Raadsvergadering 17 oktober 2001
Wethouder BLOMMERS: Voorzitter, ik denk dat er toch, net werd er ook al een beetje over gesproken, je
kan zo'n motie bekijken van: dit is het en zo gaan we het doen. Wat ik heb geprobeerd aan te geven, ook
naar de fractie van GGS, niet alleen het onderhoud, we kijken dus nu ook naar een dak, dat dak. daar
komen externe middelen voor, en dan ga je op zo'n moment inderdaad een hele begroting nog eens een
keer opzetten en dan zegje misschien wel: luister eens even, ze hoeven straks geen 2.500,- te betalen
aan die aflossing en dat geeft ze ruimte voor iets bepaalds. In die zin heb ik gezegd is die motie mij
sympathiek. Maar de manier waarop we het werkelijk uitvoeren, zou ik zo graag in goed overleg met
Cabrio willen doen. En ik proef bij u allemaal dat u Cabrio niet wil duperen, u zegt alleen: hoor eens even.
wij hebben vorige week een beslissing genomen, u bent nog bezig met de andere uitwisseling, maar denkt
u eraan wethouder dat u niet wil dat dit een molensteen voor die mensen wordt. Dan zegt u: aan de andere
kant zou het ook nog een stimulans kunnen betekenen voor het bedrijfsleven, want de gemeente neemt
ook een stukje voor zijn rekening. Laten we wel zijn, toen wij dit bedrag hebben geleend naar aanleiding
van die calamiteit, is er nadrukkelijk gezegd, hoor eens even, vanaf de kant van Cabrio, wij gaan die steun
van het bedrijfsleven zoeken. Ik denk dat de gemeente door zo met z'n allen te zeggen van wij staan
achter die activiteiten daar, wij willen kijken hoe we dat een permanentere plaats in ons culturele leven
kunnen geven, op basis van een uitgewerkt voorstel, en zover ben ik nog niet, omdat ik het toch echt
samen met Cabrio en de mensen hier in huis moet doen, het is natuurlijk ons eigendom en zij gebruiken.
Dan zou ik zeggen: laten we het niet op stemmen laten aankomen, dat is in dit geval een beetje denk ik
een moeilijke kwestie, maar laten we gewoon zeggen: wij begrijpen die motie en wethouder zorgt u nou
dat u zo gauw mogelijk en liefst in januari met een uitgewerkt voorstel komt, waarbij we de inhoud van
deze motie betrekken.
VOORZITTER: Dank u wel. Dan gaan we nog even naar de indiener van de motie.
Heer ROEST (D66): Voorzitter, die handhaaf ik. De woorden van de wethouder waren heel plezierig,
want we zitten gewoon allebei op dezelfde lijn. Het ging mij bij nader inzien, richting GGS ook, om die
molensteen, omdat het toch een groot bedrag is en dat ik niet het gevaar wil hebben dat de activiteiten
volgend jaar in de knel komen. In dat opzicht vind ik het gewenst en het is zelfs zo, ik aarzel daarom
meestal om erom te vragen, maar ik vind dus ook in tegenwicht sport en cultuur, je zult het weer zien,
vraag ik eigenlijk omdat ik de mening heb dat het toch misschien bij personen kan verschillen om een
hoofdelijke stemming over dit lage bedrag.
VOORZITTER: Dat kan meneer Roest. Er is voldoende gediscussieerd. De motie is toegelicht. Dan gaan
we per persoon stemmen.
Heer Van Geet: tegen; heer Van der Weij: tegen; mevrouw Stekelenburg: voor; mevrouw Huberts:
tegen; mevrouw Mulder: tegen; de heer Bordewijk: tegen; mevrouw Blommers: tegen, mevrouw
Mann: voor; de heer Naseri: voor; de heer Roest: voor; mevrouw Van Roomen: voor; de heer Van
der Torre: tegen; mevrouw De Waard: voor; de heer Koning: voor; mevrouw Gerritse: voor; de
heer Van 't Holt: tegen; mevrouw Bijman: tegen; de heer Krol: tegen; de heer Witte: tegen; de
heer Van den Deijssel: tegen: de heer Ten Hove: voor; de heer Van Vuuren: tegen; mevrouw
Duijm: voor; de heer Krijger: tegen; de heer Van Wuijckhuijse: tegen.
VOORZITTER: Dan hebben er 25 leden een stem uitgebracht, waarbij de uitkomst is dat 15 leden hebben
tegengestemd en 10 hebben voorgestemd. Daarmee is de motie verworpen.
Motie nr. 9, Stichting Derde Wereld, is overgenomen en daarmee niet meer aan de orde.
Motie nr. 10, diftar, daar hebt u kennis kunnen nemen van het standpunt van het college. Ik weet niet of
de indieners, D66 en Partij van de Arbeid nog een nadere toelichting willen geven, of de discussie willen
bevorderen?
-25-