Raadsvergadering 17 oktober 2001 -14- Daarom moet het enthousiasme ten aanzien van het instrument even groot blijven. De steun over het instrument ook. Alleen moeten we wat de termijn van invoering betreft wat voorzichtigheid betrachten, want het is niet in een handomdraai geregeld. Daar is het een beetje te ingewikkeld, maar ook te waardevol voor. Dat heb ik ten aanzien van mediation willen zeggen vanuit het college. Een tweede punt wil ik ook noemen. Daar is onvoldoende recht aan gedaan maandagavond en dat is het onderwerp ambulancevervoer in relatie tot de ziekenhuisvoorziening in Baarn. De fractie van Gemeentebelangen Groen Soest memoreerde dat onder andere. Ik denk dat het goed is daar een afspraak over te maken. Laten we starten met ons precies op de hoogte te stellen van de feiten. Hoe zit het nu, en welke is precies de relatie tussen de inmiddels opgetreden verandering bij de ziekenhuisvoorziening in Baarn in relatie tot het ambulancevervoer. Als daar inderdaad die ontwikkelingen zijn die even gememoreerd zijn, dan zullen we via centrale post ambulances, CPA, of provinciaal bestuur, toch die inzet moeten plegen om te kijken of hier zo'n voorziening van vervoer geregeld kan worden. En laat ik u toezeggen dat ik heel graag in de eerstkomende commissievergadering even erop terugkom om te kijken of we de feiten boven tafel hebben. Laten we daarmee starten, en laten we wat voorzichtig zijn, maar zo hebt u het zeker niet bedoeld, om onbedoeld een verkeerde verwachting te creëren. Want ook het realiseren van een voorziening van ziekenvervoer hier vanuit Soest is niet zo'n eenvoudige zaak. Maar aan de andere kant kan ook tijdig daaraan beginnen toch bevorderlijk zijn. Ik wil nog tenslotte bij twee moties en één amendement stilstaan. De motie nummer 4 betreffende de kaderwet. Dat is een motie van de VVD-fractie. Het college kan zich vinden in de inhoud van de overwegingen en om de gevraagde opvatting kenbaar te maken in Den Haag, laat ik het zo maar formuleren. Het sluit ook aan op eerdere gedachtewisselingen die in commissieverband hebben plaatsgevonden. Dus wat ons betreft nemen we die motie over. Dan komen we bij motie nummer 9, die gaat over de Derde Wereldgroep Soest. Dat is een onderwerp dat ook voorkwam op de wensenlijst bij de voorbereiding van de begroting in dit lopende jaar. Daar is ook enige correspondentie over geweest vanuit de groep zelf. Wij hebben al wikkend en wegend gedacht, en die opvatting deel ik graag met u. dat gelet op betrachte maatvoering in de motie en de beroering in de wereld en alles wat dat teweeg gebracht heeft sinds de elfde september, dat wij u zouden willen voorstellen in ieder geval van onze kant willen we kenbaar maken dat we die motie graag zouden willen overnemen. En dan kom ik bij de laatste op ons schema aangeduid als motie, maar op het stuk zelf aangeduid als amendement van Gemeentebelangen Groen Soest, nummer 16. Ja, wij hebben zowel in commissieverband als maandagavond daar natuurlijk een vrij brede discussie over gevoerd. En in die zin is de inhoud zoals die ook hier aan de orde komt en zoals ook de inbreng van het college geweest is op dit punt, een serieuze benadering. Niet alleen van de laatste maanden, maar ook van voor de zomervakantie, om uitgavenpatronen en kosten gewoon zo goed en zo gedisciplineerd bij het gewest in de hand te houden, om daar toch uit te halen wat erin zit en in die zin sluit ook de tekst aan naar letter en geest bij datgene wat het college met uw steun tracht te bewerkstelligen. En tegen die achtergrond, ik zeg het wat voorzichtig, achten wij het amendement op dat punt overbodig, omdat wij al zo vaak met nadruk hebben gezegd dat we naar letter en geest die inhoud delen, en op basis daarvan ook aangegeven hebben hoe we met die doelstelling omgaan. Maar dat neemt niet weg dat het natuurlijk bij de indieners van het amendement zo moet zijn op basis van de beraadslagingen al dan niet te overwegen het amendement in te dienen. Mocht het tot stemming komen, dan zal het college tegen de achtergrond van de redenering die ik u meedeelde tegen het amendement stemmen. Maar mocht het tot aanvaarding van het amendement komen, dan zullen wij natuurlijk medewerking verlenen aan de uitvoering van het amendement. Dat spreekt voor zich. Maar misschien toch goed om dat nog even te noemen. Er zit één onderdeel in waar die volledige uitvoerbaarheid wat op gespannen voet staat met de toezegging die ik net deed. U voelt hem al hangen, wellicht. En dat betreft dat de uitgave van het gewest in letterlijke juridische zin ook een verplichte uitgave is. Dus wat dat onderdeel betreft, is het een verplichte uitgave en die moeten we dus gewoon doen. Het is een onderdeel van onze verplichte bijdrage en we moeten het doen en we mogen hem absoluut niet achterwege laten. Dat is wellicht een reden temeer nog eens een bespiegeling of een gedachtegang te hebben over het amendement en bij deze eerste reactie zou ik het graag willen laten.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 2001 | | pagina 197