Raadsvergadering 15 oktober 2001
-47-
naar dagbehandelingen. Mij is verzekerd van de zijde van het ziekenhuis, dat er geen twijfel is over
het nut en het gebruik van de poli tot 2008. maar dat vanaf 2008 daar een groot vraagteken op is. Nou,
waar de koers op gericht is, is op uw steun en ook om dat goed aan de orde te stellen 29 oktober als we
over dit onderwerp spreken in commissieverband om te bewerkstelligen dat die zekerheid tot 2008
vergroot wordt, en dat er plannen gemaakt worden dat we er ook naar vragen voor de periode na 2008.
De Soester samenleving rekent wat dat betreft echt op die inbreng. En wat de stijl betreft, daar varen
we ook een beetje op een eigen manier. Laat ik het zo simpel maar zeggen. We hebben er nadrukkelijk
voor gekozen voor de inhoud te kiezen. De inhoud, in overleg met de huisartsen, Stichting Welzijn
Ouderen, de ouderenorganisaties en specialisten die werkzaam en wonend zijn hier in die Soester
samenleving. En in die zin hecht ik er ook aan als portefeuillehouder volksgezondheid niet te kiezen,
het past niet bij mijn stijl, maar niet te kiezen voor spierballentaal of welk jargon dan ook, maar
gewoon uiteindelijk te kiezen voor de meest duurzame benadering en dat is de inhoudelijke koers om
hier de poli in Soest in welke bestuurlijke constellatie dan ook, te behouden en verder uit te breiden.
Ook op dit vlak, maar het staat er in principe helemaal los van, wordt het onderwerp zorghotel
genoemd, door de fractie van het CDA, maar ook in die Soester samenleving. En ik denk dat het van
belang is dat het onderwerp wel genoemd mag worden, maar het staat helemaal los van de
ziekenhuisontwikkeling, en het staat ook helemaal los van de locatie. In die zin wil ik echt ook de
woorden van de heer Krijger onderschrijven. Het is een maatschappelijk relevant onderwerp,
zorghotel, waarvan ik u graag toezeg dat we daar nader naar zullen kijken de komende tijd om als er
mogelijkheden zijn voor ondersteuning van onze kant, dat we dat doen, maar het heeft niets met de
locatie te maken, en het heeft niets met het ziekenhuis te maken. Neen, integendeel. Laat het dan maar
én én zijn, en niet of het één of het ander. Laten we degenen die niets voor die poli hier voelen, niet de
kans geven weg te lopen met een ander onderwerp.
En een derde onderwerp op het vlak van gezondheidszorg is hospice, wat genoemd wordt ook in de
bijdrage van de CDA-fractie. Dat is een buitengewoon maatschappelijk relevant onderwerp, waar
verschillende modaliteiten zich in de praktijk voordoen, van Wilnis tot Nijkerk, van Amersfoort tot
Utrecht. Ik denk dat het goed is dat we in commissieverband daar nog eens nader over spreken om te
kijken op welke manier we er ook in Soest een eigen invulling aan kunnen geven.
Het zesde onderwerp dat ik zou willen noemen is de gewestelijke samenwerking, waarbij ik in
commissieverband, want dat was een andere commissie waar de discussie zich met name voltrok,
helaas het hoogtepunt, laat ik het zo noemen tussen aanhalingstekens, meneer Van Wuijckhuijse,
gemist heb. Maar, wie weet, krijg ik nog een kans dezer dagen. Wethouder Blommers heeft er vanuit
B&W al een paar opmerkingen over gemaakt. En ik denk datje kunt zeggen bij gewestelijke
samenwerking, dat er twee hele grote zorgen zijn. En die zorgen zijn een ervaren, een gevoelde
democratisch tekort bij de besluitvorming, waar zorg over is en wat door u genoemd wordt, een op
onderdelen ervaren open-eind-financiering. En ik hecht eraan te zeggen, democratisch gehalte en
open-eind-financiering, dat uw zorg ook onze zorg is, ook de zorg van het college is. Daarom ook is in
de laatstgehouden dagelijks-bestuursvergaderingen van 20 september en van 11 oktober van het
gewest nadrukkelijk juist bij deze twee punten stilgestaan. En ik zal ook, en dat zeg ik u toe, zodra de
verslagen er van die twee vergaderingen zijn, ze u ook verstrekken, zodat u daar kennis van kunt
nemen. De wens tot een heldere, transparante werkwijze en procedure, de noodzakelijke
terughoudendheid bij de uitgaven, worden door het college gedeeld. En het lijkt ons daarom een hele
goede zaak dat we allereerst in Soest zelf aangeven hoe we het nu precies willen hebben op die
punten, dus eerst het intern debat daarover hebben, om vervolgens met een gedragen oplossing
richting het gewest te gaan. Er valt heel wat te verbeteren, maar te exclusief de achtergrond en reden te
leggen bij het gewest zelf, is wellicht een te gemakkelijke weg. Ik denk dat we eerst bij onszelf moeten
kijken, politiek bestuurlijk hoe we daarmee om wensen te gaan en op basis van de gezamenlijk
geformuleerde lijn de inbreng te leveren in het gewest. En dan ben ik ervan overtuigd dat ook bestuur
en ambtelijke organisatie in het gewest de motivatie weten te vinden om het te brengen op het niveau
wat wenselijk is.
Een zevende punt, en ik dat doe ter afronding, is het onderwerp bestuurlijke vernieuwing. Daar is
door velen van u veel over genoemd. Ik denk dat het goed is te reageren op de reactie van de
VVD-fractie ten aanzien van het door de burgers agenderen van agendapunten op raadsniveau, dat als
we het burgerinitiatief ten aanzien van de commissies evalueren, en dat zouden we na een jaar doen,
en dat is in december van dit jaar, dat in die discussie de raad zelf afweegt, want het is aan de raad om