om aan het werk te gaan. De aard van het werk, laat ik er iets over vertellen, betreft met name administratief werk, de organisatie van de politie, het betreft aanvullend toezicht op straat, het betreft inzet bij evenementen en het betreft preventiewerk. En twee heel belangrijke voorwaarden zijn er bij het verschijnsel junior-agent, een verschijnsel dat zo'n \Vi jaar bestaat. En dat zijn de goede dagelijkse begeleiding, dat is van wezenlijke betekenis en ook de begeleiding voor personele zaken is daarbij van belang. Maar het blijkt dat het verschijnsel junior-agent effectief is, vaak ook naar jongerengroepen toe en het blijkt dat het voor de jongeren zelf als bijbaan mogelijk is daarbij ervaring op te doen om uiteindelijk toch, ook op een andere manier in de politieorganisatie terecht te komen. Het is tegen die achtergrond dat ik de suggestie van de Partij van de Arbeid graag meeneem naar het districtsoverleg, om te kijken of de junior-agent ook ingezet kan worden bij maatschappelijke vraagstukken die we in de Soester samenleving tegenkomen. Daarnaast doet die fractie ook een voorstel over buurtcontactouders. Die suggestie zou ik graag willen meenemen naar de stuurgroep die zich met name bezighoudt met een aantal plekken in Soest waar sterke jeugdoverlast is, om te kijken of we op die manier daar een goede invulling aan kunnen geven. Een ander punt waarbij ik vanuit het college wil stilstaan, dat is het ziekenhuis Molendael. Een veel besproken onderwerp de afgelopen maanden. En ik zou bij dat onderwerp twee lijnen willen onderscheiden. Dat is de koers en de stijl, de manier waarop je die koers wil realiseren. Wat de koers betreft mag er geen twijfel over bestaan, maar is de Soester politiek en het Soester bestuur, daar heeft de discussie in de commissie ABZ ook op geduid voor behoud en zo mogelijk uitbreiding van de poli in Soest. Huisartsen doen vele verwijzingen naar de poli, er is een grote service aan patiënten, op velerlei terrein, en er zou zelfs een uitbreiding mogelijk en wenselijk zijn, bijvoorbeeld als we kijken

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2001 | | pagina 165